Genealogie van het adellijk geslacht van Aebinga van Blija

 

                                                               

 

Voor de bronnen en de afkortingen zie pagina 6 van de site.

Eveneens voor het nodige voorbehoud bij sommige personen en filiaties.

 

 

 

         I Anlof van Aebinga, ,ook Andlef, overleden na 1438.

 

Op Aebingastate te Blija, vermeld vanaf 1419.

Hij testeerde daar op 28-2-1438 als Andlef Abbengha (OFO III-21 met foutieve datum).

Het testament is te vinden als F.T.9

Zie verder N.L.1942-61/65,GJB 1988-76 en GJB 1994-150.

 

Anlof was gehuwd (1) met  Beyka Ndr.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Tjalling van Aebinga, overleden 1462.

 

Abt van het klooster Mariëngaarde bij Hallum 1427-1462.

 

 

           2   waarschijnlijk Adzert van Aebinga.

 

In klooster Mariëngaarde.

Vermoedelijk was hij ook een zoon uit het eerste huwelijk van Anlof.

 

 

Anlof was gehuwd (2) met  Hylck Ndr, overleden na 1438.

 

Uit dit huwelijk:

 

           3   Sjoerd van Aebinga, volgt onder II.

 

 

       II Sjoerd van Aebinga,  zoon van Anlof van Aebinga(I) en Hylck Ndr.

 

Hij wordt behalve in het testament van zijn vader nergens genoemd.

Hij erfde in 1437 Aebingastate van zijn vader.

Zie GJB 1988-76/77  en GJB 1994-150.

 

Sjoerd was gehuwd met  Beyts van Bolta, ook Beyke genoemd

 

Haar ouders zijn niet bekend.

Zie voor haar GJB 1994-150,151.

 

Beyts is later getrouwd  met Schelte van Scheltema,  zoon van Sybeth van Scheltema en N.N..

 

Volgens het Burmaniaboek was er een oorkonde uit 1497 waaruit dit tweede huwelijk van Beyts zou blijken (GJB 1994-150).

 

Uit het huwelijk van Sjoerd en Beyts:

 

           1   Anlof van Aebinga, ,ook Andlef, volgt onder III.

 

 

      III Anlof van Aebinga,  overleden 1491/1504, zoon van Sjoerd van Aebinga (II) en Beyts van Bolta.

 

Op Aebingastate te Blija ; zijn weduwe daar in 1511.

Pax-47,48 d.d.17-9-1491:hij sluit zich als Andulff Abbema van Blija met anderen aan bij het verbond van Oostergo met Groningen.

Zie voor zijn vrouwen GJB 1988-77 en 82/83 en GJB 1994-151.

 

Anlof was gehuwd (1) met  N. van Jeppema

 

Volgens kwartieren in N.L.1989 zou zij een Jeppema zijn, ook volgens van der Meer (GJB 1988-85).

Kleindochter Biuck had op haar graf de onduidelijke  kwartieren Aebinga-Iepma en Mockema-Humada (GJB 1988-82).

De zoon Sjoerd is daarom uit het eerste huwelijk en verondersteld werd dat ook de 3 dochters uit dat eerste huwelijk zijn, omdat er in 1524 een scheiding is van ouderlijke goederen tussen Lieuwe en Adsert, zoons uit het tweede huwelijk.

Hun zusters zijn daarbij niet betrokken  (zie GJB 1994-151), toch is het mogelijk dat zij ook uit het tweede huwelijk zijn.

 

Zeker is er twijfel over dochter Eelck, want volgens het Burmaniaboek was haar moeder een Scheltema;  op de grafzerk van Mary van Tjaerda, de achterkleindochter van Eelck, staat het wapen van Scheltema voor Eelcks moeder; Eelck heeft een dochter Saepck, wat zou kunnen wijzen op moeder Saepck.

 

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Sjoerd van Aebinga, volgt onder IV-a.

 

            

        ? 2   Eelck van Aebinga, afkomstig uit Blija, overleden 5 feb 1548 *, begraven Leeuwarden,Jacobijnerkerk ,grafschrift.

 

Eelck was gehuwd met Peter van Cammingha, overleden 5 mei 1544 *, begraven Leeuwarden,Jacobijnerkerk ,grafschrift, zoon van Sjuck van Cammingha en Bauck van Mockema.

 

Bekend als Dr.Petrus Cammingha,die een genealogie maakte van het geslacht Cammingha.

HOF 7488 (1516-1542):crim.sent.d.d.27-3-1527:Dr.Petrus van Cammingha krijgt een boete van 800 gulden wegens smaad en laster van het landsbestuur.Zie ook de Vrije Fries XIII (1877)-91/96.

 

 

        ? 3   Auck van Aebinga, overleden 1554.

 

Auck was gehuwd met Alef van Hemmema, overleden 1529, zoon van Hette van Hemmema en Ebel Riencksdr van Juwsma.

 

Hij woonde te Menaldum/Beetgum (Hemmemastate).

Pax-198 d.d.12-11-1496:hij sluit met zijn broer Doecke en anderen een verdrag met Groningen,Leeuwarden en Dokkum.

Zie voor hem OFO IV-138,146 d.d.26-4-1504,12-9-1505.

Op 5-1-1505 als Aleff Hemmema op de lijst van Friese edelen uit Menaldumadeel.

Bij R.v.A.1511 heeft Alef Hettes Hemmema van Menaldum veel bezit,ook te Hallum,Westernijkerk,Wanswerd en Berlikum.

Zijn halfzuster Syts erft Hemmemastate als hij in 1529 overlijdt.

 

 

           ?   4 Bauck van Aebinga, afkomstig uit Blija.

 

Bauck was gehuwd  met Willem van Heemstra, overleden na 1514, zoon van Taecke van Obbema en Auck van Heemstra.

 

Willem bij R.v.A.1511 genoemd met bezit te Oudkerk en in 1515 bij de heerschappen die Karel V huldigen.

 

 

Anlof was gehuwd (2) met  Saepck  N. (Scheltema ?), overleden 1511/1514.

 

In 1536 zijn Adsert Aebinga en Gabbe Scheltema voogden over de kinderen van haar overleden zoon Lieuwe;  dit zou er ook op kunnen wijzen dat Saepck een Scheltema is (GJB 1994-151)

Bij R.v.A.1511 genoemd als weduwe Saepck Abbema op Aebingastate te Blija met veel bezit.

In 1514 is sprake van haar erven.

 

Uit dit huwelijk:

 

           5   Adzert van Aebinga, volgt onder IV-b.

 

           6   Lieuwe van Aebinga, volgt onder IV-c.

 

 

   IV-a Sjoerd Aebinga van Humalda, overleden 1515/1524, zoon van Anlof van Aebinga (III) en N.van Jeppema

 

Siuert Abbinga tekent op 9-7-1504 de reversaalbrief (nr.33) en voor zijn broer (nr.34).

Bij R.v.A.1511 met veel bezit o.a.bezittingen te Ee,ook Humaldastate aldaar, verkregen via zijn vrouw.

In 1515 bij de heerschappen, die Karel V huldigen,  als Siuerdt Abbinga (lijst Thabor) en als Suuerdt Abbingha (lijst Winsemius).

HvF 16481-582 d.d.20-12-1536:Adzert Aebinga als voogd over de kinderen van zijn broer Lieuwe procedeert tegen Sjoerds zoon Frans en schoonzoon Worp.

Misschien hertrouwde hij een Beits Sibetsdr van Scheltema en had hij bij haar een zoon Anlof, die jong overleden is.Zie ook GJB 1994-151 en GJB 1988-77,78.

 

Sjoerd was gehuwd met  Bets(Beyts) van Mockema, ook genoemd Beyts van Humalda, afkomstig uit Paesens, overleden voor 1511, dochter van Hessel van Mockema en Teet van Humalda.

 

In het Burmaniaboek wordt zij Beits Humada genoemd.

Zij was vermoedelijk erfdochter van Humalda en zal omstreeks 1505 getrouwd zijn met Sjoerd en zo kwam Sjoerd in het bezit van Humalda te Ee..

Volgens het stamboek F.A. was zij een dochter van Frans van Humalda en volgens N.L.1989 een dochter van Taecke van Oenema,maar zij is een dochter van Hessel van Mockema en Teet van Humalda. Zie GJB 1988-79,82.

Dat zij een Mockema was blijkt o.a. uit kwartierwapens op het graf van dochter Biuck in de kerk van Metslawier en die van kleindochter Tjemck in de kerk van Schettens.

 

Bets was weduwe van Jarich van Popma, afkomstig uit Terschelling, overleden na 1502, zoon van Foppe van Popma en Wilsck van Gerbranda.

 

Uit het huwelijk van Sjoerd en Bets:

 

           1   Frans Aebinga van Humalda, geboren 1507, volgt onder V.

 

           2   Bjuck van Aebinga,  overleden 3 jul 1534 *, begraven Metslawier ,grafschrift.

 

Bjuck was gehuwd met Werp van Ropta, geboren 1504, overleden 28 nov 1551 *, begraven Metslawier ,grafschrift, zoon van Focke Sybrens van Ropta en Graets van Eysinga.

 

Hij woonde te Metslawier op Ropta en was grietman van Oostdongeradeel 1539/1551.

BB 1543: Werp heeft bezit te Metslawier.

T342-05,inv.42;verkoop van land aan Worp Ropta (1541).

T327-132,1367:Werp heeft in 1545 een geschil met Tjepck,weduwe van Jasper Aesgema.

 

HvF 16481-166 d.d.20-12-1538:er wordt tegen hem en zijn zwager Frans een proces gevoerd door Gabbe van Scheltema;  Werp voor zijn kinderen bij “wylen Byoucke”.

Andere zaken voor het Hof van Friesland:

HvF 16688-35,312 (1534 en 1536).

HvF 16689-37,58,104,306,314,318,325,426,434,458,492,575,596 (1538/1548).

HvF 16690-43,94,172 (1550,1551).

HvF 16691-147 d.d.1557 en HvF 16692-258 d.d.12-12-1561: wijlen Werp Ropta en zijn erfgenamen.

 

In het Martenahuis te Franeker is in bruikleen van het Rijksmusem een portret van Worp van Ropta. Hij is daar afgebeeld op 20-10-1542 op de leeftijd van 38 jaar.

Zijn naam en die van zijn eerste vrouw op een zerk in de kerk te Metslawier (de Vrije Fries XXIII).

 

HvF 16481-166 d.d.20-12-1538:er wordt tegen hem en zijn zwager Frans een proces gevoerd door Gabbe van Scheltema; Werp voor zijn kinderen bij “wylen Byoucke”.

Zijn naam en die van zijn eerste vrouw op een zerk te Metslawier (de Vrije Fries XXIII), waarbij de steenhouwer de naam van de vrouw foutief als Wijvck heeft vermeld (GJB 1988-82)

Voor zover valt te achterhalen stonden voor haar grootouders op de grafsteen de kwartierwapens van Aebinga-Iepma en Mockema-Humada (GJB 1988-82).

Haar grootouders zijn dan Anlof van Aebinga x N. van Jeppema en Hessel van Mockema x Teet van Humalda.

 

Werp was later gehuwd met Anna Georgesdr Schenck van Toutenburg, dochter van George Schenck van Toutenburg.

 

 

   IV-b Adzert van Aebinga, overleden 1547/1549, zoon van Anlof van Aebinga (III) en Saepck van ?Scheltema

 

Bij R.v.A.1511 en 1540 met bezit te Blija en Ferwerd (ook als Adzert Abbema).

In 1515 bij de heerschappen, die Karel V huldigen, als Adser Abinga (Thabor) en als Aedger Aebingha (Winsemius).

T327-1782:acte van scheiding van het ouderlijk goed met zijn broer Lieuwe,waarbij bepaald wordt dat Aebingastate te Blija gemeenschappelijk goed blijft (1523).

Hij testeerde op Aebingastate te Blija op 5-1-1524 (F.T.105 en T327-1783).

Uit dit testament blijkt dat zijn eerste dochter Tjemck dan al overleden is,maar er is wel een dochter Anna.Zij is ws.een onwettige dochter want zij krijgt slechts een legaat.

HvF 16481-582 d.d.20-12-1536:Als voormond over de kinderen van broer Lieuwe contra Frans Humalda en Worp Ropta voor zijn vrouw.

T327-1784:uitspraak in het geschil van Adzert en zijn stiefzoons Johannes en Worp contra Kempe Wynia als voogd over de kinderen van zijn stiefdochter Frau en Sjuck Wynia (1547).

T327-1785:verkoop aan zijn stiefzoon Johannes Renskema (1548).

T327-1786:schenking aan zijn stiefzoons Worp en Johannes Renskema (1548).

Zie verder GJB 1994-152,153.

 

Adzert was gehuwd (1) met  Tjemck Sjucksdr van Cammingha, overleden 1524, dochter van Sjuck van Cammingha en Bauck van Mockema.

 

Zij testeerde in 1524.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Tjemck van Aebinga, overleden v 1524.

 

 

 

Adzert was gehuwd (2) met  Wyts van Ydsma, overleden n 1544, dochter van Werp van Ydsma en Saepck Ndr.

 

Zij testeerde op 29-10-1540 (F.T.162) en op 14-9-1544 (F.T.185).

 

Wyts was weduwe van Wybe Saeckles van Renskema, overleden 1516

 

Adzert werd dus stiefvader van Johannes, Worp , Teet (non) en  Frau Renskema (GJB 1994-153).

Frau trouwde met Sjuck Wynia en had als kinderen Doytse Wynia en Saapck Wynia (getrouwd met Ulbe van Aylva).

.

 

 

Uit het  huwelijk van Adzert en Wyts:

 

           2   Wybe van Aebinga, overleden 1540/1544.

 

           3   Andlef van Aebinga, overleden 1540/1544.

 

           4   Tjemck van Aebinga, afkomstig uit Blija, overleden 1558.

 

Tjemck testeerde in 1558.

 

Tjemck was gehuwd met Goffe van Aebinga, overleden Leeuwarden 1579, begraven Leeuwarden,Oldehove ,grafschrift, zoon van Douwe van Aebinga en Catharina van Offenhusen.

 

Zie GJB 1994-149.

Roorda heeft bij Grafschriften V begraven Oldehove 1597,een verschrijving.

 

Goffe is later getrouwd 1561 met Lisck van Heringa, overleden 25 mrt 1565 *, begraven Leeuwarden,Oldehove, dochter van Hobbe van Heringa en Doedt Wygersdr van Eelsma.

 

Goffe was later gehuwd met Bjuck van Cammingha, geboren 1544 (?), overleden 26 sep 1626 *,ongeveer 80 jaar,, begraven Leeuwarden,Oldehove ,grafschrift, waarschijnlijk dochter van Watze van Cammingha en Bjuck van Aylva.

 

 

   IV-c Lieuwe van Aebinga, overleden 1532/1536, zoon van Anlof van Aebinga (III) en Saepck van ?Scheltema

 

Bij RvA 1511 met bezit te Ferwerd,bij RvA 1540 is dit voor zijn erfgenamen.

In 1515 bij de heerschappen, die Karel V huldigen, als Liuue Abbinga (lijst Thabor) en als Lyuwe Abbingha (lijst Winsemius).

In 1523 is er scheiding van de ouderlijke goederen tussen Lieuwe en Adzert.

Op 23-7-1528 erkent hij dat zijn 5 kinderen van hun moeder Aef renten erfden.

Hijzelf procedeerde in 1532 en zijn weduwe Margaretha van Diemen in 1536 tegen zijn broer Adzert te Blija en Gabbe van Scheltema te Hallum (HvF 16481-520 d.d.3-10-1536).

Later procedeerde ook nog Gabbe van Scheltema namens hun contra Frans van Humalda (HvF 16481-166 d.d.20-12-1538).

Vaak vermeld als Lieuwe Abbema;zie voorts voor hem en zijn kinderen GJB 1994.

 

Lieuwe was gehuwd (1) met  Aef Jans, overleden v 23 jul 1528, dochter van Jan Melis.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Wyve van Aebinga, geboren 1521/1522, overleden 29 jan 1575.

 

In 1571 priorin van het Nieuwe Nonnenklooster te Amsterdam.

 

 

           2   Thyman van Aebinga, geboren 1523/1524, overleden 5 feb 1574.

 

Hij was geestesziek en provenier in het Nieuwe Nonnenklooster te Amsterdam.

 

 

           3   Anlof van Aebinga, geboren v 23 jul 1528, overleden n 1549.

 

           4   Alyt van Aebinga, geboren v 23 jul 1528, overleden v 1557.

 

           5   N.N., geboren v 23 jul 1528.

 

Lieuwe was gehuwd (2) met  Marguerita van Diemen, overleden n 1536.

 

        V Frans Aebinga van Humalda, geboren 1507, overleden 8 dec 1557, begraven Ee ,grafschrift, zoon van Sjoerd van Aebinga (IV-a) en Bets van Mockema, ,ook van Humalda.

 

Als Franciscus Abinga op 28-9-1521 student te Keulen.

Later op Humaldastate te Ee.

Er wordt tegen hem geprocedeerd door Gabbe van Scheltema (HvF 16481-blz.166 d.d.20-12-1538).

Bij RvA 1540 ook met bezit te Marrum.

Er is een geschilderd portret van hem uit 1552, waarop staat dat hij toen 45 jaar oud was en van zijn vrouw Anna 42 jaar (N.O. II-302).

Zie verder GJB 1988-78/80,GJB 1994-154 en N.O.II-296 (Dongeradeel).

 

Frans was gehuwd (1) met  Geel van Mellema, afkomstig uit Oostrum, dochter van Poppe van Mellema en Eets van Gauckema.

 

Frans was gehuwd (2) met  Anna Ruurdsdr van Feytsma, geboren 1510, overleden 17 apr 1559, begraven Ee ,grafschrift, dochter van Ruurd Hessels van Feytsma en Tjemck van Eminga.

 

Zij procedeerde als weduwe tegen Julius en Botte Mockema over een sate land (HvF 16692-162 d.d.28-2-1561).

Haar kinderen zijn Geel (getrouwd met Frans Canters), Bjuck, Beyts (getrouwd met Botte Herbranda), Sjuck en Tjemck; zij procedeerden opnieuw tegen de broers Julius en Botte (HvF 16692-278 d.d.13-3-1562).

HvF 16701-150 d.d.1585:Syuck Feytsma te Leeuwarden, erfgenaam van Feycke Feytsma, contra Syuck van Humalda, Geel en Byuck Humalda, mede vanwege de kinderen van wijlen Tiampck Humalda.

HvF 16702-147 d.d.1586: de voogden over de jongste kinderen van wijlen Syuck Humalda, Geel en Byuck Humalda, en Seerp Oesinga, grietman van Wonseradeel, vanwege de kinderen van Tiampck Humalda, contra Syuck Feytsma te Leeuwarden, over de levering van 1/6 part van verkochte landen.

 

De kwartierwapens op de grafzerk van Frans en Anna zijn afgehakt (foto grafzerk in N.O.II)

 

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Geel van Humalda, overleden na 1592.

 

Geel zal genoemd zijn naar de eerste vrouw van Frans.

Zij woonde met haar man op Humaldastate te Ee

Zij testeerde met haar man te Ee in 1565 (EEE I-162).

 

Geel was gehuwd met Frans Jacobs Canters, geboren Driesum ± 1530, overleden Leeuwarden 11 mei 1581, zoon van Jacob Canter en Lieucke Gerritsdr van Belcum.

 

Zie GJB 1963-69,GJB 1988-80 en GJB 1994-154.

 

 

           2   Tjemck van Humalda, overleden 26 mrt 1575, begraven Schettens.

 

Tjemck was gehuwd met Jancke van Osinga, overleden 1583, begraven Schettens, zoon van Seerp Sybrens van Osinga en Jel van Herema.

 

Zijn naam en die van zijn vrouw op een zerk te Schettens (de Vrije Fries XXIII).

 

Jancke was later gehuwd met Fedt van Haersma.

 

           3   Beyts van Humalda, overleden 3 apr 1560 ,oud 22 jaar, begraven Ee.

 

Zie N.O.II-296 met foto grafzerk.

 

Beyts was gehuwd met Botte van Herbranda, overleden n 1563, zoon van Haye van Herbranda en Catharina Ndr.

 

Hij woonde in Leeuwarden.

 

Botte was later gehuwd met Auck van Aylva, overleden n 1563, dochter van Watze van Aylva en Syts Johansdr van Roorda.

 

           4   Bjuck van Humalda., overleden 23 april 1594.

 

Bjuck was gehuwd met Hoyte van Meynema, overleden voor 1588

 

Dr Hoyte van Meynema was advocaat bij het Hof van Friesland en weduwnaar van Ebel van Herbranda.

 

 

           5   Sjuck van Humalda, volgt onder VI.

 

 

      VI Sjuck van Humalda, overleden 1584/1585, zoon van Frans Aebinga van Humalda (V) en Anna Ruurdsdr van Feytsma.

 

 

In 1580 woonde hij op Humaldastate te Ee.

Grietman van Oostdongeradeel 1582/1584.

In 1585 worden Wybrant Aylva en Doecke Aysma als voogden voor zijn kinderen benoemd.

Een derde huwelijk van hem met Geel Heringa zou niet juist zijn, zie v.d.Meer in GJB 1988-80 en overgenomen in GJB 1994-154.

Dit was gebaseerd op HvF 16485-166 d.d.1611 waar Franske Groestera als zijn weduwe wordt vermeld, maar Onno Hellinga laat zien in GJB 2009-65 in noot 182 dat dit berust op een foutieve interpretatie.

HvF 16707-105 d.d.14-6-1605: Wyger Fetses te Waaxens contra juff. Geel van Heringa, weduwe wijlen Syuck van Humalda.

 

Sjuck is getrouwd ± 1571 (1) met  Maria Bockesdr van Herema, overleden 1572, dochter van Bocke van Herema en Wyts Abbesdr van Rennarda.

 

N.L 1989-13:getuigenis van haar zusters Yde en Auck d.d.5-12-1573 dat hun wijlen zuster Maria in het kraambed van haar zoon Bocke is overleden.

Zie voor Maria en Sjuck ook GJB 2009-54/55.

 

Uit het huwelijk van Sjuck en Maria:

 

           1   Bocke van Humalda, geboren 1572, volgt onder VII-a.

 

 

Sjuck is getrouwd 1573 (2) met  Franscke van Groestera, overleden na 1580 , dochter van Jeppe van Groestera en Hil van Roorda.

 

Franscke was weduwe van Watze van Aylva,  overleden voor 1572, zoon van Tjaert van Aylva en Rints Ottesdr van Galama.

 

Uit het huwelijk van Sjuck en Franscke:

 

           2   Frans van Humalda, geboren 1580, volgt onder VII-b.

 

           3   Hilck van Humalda, overleden 15 jul 1644.

 

Hilck is getrouwd Leeuwarden 12 okt 1603 met Orck van Doyem, geboren Leeuwarden 1579, overleden 30 okt 1641/31 okt 1641, zoon van Orck van Doyem en Doedt van Aysma.

 

Dr.Orck van Doyem was raadsheer bij het Hof van Fiesland 1615-1641.

 

 

Sjuck is getrouwd (3) met Geel van Heringa, overleden 1-2-1608, begraven Holwerd, grafschrift, dochter van  Sascker van Heringa en Hil van Aebinga.

 

Geel was weduwe van Sicke Werps van Tjessens.

 

 

  VII-a Bocke van Humalda, geboren 1572, overleden 4 jan 1637 ,64 jaar, begraven Metslawier, zoon van Sjuck van Humalda (VI) en Maria Bockesdr van Herema.

 

Hij woonde in 1602 te Tzummarum,maar hij erfde in 1615 Roptastate te Metslawier van Carel van Sternsee op voorwaarde dat hij zich Bocke van Sternsee zou noemen.Daarna woonde hij te Metslawier.

 

 Bocke is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 4 april 1597 (1) met  Rixt van Eminga, overleden 29 aug 1605 * ,begraven Tzummarum, dochter van Syds Minnes van Eminga en Catharina van Roorda.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Tryn van Humalda, geboren ± 1599, overleden 31 jul 1615 *,16 jaar, begraven Tzummarum.

 

 

Bocke was gehuwd (2) met  Catharina van Herema, geboren 1578, overleden 20 apr 1641 ,in het 63e jaar, begraven Metslawier, dochter van Douwe van Herema en Luts Ivodr van Frittema.

 

Uit dit huwelijk:

 

           2   Carel van Sternsee, overleden 26 sep 1665.

 

Carel is getrouwd in 1641 met Ava Lucia Gramaye

 

Hij testeerde in 1641 (EEE I-108v), waarbij ook het huwelijkscontract uit 1641 wordt vermeld.

Mededeling Ype Brouwers: Bocco van Sternsee, enige zoon van Carel en Ava, is kinderloos overleden voor 1671.  Zijn oom Sjuck (VIII-a) erfde van hem o.a. het bezit te Anjum (zie testament van Sjuck d.d. 1671, HvF DDD2-16).

 

 

           3   Sjuck van Sternsee, volgt onder VIII-a.

 

           4   Douwe van Sternsee.

 

           5   Luts Mary Bockesdr van Sternsee, overleden 1673.

 

Zij liet in juli 1654 met haar zwager Here en zijn vrouw een grafkelder maken te Burgwerd voor hun nageslacht.

 

Luts is getrouwd Burgwerd 4 jun 1648 met Lolle van Ockinga, ,ook Lodewijk, overleden Burgwerd 1654, zoon van Jarich van Ockinga en Hylck van Ockinga.

 

Hij woonde te Burgwerd.

 

 

 

  VII-b Frans van Humalda, geboren 1580, overleden 3 aug 1621 *,41 jaar, begraven Ee 11 aug 1621, zoon van Sjuck van Humalda (VI) en Franscke van Groestera.

 

Op Humaldastate te Ee,waar hij met zijn tweede vrouw testeerde op 10-10-1615.

Hij was kapitein (hopman) in het leger.

Zie verder GJB 1988-81,GJB 1994-154,155 en N.O.II-296 (Dongeradeel).

Er is een rouwbord in de kerk van Ee.

T323-2754: kwartiernamen van zijn 8 overgrootouders: Humalda-Mockema, Feytsma-Eminga, Groestra-Mockema en Roorda-Donia.

Zijn overgrootouders waren: Sjoerd Aebinga van Humalda x Bets van Mockema, Ruurd van Feytsma x Tjemck van Eminga, N. van Groestera x N. van Mockema, Syds van Roorda x Eesck van Donia.

 

Frans was gehuwd (1) met  Tjemck van Osinga, afkomstig uit Schettens, geboren ± 1585, overleden 20 okt 1608, begraven Ee, dochter van Seerp van Osinga en Eelck Douwesdr van Hottinga.

 

Vermoedelijk in het kraambed overleden.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Tjemck van Humalda, geboren 1608, overleden 26 mei 1642 ,34 jaar oud, begraven Ee.

 

Zie N.O.II-296.

 

Tjemck was gehuwd met Ofcke van Wytsma, geboren 17 apr 1608, overleden 21 sep 1651, begraven Ee, zoon van Gerrit van Wytsma en Bjuck Ofckesdr van Bawema.

 

Zie N.O.II-296.

 

 

 

Frans is getrouwd 1614 ,3e pr.12-12-1614 Leeuwarden (2) met  Ebel van Meckema, geboren 1588, overleden 3 jan 1662 ,in het 74e jaar, begraven Ee, dochter van Pybe van Meckema, ,ook Philippus en Jetscke Mennesdr van Houwerda.

 

Foto grafzerk van Frans en Ebel  zie N.O.II-296

 

Uit dit huwelijk:

 

           2   Philippus van Humalda, geboren Ee ± 1616, volgt onder VIII-b.

 

           3   Sjuck Aebinga van Humalda, volgt onder VIII-c.

 

 

VIII-a Sjuck van Sternsee, afkomstig uit Leeuwarden in 1649, overleden 10 dec 1676, rouwbord Fries Museum met grafschrift, zoon van Bocke van Humalda (VII-a) en Catharina van Herema.

 

Hij testeerde te Tzum in 1676 (DDD2-16).

 

Sjuck was ondertrouwd Leeuwarden 15 jan 1649 en is getrouwd, 25-1-1649 3e pr. Leeuwarden, met Ammerentia van Paffenrode, ook Ymck, afkomstig uit Sexbierum in 1649, overleden 5 feb 1677, rouwbord Fries Museum met grafschrift, dochter van Schelte van Paffenrode en Wick van Dekema.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Catharina Victoria van Sternsee, geboren 1649, overleden 14 dec 1703 ,54 jaar.

 

Zij was in 1677 afkomstig uit Tzum.

 

Catharina is getrouwd in Idaarderadeel 29 jan 1677 ,gerecht met Gerrit van Cammingha, geboren Wirdum 1647, overleden 25 jun 1712 ,65 jaar, zoon van Watze van Cammingha en Anna van Wytsma.

 

Hij woonde eerst op Klein Hermana en later op Roordaburg onder Franeker.

Met zijn vrouw testeerde hij op 7-9-1688.

 

 

 

VIII-b Philippus van Humalda, geboren Ee ± 1616, overleden 21 feb 1672, zoon van Frans van Humalda (VII-b) en Ebel van Meckema.

 

Philippus is op 17-12-1635 student te Groningen.

Raadsheer bij het Hof van Friesland 1671/1672.

T323-2754: er was een rouwbord met de 16 kwartieren van zijn betovergrootouders, linksboven Humalda-Mockema en Feytsma-Eminga, linksonder Groestra-Mockema en Roorda-Donia, rechtsboven Meckema-Tjaerda en Unia-Juckema, rechtsonder Howarda-Bolta en Loegens-Terborgh.

 

Zijn betovergrootouders waren:

Sjoerd Aebinga van Humalda x Bets van Mockema, Ruurd van Feytsma x Tjemck van Aebinga,  N.van Groestra x N.van Mockema, Syds van Roorda x Eesck van Donia, Pybe van Meckema x Sjouck van Tjaerda, Juw van Unia x Ael van Juckema, Snelger van Houwerda x Jetscke van Bolta en N.van Loegen x N.van Terborgh.

 

Philippus is getrouwd Ee jun 1660 met  Helena van Burmania, gedoopt Sneek 18 jul 1641, overleden Leeuwarden 25 mrt 1712 ,ruim 70 jaar, dochter van Sjuck van Burmania en Catharina Evertsdr Entens van Menthada.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Frans Binnert van Humalda, geboren Leeuwarden 24 mei 1661.

 

Hij was kapitein in het leger en woonde op Aebingastate te Ee.

 

 

           2   Catharina van Humalda, gedoopt Leeuwarden 17 aug 1662.

 

Jong overleden.

 

 

           3   Catharina van Humalda, gedoopt Leeuwarden 2 dec 1663, overleden aldaar 17 jan 1718.

 

Zij was niet getrouwd.

 

 

           4   Ebele van Humalda, gedoopt Leeuwarden 9 apr 1665.

 

           5   Sjuck van Humalda, gedoopt Leeuwarden 24 aug 1666.

 

Jong overleden.

 

 

           6   Ibella Alegonda van Humalda, gedoopt Leeuwarden 1 dec 1667, overleden 19 jan 1705.

Ibella is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 24 mrt 1693 ,gerecht en getrouwd 12 apr 1693 met Joachim van Amama.

 

           7   Helena van Humalda, gedoopt Leeuwarden 28 dec 1668, overleden aldaar 5 apr 1727, begraven te Wier, grafschrift.

 

De 16 kwartierwapens van haar betovergrootouders voorheen in de kerk van Wier (zie GJB 2002-111).

Van vaderskant: Frans van Humalda x Anna van Feytsma; Jeppe van Groestera x Hil van Roorda; Feye van Meckema x Ebel van Unia; Menne van Houwerda x N.Loegen.

Van moederskant: Gemme van Burmania x Jel van Aylva; Laes van Douma x Berber van Hottinga; Roelof Enthens x Ghelmer Panser; Doecke van Martena x Catharina van Oenema.

 

Helena is getrouwd Leeuwarden 21 jan 1700 met Goslick van Knijff, geboren Leeuwarden 28 okt 1666, gedoopt aldaar 4 nov 1666, overleden aldaar 1 dec 1712, begraven te Wier, zoon van Horatius van Knijff en Lucia van Hiddema.

 

Goslick was raadsheer bij het Hof van Friesland 1699-1712.

Hij geeft zelf als trouwdatum 27-1-1700 (zie GJB 2002-109).

 

           8   Sjuck van Humalda, gedoopt Leeuwarden 2 aug 1671, overleden aldaar 22 apr 1738.

 

Kapitein in het leger.

 

Sjuck is getrouwd Britsum 25 dec 1698 met Wiskea Margaretha van Hania, geboren 1676, overleden 24 sep 1734.

 

 

VIII-c Sjuck Aebinga van Humalda, overleden 19 apr 1679, begraven Ee, zoon van Frans van Humalda (VII-b) en Ebel van Meckema.

 

Hij woonde op Humaldastate te Ee en testeerde daar op 13-4-1679.

In de kerk van Ee een ruitvormig rouwbord met wapen.

Zie verder GJB 1988-81 en N.O.II-296.

 

Sjuck is getrouwd Sexbierum 18 jan 1657 (1) met  Catharina van Hottinga, geboren ± 1632, overleden 16 jan 1675, begraven Ee, dochter van Douwe van Hottinga en Syts Tjallingsdr van Sixma.

 

In de kerk van Ee een ruitvormig rouwbord met wapen.

De namen van haar overgrootouders: Hottinga-Heerma, Eelsma-Douma, Sixma-Poppema en Hottinga-Heerma.

Haar overgrootouders zijn: Douwe van Hottinga x Luts van Herema, Wyger van Eelsma x Doutzen van Douma, Douwe van Sixma x Bauck van Popma en Douwe van Hottinga x Luts van Herema.

 

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Cecilia van Humalda, ,ook Syts,, afkomstig uit Hennaard in 1681, geboren ± 1657, overleden 25 jun 1700 ,43 jaar, begraven Wirdum ,grafschrift.

 

Cecilia is getrouwd Wirdum 29 mei 1681 met Tjalling Aede Johan van Eysinga, gedoopt Wirdum 18 nov 1655, overleden 2 jan 1690 ,34 jaar,, begraven Wirdum ,grafschrift, zoon van Frans van Eysinga en Aaltje van Eysinga.

 

Hij woonde op Jongemastate te Rauwerd en later te Wirdum.

 

 

           2   Remck van Humalda, overleden 26 mei 1685, begraven Ee.

 

Er is een ruitvormig rouwbord in de kerk van Ee met wapen.

Zie ook N.O.II-296,308.

 

 

Sjuck is in ondertrouw gegaan Ee 13 jan 1677 (2) met  Deytzen van Roorda, afkomstig uit Dronrijp, geboren ± 1645, overleden Hennaard 8 mei 1702 ,57 jaar, begraven Dronrijp, dochter van Binnert van Roorda en Bauck Laesdr van Glins.

 

Zij erfde Hobbemastate te Dronrijp.

In 1677 afkomstig uit Koudum.

T323-01/391:stukken over haar en haar man Sjuck over de periode 1677/1683.

Genoemd op 8-8-1698 bij de voornaamste princepalen van Dronrijp (GJB 1963-54).

 

Deytzen is eerder getrouwd Dronrijp 15 jan 1665 met Jarich Sirtema van Grovestins, geboren v 1640, overleden aug 1672, zoon van Sicke Sirtema van Grovestins en Margaretha van Cammingha.

 

Uit het huwelijk van Sjuck en Deytzen:

 

           3   Frans Binnert Aebinga van Humalda, geboren 13 okt 1678, volgt onder IX.

 

 

      IX Frans Binnert Aebinga van Humalda, geboren 13 okt 1678, overleden Hallum 23 apr 1755, zoon van Sjuck Aebinga van Humalda (VIII-c) en Deytzen van Roorda.

 

Hij erfde Hobbemastate te Dronrijp van zijn moeder.

 

Frans is getrouwd Hennaard 16 april 1699 met  Clara Feyona van Grovestins, overleden Dronrijp 29 okt 1723, dochter van Idzart van Grovestins en Orsel Feyesdr van Burmania.

 

Op 20-12-1724 wordt haar kistegeld betaald te Dronrijp.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Sjuck Edzerd Aebinga van Humalda, geboren Hennaard 11 feb 1700, gedoopt aldaar 11 feb 1700, overleden Hennaard 14 jun 1701, begraven Hennaard.

 

Zie de Kroniek van Dronrijp  van meester Roucoma,bewerkt door Terpstra,  blz.19.

 

2 Sjuck Idzert Aebinga van Humalda, gedoopt Dronrijp 13 nov 1701, overleden 25 okt 1730

 

3 Jan Poppe Aebinga van Humalda, gedoopt Dronrijp 13 dec 1702, overleden 3 jan 1772

 

4 Feyo Laas Aebinga van Humalda,gedoopt Dronrijp 1 feb 1704, overleden 1 juni 1743

 

5 Ebella Juliana Aebinga van Humalda, gedoopt Dronrijp 24 jan 1705, overleden Friens 17 juni 1730,  24 jaar, begraven Dronrijp, grafschrift Friens.

 

Zij was getrouwd met Pier Willem van Syzama,  overleden Den Haag 26 april 1759, in het 71e jaar, begraven Friens, grafschrift Friens.

 

6 Binnert Philip Aebinga van Humalda,  gedoopt Dronrijp 14 april 1709, overleden 14 okt 1791

 

7 Baudina Lucia Aebinga van Humalda, gedoopt Dronrijp 12 jun 1712, overleden 22 sep 1777 ,66 jaar, begraven Buitenpost ,grafschrift.

 

Op een rouwbord in de kerk van Buitenpost de 16 namen van haar betovergrootouders Humalda-Grustra, Meckma-Houverda, Heringa-Frouhoven, Glijns-Roorda, Groustins-Jongema, Sixma-Hottinga, Burmania-Roorda en Hania-Polleman.

Deze betovergrootouders zijn: Sjuck van Humalda x Franscke van Groestera, Pybe van Meckema x Jetscke van Houwerda, Ruurd van Roorda x Deytzen van Heringa, Laes van Glins x Jouwertje Bants, Idzart van Grovestins x Franscke van Jongema, Douwe van Hottinga x Syts van Sixma, Boicke van Burmania x Ursel van Roorda en Wigle van Hania x Gesina Polmans.

Er is dus wat gerommeld met de namen en in plaats van de combinatie Glins-Bants is gekozen voor de ouders van Laes van Glins n.l. Idzart van Glins x Lucia van Frauenhoven.