Genealogie van het adellijk geslacht van Dekema
Voor bronnen en afkortingen zie pagina 6 van
de site
Eveneens voor het nodige voorbehoud bij sommige personen en filiaties
I
I Hette van Dekema, overleden n 1402 ?.
Hij woonde in 1370 te Baard volgens
de kronieken.
OFO II-5 d.d.15-4-1402:een Hette
Dekama zegelt een overeenkomst tussen Baarderadeel en Hennarderadeel t.e.z. en
4 adellijke geslachten daar t.a.z.
Zijn zonen bij een onbekende vrouw:
1 Juw Hettes van Dekema, volgt onder II.
2 misschien Sicke van Dekema, ,ook Sixtus, begraven
Wirdum 2 feb 1410.
Volgens het
"Dootboeck" werd op 2-2-1410 Sixtus Deeckama begraven te
Wirdum,op zijn wens in het graf van Gale van Hanya van Weidum.
Hij zou samen met Gale Hania en Ode
Botnia in 1399 als Schieringers Dokkum hebben ingenomen en daarna Camminghaburg
bij Leeuwarden (Zie M.Schroor,Geschiedenis van Dokkum blz.78).
II Juw Hettes van Dekema, zoon van Hette van Dekema (I).
Hij woonde te Baard.
Juw was gehuwd met
N. Ruurdsdr van Rotterda.
Zij zou een dochter kunnen zijn van
Riuerdt Rottaerda en Wyts Benedixma,echtpaar te Deersum (zie GJB 1997-165).
Uit dit huwelijk:
1 misschien Wick van Dekema.
Zij zou getrouwd zijn met een Watze
van Oenema.
2 Watze van Dekema, volgt onder III-a.
3 Hette van Dekema, volgt onder III-b.
4 misschien Wytze van Dekema.
Hij zou getrouwd zijn met een Doedt
van Oenema.
5 misschien His van Dekema.
Zij zou getrouwd zijn met een
onbekende man.
III-a Watze van Dekema, overleden voor 1420
(?), begraven Baard ,grafschrift, zoon van Juw
Hettes van Dekema (II) en N. Ruurdsdr
van Rotterda.
Grafschrift in de kerk van Baard: Hjir leit begraven Wattij Deka Jw deka
son.
Watze was gehuwd met
Feyck Ndr, overleden na 1467.
Zij noemde zich Feyck Dekama en
testeert in 1467 als weduwe.
Misschien is zij de Feick Dekama
genoemd omstreeks 1458 in OFO-I-153 als naastligger te Deinum en is haar tweede
man Abbe dan al overleden.
Als zij de moeder is van Galtje moet
ze oud geworden zijn.
Uit het huwelijk van Watze en Feyck:
Galtje Watzes van Dekema, ,ook Galthie
en Gatske, geboren rond 1405, overleden na 1468, ( overleden 10-10-1469 en begraven Weidum ?, onderzoek Hansma)
OFO I-149 en T327-1411
d.d.1-8-1457:Bocka Harinxma en Galthye Walthye dochter Dekama doen afstand van
bezitsaanspraken op Dekamahuis en landen te Weidum en dragen over aan Hetta
Dekama en nakomelingen.
Wat de namen van haar kinderen
betreft: His en Jel naar Bockes moeder en grootmoeder, Watze en Juw naar haar
vader en grootvader, en Feycke zou kunnen wijzen op haar moeder; Feycke komt niet van de Harinxma’s.
Hansma schrijft over de witte
zandstenen zerk in de hal direct achter de toegangsdeur van de kerk met de
vermoedelijke vertaling van de tekst uit het latijn:
Hier ligt begraven G.cthi Dekema,
overleden in het jaar 1469 op de dag van Gaeron en Victor, martelaren. Moge
haar naam altijd in Christus naam zijn.
De e-mail kan als ingesloten bestand
geopend worden.
Galtje was gehuwd met Bocke van
Harinxma, geboren 1403, overleden 1468, begraven in het klooster Thabor
boven Sneek, zoon van Agge van
Harinxma-Donia en His Riencksdr van
Bockema.
Schieringer hoofdeling en olderman
te Sneek.
Voor zijn geboortejaar zie
Tegenw.St.I-572.
OFO-II-14:hij tekent op 2-5-1427 als
Bocka Doynga (Donia) namens Scharnegoutum het verdrag inzake onderhoud
Nieuwlandsdijken om en nabij Sneek.
OFO I-89 d.d.30-11-1442:Bocke
Harinxma te Sneek.
OFO II-37 d.d.1-8-1455:hij zegelt
voor Sneek het besluit dat er een "gaerleger" komt tussen Sneek en
Bolsward.
OFO II-45 d.d.13-8-1459:hij sluit
voor Sneek de overeenkomst tussen Bolsward,Franeker en Sneek.
Dootboeck (GEN 742):Bocke Harincxma,heerschap
te Sneek,verslaat juli 1458 Solcke Meijnama en Ayssa Tziebbinga bij Sloten en
hij wordt in 1468 bij zijn voorouders in het klooster Thabor boven Sneek begraven.
Zijn grafsteen in het museum te
Sneek (Walle 5885).
Feyck was later gehuwd met Abbe N., overleden
voor 1458 (?).
Uit het huwelijk van Feyck met Abbe N. : Watze Abbes van Dekema, geboren rond 1425, overleden 1481.
Over hem en over zijn nakomelingen met de naam Dekema, zie de genealogie Dekema2.
III-b Hette van Dekema, overleden 1463, zoon
van Juw Hettes van Dekema (II) en N. Ruurdsdr van Rotterda.
Hij woonde als Schieringer te Weidum
(zie ook GJB 1997-165 en 179).
Uit een overeenkomst uit 1448 blijkt
dat Hette trouwde met Wick van Albada.
OFO-I-116 d.d.1-5-1450:Hetta Dekama
koopt een steed van Thiard Poepkama (zie ook T327-1407).
OFO-I-126 d.d.11-8-1451:Hetta Dekama
bij de zoenlieden in een geschil.
OFO-I-149 d.d.1-8-1457:alle rechten
op Dekemastate te Weidum worden overgedragen aan Hette en zijn nakomelingen
door Gaats Watzesdr van Dekema en haar man Bocke van Harinxma.
"Dootboeck" van E.Harinxma
à Donia:op 11-10-1463 worden Haringh Donia,Hetto Deeckama van Weydum en Oene
Oenema bij het clooster Aelsum (onder Akkrum) door Jancke Douma en de vetkopers
verslagen.
Hette was gehuwd met
Wick Ruurdsdr van Albada,
dochter van Ruurd Agges van Albada en
Magdalena van Sjaerda.
Zie voor haar GJB 1997-165.
Uit dit huwelijk:
1 Juw van Dekema, ook Julius, geboren
1449/1450, volgt onder IV-a.
2 Hette van Dekema, volgt onder IV-b.
3 Ruurd van Dekema, volgt onder IV-c.
4 misschien Ydt van Dekema, overleden 2 jul 1486, begraven Weidum ,grafschrift.
IV-a Juw van Dekema, ook Julius, geboren
1449/1450, overleden 24 okt 1523, begraven Franeker, zoon van Hette van Dekema (III-b) en Wick Ruurdsdr van Albada.
Hij woonde eerst als Schieringer te
Baard.
OFO IV-52
d.d.17-8-1479:huwelijksvoorwaarden tussen hem en Catryn.
OFO IV-54 d.d.12-9-1480;hij
verdeelde omvangrijk bezit in Friesland met zijn broer Hette o.a. ouderlijke
goederen te Deersum en Poppingawier (GJB 1997-179/180).
OFO IV-62,64 d.d.12-5-1484 en
24-11-1484: Juw van Dekema te Weidum koopt land te Dronrijp.
OFO IV-75 d.d.28-6-1487:genoemd bij
het verbond tussen Westergo en delen van Oostergo.
OFO IV-83,88 d.d.19-4-1491 en
20-9-1491:hij en zijn vrouw Catherina hebben een geschil met Goffe van Roorda
over het Heringahuis te Baard en worden eigenaars na koop en ruil.
Pax-68 d.d.10-10-1492:hij sluit met
anderen een verbond met Groningen.
In 1494 werd Juw van Dekema van Baard
als potestaat van Friesland gekozen,maar is niet in functie getreden.
Pax-198 d.d.12-11-1496:hij sluit met
anderen een verdrag met Groningen,Leeuwarden en Dokkum.
Op 9-7-1504 ondertekent Iuw Dekema
de reversaalbrief (nr.132).
Op 5-1-1505 staat Iuw Dekama op de
lijst van edelen uit Baarderadeel.
Raadsheer bij het Hof van Friesland
na 1500 tot 1515 (HvR onder nr.17).
Grietman van Baarderadeel 1510/1517.
R.v.A.1511:Juw Dekema van Baard
heeft bezit te Deersum,Poppingawier,Baard,Jorwerd,Weidum,Jellum en Wirdum.
In 1515 bij de heerschappen, die
Karel V huldigen, als Jw Decama (Thabor) en als Iuw Dekama (Winsemius).
Hij werd,evenals als later zijn
vrouw,begraven te Franeker.
GEN 635-380:volgens Wumkes 2-613
vond men bij het afbreken van de R.K.kerk te Roodhuis een beeldhouwwerk van
Christus aan het kruis met grafschrift:"hier leyt begrave die oude Julius
van Dekama met syn huisvrou Katryn van Dekama en hoer ouders en hoer voorouders
....".Zijn hun lichamen overgebracht van Franeker ?
Zie ook over hem en de Dekema's in
de Vrije Fries VII (1856) 257-273 en 381/394.
Juw was
gehuwd (1) met Ydt van Unia, overleden Weidum 1476 ?.
Haar ouders zijn niet bekend.
Volgens een niet volledig leesbare
grafsteen is zij mogelijk in 1476 overleden te Weidum.
Uit dit huwelijk:
1 Wick van Dekema, overleden 5 okt 1533,
begraven Mantgum ,grafschrift.
Bij RvA 1511 als weduwe op Hoxwier
bij Mantgum met veel bezit daar en elders.
In OFO II-319 d.d.7-11-1524 genoemd
als weduwe van Aesge en moeder van Hette.
Wick was gehuwd met Aesge van
Hoxwier, overleden 8 nov 1507, begraven Mantgum ,grafschrift, zoon van Aesge van Hoxwier en Jel Hobbesdr van Hermana.
Hij woonde op Hoxwier bij Mantgum.
In 1494 belegerde hij met Schelte
van Liauckema de stad Bolsward.
OFO III-28 d.d.24-2-1499:Bocke
Aggezn te Sweins ver koopt land aan Aesge te Mantgum en Wick,zijn vrouw.
Op 5-1-1505 op de lijst van Friese
edelen (T342-05,62).
Hij streed in 1505 als
legeraanvoerder tegen Groningen.
Bij RvA 1511 hebben zijn weduwe en
kinderen bezit te Mantgum,Wirdum en Ferwerd.
2 Bauck van Dekema.
Juw is
getrouwd 1479 (2) met Catryn van Hottinga, afkomstig uit
Nijland, geboren ± 1460, overleden Franeker 15 mei 1539, begraven aldaar,
dochter van Jarich van Hottinga en Swob Douwesdr van Sjaerda.
Voor het opstellen van de
huwelijksvoorwaarden tussen Juw en Catryn,zie OFO IV-52 d.d.17-8-1479.
In het testament van grootmoeder
Edwar uit 1510 worden van de zoons van Catryn wel Jarich en Sicke genoemd,maar
Hette niet.Wel Fokel Hette Dekema wyf (kan dit een eerste vrouw van Hette
geweest zijn ? ).
Van Catryn zijn er 3 testamenten
n.l. F.T.114 d.d.20-12-1525 (ook in OFO II-327 en in T327-1408);F.T.123
d.d.9-12-1528;F.T.146 d.d.30-9-1538.In het testament uit 1528 worden genoemd 3
zoons (Hette overleden) en 3 dochters (Ydt en Anna overleden) en 6 kleinkinderen
van de overleden zoon Hette (Jel ontbreekt).
Voor haar grafzerk zie de Vrije
Fries jaargang 1915.
Uit dit huwelijk:
3 Hette van Dekema, geboren ± 1481, volgt
onder V-a.
4 Jarich van Dekema, geboren 1495, volgt
onder V-b.
5 Sicke van Dekema, volgt onder V-c.
6 Ydt van Dekema, overleden v 1520.
Ydt was gehuwd met Sicke van
Gratinga, overleden 1538/1542, begraven Hitzum, zoon van Bocke van Gratinga, ,ook Bocke Burmania
en Hilck Laesdr van Eelsma.
Hij woonde op Gratingastate te
Hitzum,wat hij geërfd had van de "âlde Sicke" te Almenum,naar wie hij
was genoemd. Over deze "âlde Sicke thoe Nyehuys" zie GJB 1995-144.
Bij R.v.A.1511 heeft Sicke Gratinga
van Hitzum veel bezit.
HvF 16481-452 d.d.4-4-1536:Sicke
voor zijn vrouw Popck contra Renick Pieters.
HvF 16481-516,576 d.d.3-10-1536 en
20-12-1536:Sicke voor zijn vrouw Popck contra Sybrant van Roorda te Spannum
voor zijn vrouw Haring.
HvF 16481-777 d.d.6-11-1537:Sicke
voor zijn dochter Ydt bij zijn vorige vrouw Gaets contra zijn schoonvader Epe
Aylva.
HvF 16481-145 d.d.20-12-1538:hij
behartigt de zaken van zijn vrouw Popck inzake land te Boer.
Hij testeerde op 5-5-1525 (zie
hiervoor ook DDD1-127 d.d.9-1-1621 met verwijzing naar Sicke en een testament
d.d.24-6-1562).
Op zijn graf te Hitzum stonden de
kwartierwapens van zijn 4 grootouders.
Zie voor hem uitvoerig GJB
1994-26,27 en verder ook GJB 2000-140 en GJB 1995-149.
Sicke was later gehuwd met Gaets van
Aylva, overleden 1523, begraven Franeker ,grafschrift, dochter van Epe Epes van Aylva en Beatrix Watzesdr van Walta.
Sicke was later gehuwd met Popck Sybrensdr van Bonga, afkomstig uit
Kimswerd, overleden 1558/1559, dochter van Sybren
Bonga en Gaets Haringsdr van Harinxma.
7 Anna van Dekema, overleden v 1528
,1524?, begraven Franeker ,onduidelijk grafschrift.
8 Barber van Dekema, overleden n 1528.
Zij was kloosterlinge.
IV-b Hette van Dekema, overleden Weidum 1481
*, zoon van Hette van Dekema (III-b)
en Wick Ruurdsdr van Albada.
OFO IV-54 d.d.12-9-1480:hij
verdeelde ouderlijke goederen met zijn broer Juw,waarbij Hette Dekemastate te
Weidum verkreeg.
Hij wordt niet genoemd in het
stamboek F.A.
Hette had een buitenechtelijke relatie met His
N..
Uit deze relatie:
1 Hette van Dekema, geboren v 1481,
overleden v 1511 ?.
T327-1411 en de Vrije Fries
VII:Processtukken voor de zaak d.d.20-12-1529 van Julius van Botnia contra
Sicke en Jarich van Dekema over het bezit van Dekemastate te Weidum.
Processtukken:1e) verdrag uit 1457
waarbij Dekemastate toekomt aan zijn grootvader Hette en nakomelingen 2e)
verdrag uit 1480 tussen zijn vader en oom Juw waarbij Dekemastate gaat naar
zijn vader,maar Dekemastate mag niet in vreemde handen komen.
Hette overleed zonder kinderen,boven
de 30 jaar,zonder testament,nog voor zijn oom Juw,maar vermoedelijk al voor
1511.Hij had Dekemastate geërfd van zijn vader.Maar hij had een stuk van de
state laten afbreken en de stenen verkocht.In 1511 is Dekemastate vermoedelijk
in bezit van zijn neef Hette van Dekema.
Bij sententie van het Hof van
Friesland d.d.20-12-1529 werd Dekemahuis toegewezen aan de zoons en kleinzoons
van Juw.
IV-c Ruurd van Dekema, overleden 1471
,volgens grafschrift, begraven Weidum, zoon van Hette van Dekema (III-b) en Wick
Ruurdsdr van Albada.
Zie Grafschriften Roorda IV en ook
GJB 1970-47.
Ruurd is getrouwd 1465 met His Gerroltsdr van Herema,
afkomstig uit Tzum, overleden n 1511, begraven Huizum, dochter van Gerrolt van Herema en Hylck Aggesdr van Harinxma.
Bij RvA 1511 als His Jelgers
(m.z.Gerrolts) met bezit te Huizum.
Zij zou pas overleden zijn op
4-6-1527.
His was later gehuwd met Hessel
Jelgers van Feytsma, overleden 5 mei 1505, begraven Huizum, zoon van Jelger van Feytsma en Tieth Wytzesdr van Oenema.
Uit het huwelijk van Ruurd en His:
1 Hylck van Dekema, overleden 1509,
begraven Wieuwerd ,grafschrift.
Zie grafschriften Roorda IV.
Hylck was gehuwd met Douwe van Walta,
overleden 24 okt 1549, begraven Wieuwerd ,grafschrift, zoon van Pieter van Walta en Bauck Douwesdr van Hiddinga.
Op 5-1-1505 te Wieuwerd op de lijst
van Friese edelen (T342-05,62).
V-a Hette van Dekema, geboren ± 1481,
overleden Jelsum 20 sep 1522 *, begraven Leeuwarden,Galileërkerk ,grafschrift,
zoon van Juw van Dekema, ook Julius
(IV-a) en Catryn van Hottinga.
Op 5-1-1505 staat Hette Dekama op de
lijst van edelen uit Baarderadeel.
Grietman van Baarderadeel als
opvolger van zijn vader 1517/1522 en als zodanig genoemd in OFO IV-233.
R.v.A.1511:Hette van Dekema van
Weidum genoemd als mede-eigenaar van "Sitthiemagued" in Poppingawier
en van bezit te Deersum,Jorwerd,Nijland,Weidum,Jellum,Deinum en Beetgum. Hij
woont in 1511 op Dekemastate te Weidum.
In 1515 bij de heerschappen, die
Karel V huldigen, als Hette Decama (Thabor) en als Hetto Dekama (Winsemius).
Door zijn huwelijk kwam hij in bezit
van Camstrastate te Jelsum,later ook genoemd Dekemastate.
Zie ook T327-1409/1410.
Begraven in de Galileërkerk te
Leeuwarden (zie Grafschriften III,ook volgens het testament van dochter Jel
d.d.11-9-1586).
Hette was gehuwd met
Reynsck van Camstra,
overleden Jelsum 4 aug 1549 *, begraven Leeuwarden,Galileërkerk ,grafschrift,
dochter van Rienck van Camstra en Gerlant van Hoxwier.
Bij huwelijk erfdochter op
Camstrastate te Jelsum.
Zij wordt genoemd in OFO IV-242
d.d.23-2-1525.
Bij RvA 1540 genoemd met bezit te
Wirdum en Jelsum; zij woont dan op Camstrastate/Dekemastate te Jelsum.
BB 1543: zij wordt vermeld als
naastligger te Jelsum en Cornjum.
Zij testeerde op 28-10-1544 (zie
F.T.186,ook T327-1409,1410).
Haar zonen Pieter,Aesge en Hette en
haar dochters Yde, Marie en Jel worden haar erfgenamen.
Verklaring op 2-1-1550: Er is
scheiding en deling geweest van de nalatenschap van Hette en Reynsck tussen hun
kinderen Pieter,Hette,Yde,Jel en Marie.De laatste kreeg Dekemastate te Weidum.
Reynsck werd begraven in de
Galileërkerk te Leeuwarden (zie Grafschriften III,Leeuwarden). De grafsteen van
haar en haar man stond in de tuin van de kanselarij.
Uit dit huwelijk:
1 Pieter van Dekema, geboren ± 1513,
volgt onder VI-a.
2 Hette van Dekema, geboren 1520/1521,
overleden Hamburg 1588 , 67 jaar.
Hij was de jongste zoon en ongehuwd.
Op 30-6-1544 ingeschreven als
student te Leuven.
In 1580 om het R.K.geloof verbannen
(C.E.).
Hij testeerde 11-6-1588 te Hamburg.
Hij is vrij zeker ook de Hector van
Dekema,genoemd in 1583 te Keulen (GJB 1985-61).
Zie ook T327-1416 voor zijn
testament.Zijn erfgenamen procedeerden over de nalatenschap (zie HvF 16484-799
d.d.20-12-1604).
3 Ydt van Dekema, overleden 16 nov 1551
*, begraven Hallum ,grafschrift.
Zie Grafschriften Roorda IV (33-10).
Ydt was gehuwd met Ruurd van Aebinga,
,ook Rewert en Renert, overleden 17 mei 1559 *, begraven Hallum ,grafschrift,
zoon van Schelte van Aebinga en Hylck van Donia.
Bij RvA 1511 en 1540 genoemd met
bezit te Stiens en Hallum (was o.a.Doniagoed).
In 1540 is de naam Ren(n)ert en
Rewert en wordt hij vermeld samen met zijn zuster Rixt.
HvF 16481-612 d.d.20-12-1536:hij
procedeert met zijn zuster,getrouwd met Pieter van Aylva,en met de kinderen van
oom Bennert over de erfenis van Pieter Jans Auckema.
Hij testeert in 1557 en laat
Offingastate in Hallum na aan zijn zoon Hette.
Zijn naam en die van zijn vrouw op
een zerk te Hallum (de Vrije Fries XXIII).
Zie ook Grafschriften Roorda IV
(33-10) en GJB 1994-148.
4 Mary van Dekema, overleden Weidum n
1550, begraven aldaar.
Het huwelijkscontract is uit 1540.
Zij erfde Dekemastate te Weidum bij
de scheiding van de boedel van haar ouders rond 1550.
Mary is getrouwd 1540 met Juw van
Botnia, ook Julius, overleden Weidum n 1575, begraven aldaar, zoon van Juw van Botnia, ,ook Julius en Foockel van Hottinga.
Hij woonde te Weidum op Dekemastate
(1542) en was grietman van Baarderadeel,aangesteld op 15-2-1567 en nog in
functie in 1575,maar niet meer in 1577.
Bij RvA 1540 als jonge Juw met bezit
te Marrum,dat in 1511 van zijn vader was,maar ook bezit dat in 1511 behoorde
aan Eesck Botnia (wie is dat ?).
Hij maakte op 14-5-1547 een
wederkerig testament met zijn broer Frederick (F.T.197).
Zijn naan als grietman op de
kerkklok van Beers uit 1569.
Zie ook GJB 1998-141.
5 Jel van Dekema, overleden 1587.
T327-1417:als weduwe zonder kinderen
testeert zij op 11-9-1586 te Leeuwarden.Op 29-2-1656 wordt op verzoek van
Schelte van Aebinga haar testament geregistreerd voor het HvF.Zie
EEE-I-516v/518.
Als erfgename wordt genoemd
Foockel,dochter van haar zuster Mary en verder haar broer Hette,haar zuster
Mary en Reynsk,genoemd naar Jels moeder en kleindochter van haar broer Pieter.
Acte van scheiding en deling uit
1611 tussen de erfgenamen,de kleindochters van haar broer Pieter.
Jel was gehuwd met Tjaert van
Juwinga, ,ook Jongema, overleden Leeuwarden v 11 sep 1586, begraven
Bolsward ?, zoon van Goslick van Juwinga,
,ook Jongema en Ydt Sytzesdr van Harinxma.
Tjaert was weduwnaar van Catryn van
Cammingha, overleden 1 mrt 1546, begraven Bolsward ,grafschrift, dochter
van Wytze van Cammingha en Rints Fransdr van Minnema.
6 Edwert van Dekema, ,ook Edewaer,
overleden n 1544
Non in klooster te Tzummarum ; zij
krijgt bij testament van haar moeder tijdens leven een jaarrente van 30
goudguldens.
7 Aesge van Dekema, overleden 1544/1549.
In militaire dienst overleden.
V-b Jarich van Dekema, geboren 1495 (?),
overleden 23 apr 1553, begraven Franeker ,grafschrift, zoon van Juw van Dekema, ook Julius (IV-a) en Catryn van Hottinga.
In aug 1505 wordt Jaricus Dekema
student te Leuven.
R.v.A.1511:hij heeft bezit in
o.a.Sexbierum.
R.v.A 1540:hij heeft bezit in
o.a.Jelsum (via zijn vrouw) en Huizum.
Hij wordt op 18-3-1523 vermeld als
raadsheer bij het Hof van Friesland,1523-1527 als grietman van
Baarderadeel,1550-1553 als grietman van Franekeradeel en als olderman van
Franeker 1539-1553.
T327-1411:hij voerde met zijn broer
Sicke voor het Hof een zaak contra Julius van Botnia over het bezit van
Dekemastate te Weidum.Processtukken vanaf 1457.
Zie ook HvF 16480-457 d.d.20-12-1529
en HvF 16481-82 d.d.29-10-1538 en HvF 16481-352 d.d.2-12-1539.
En verder T320-215; T327-1414,1415;
T343-98.
Hij testeerde op 21-9-1552 met zijn
vrouw Catryn.Dit testament werd op 26-2-1656 op verzoek van Sixtus van Dekema
geregistreerd bij het Hof van Friesland (EEE-1-485/488).
Jarich was gehuwd met
Catharina van Camstra,
geboren ± 1500, overleden 3 apr 1584, begraven Franeker ,grafschrift, dochter
van Rienck van Camstra en Gerlant van Hoxwier.
Zij en Jarich testeerden op
21-9-1552.
Als weduwe testeerde zij in
1557;Sixtus van Dekama liet dit testament registreren op 26-2-1656 bij het Hof
van Friesland (EEE-1-485/487v).
In 1587 is er nadere scheiding en
deling van de nalatenschap van wijlen Jarich van Dekema en echtgenote Catharina
van Camstra.(GJB 2011-234).
Uit dit huwelijk:
1 Julius van Dekema, ook Juw, geboren
Franeker, volgt onder VI-b.
2 Anna van Dekema, overleden 29 jun 1563
*, begraven Franeker ,grafschrift.
Anna was gehuwd met Here Lolles van
Ockinga, overleden 11 jan 1587, begraven Franeker ,grafschrift, zoon van Lolle Heres van Ockinga en Ael van Hermana.
Het "Dootboeck" vermeldt als overlijdensdatum 17-1-1587.
Here was later gehuwd met Hylck
Galesdr van Galama, overleden Menaldum 24 nov 1596 *, begraven aldaar,
dochter van Gale van Galama en Aelcke van Walta.
3 Jel van Dekema, geboren 1529, overleden
28 nov 1583, begraven Sexbierum ,grafschrift.
Bij haar huwelijk is zij 19 jaar.
Zij woonde met haar man op
Liauckemastate te Sexbierum.
T327-1719:Jel verkoopt in 1571 30
pm.land op het Jelsumer Nieuwland als echtgenote van Schelte van Liauckema.
T311-81: in 1592 worden de
nalatenschappen gescheiden van Schelte en Jel, van haar ouders Jarich en
Catharina en van Anna van Liauckema (GJB 2011-235).
T327-1728:scheiding en deling in
1611 van zate en landen te Pietersbierum en Sexbierum tussen de erfgenamen van
Schelte en Jel.
Jel trouwde op 10-10-1548 met Schelte van Liauckema, geboren
omstreeks 1519, overleden Oldenzaal 10 jun 1579, begraven Sexbierum
,grafschrift, zoon van Sicke van
Liauckema en Ymck Fransdr van Minnema.
OFO II-329 d.d.13-4-1526:Schelte is
dan nog jong, maar voor zijn toekomstig huwelijk met Anna van Herema worden
alvast de huwelijksvoorwaarden opgesteld door de wederzijdse ouders.
Bij zijn derde huwelijk is Schelte
28 jaar.
HvF 16481-268 d.d.11-6-1539:Schelte
Liauckema als aangeklaagde.
T326-1206:testament van Schelte uit
1571.
Schelte is eerder getrouwd omstreeks 1537 met Anna Gerrolts van Herema, overleden 27 mei 1538, begraven Sexbierum
,grafschrift, dochter van Gerrolt van
Herema en Luts Tjaertsdr van Sjaerda.
Schelte was daarna getrouwd met Sjouck van Martena, overleden een paar
dagen na 19 feb 1547, begraven
Sexbierum, dochter van Keimpe van Martena
en Peye Lieuwesdr.
V-c Sicke van Dekema, overleden 2 jan 1558
*, begraven Sneek, zoon van Juw van
Dekema, ook Julius (IV-a) en Catryn
van Hottinga.
Sixtus Dekema wordt op 25-2-1514
ingeschreven als student te Leuven.
R.v.A.1511:hij heeft bezit te
Oosterbierum,Wynaldum en Midlum.
Raadsheer bij het Hof van Friesland
1538-1558.
In 1543 wordt hij genoemd als
eigenaar van Mammemastate te Jellum.
Zie voor hem ook "de Vrije
Fries" VII.
En verder T320-83;T343-24.
T327-1411:Sententie Hof van
Friesland d.d.20-12-1529 (HvF 16480-457) over het vervreemden van Dekemastate
te Weidum in strijd met testament van Juw van Dekema (processtukken
1457/1540).Concept scheiding tussen Sicke en Jarich van Dekema c.s.en Julius
van Botnia c.s.
T327-1413:ontwerp scheiding en
deling d.d.1-6-1555 tussen de 8 overgebleven kinderen van Sicke en Luts.
Na overlijden van zijn vrouw Luts in
1569 deelden 8 kinderen in 1575 de nalatenschap,waarbij zijn zoon Sicke
Mammemastate te Jellum verkreeg.
T327-1428:kopie van een acte uit
1585 van scheiding/deling tussen 8 van zijn met naam genoemde kinderen als zijn
zoon Sicke is overleden (in 1555 als de oudste van de twee Sicke's is overleden
?}
Sicke was gehuwd met
Luts Sickesdr van Liauckema,
overleden 28 jun 1569 *, begraven Sneek, dochter van Sicke van Liauckema en Ymck
Fransdr van Minnema.
Zie ook GJB 1957-16.
Uit dit huwelijk:
1 Sicke van Dekema, ,de oudere,ook
Sixtus, geboren 1548, volgt onder VI-c.
2 Catharina van Dekema, overleden 26 mrt
1618 *.
Zij had uit haar huwelijk 4
kinderen.
Zie T327-1418:acte van verkoop van 4
pm land te Boksum door Salvius van Ockinga aan Catharina van Dekema (1577).
Zij was in 1580 in het buitenland
wegens het R.K.geloof en is overleden in ballingschap.
Catharina was gehuwd met George van
Espelbach, geboren 1511, overleden 29 mrt 1575 ,63 jaar, begraven Almenum.
In 1561 grietman van Barradeel en
later drost van Harlingen.
Alg.Ned.Familieblad d.d.3-11-1883
(nr 54) blz 3: 1575 te Harlingen
sepulture van de heer George ab Espelbach.
3 Anna van Dekema, overleden 1616.
Er werd in 1569 een illegaal
huwelijk gesloten tussen Alef van Aylva en Anna van Dekema, maar dit huwelijk
werd in 1570 door de bisschop ongeldig verklaard.
Zie T327-1395 en de Vrije Fries IX
(1862)-177/206.
Anna was gehuwd met Johannes van
Hermana, geboren ± 1558, overleden 12 nov 1615 *, zoon van Wybren van Hermana en Hylck van Roorda.
BAR E4 d.d.1600:Johan van Hermana te
Minnertsga,42 jaar.
Johannes was weduwnaar van Womck
Bottes van Eminga, overleden 16 dec 1591, dochter van Botte Minnes van Eminga en Syts
Sydsdr van Tjaerda.
4 Juw van Dekema, overleden v 1 jun 1555.
Als student aan de universiteit te
Douai in Frankrijk overleden.
5 Edwert van Dekema, overleden Keulen
1597.
Zie T327-1419:afschriften van
kwitanties uit 1580 en 1583 afgegeven door Sicke van Dekema aan Edwert van
Dekema.
Zij is overleden in ballingschap.
6 Doecke van Dekema, overleden Keulen
1597.
Als Duco a Decama op 12-8-1569
student te Leuven.
Als Domincus Dekema in okt 1579
student te Ingolstadt en op 30-4-1585 te Keulen.
T327-1429:acte van volmacht uit 1593
voor Doeke en Sicke -van de kinderen van Frans n.l.Sicke,Luts en Barbara -voor
het verkopen van goed uit de nalatenschap van hun ouders.Tevens koopacte uit
1595 waarbij 26 pm. land te Jellum wordt verkocht aan Doeke van Dekema te
Keulen.
Hij is overleden te Keulen in
ballingschap.
T327-1430:Acte van scheiding en
deling uit 1600 van de door Doeke van Dekema nagelaten goederen met kopie van
zijn testament uit 1597.
7 Frans van Dekema, volgt onder VI-d.
8 Luts van Dekema, overleden 16 nov 1594,
begraven Sneek *,grafschrift.
T327-1433:testament uit 1594 van
Minne van Eminga en Luts van Dekema (kopie uit 1602).
Zij is overleden in een kraambed en
had geen kinderen en werd begraven te Sneek (grafschriften Roorda I).
Luts was gehuwd met Minne Bottes van
Eminga, overleden 11 mrt 1598 *, begraven Sneek 14 mrt 1598, zoon van Botte Minnes van Eminga en Syts Sydsdr van Tjaerda.
Hij testeerde op 12-2-1598.
9 Ymck van Dekema, overleden 13 jan 1623
*, begraven Minnertsga.
Als weduwe van Schelte bij de
erfgenamen van Hector van Dekema (HvF 16484 d.d.20-12-1604).
T327-1434:kopie van de overeenkomst
uit 1601 tussen Sibrand van Osinga en Ymck van Dekema,echtpaar,haar broer Sicke
en haar zwager Johan van Hermana over de overdracht van Hermanastate met recht
van wederkoop.
Bij haar 3e huwelijk in 1606 uit
Sexbierum als weduwe van Sibren Osinga.
HvF d.d.22-5-1610 en 20-12-1610:
Ulbe van Aylva c.s. contra Imck van Dekema.
Ymck was gehuwd (1) met Schelte
Douma van Oenema, ,ook Latsma, overleden apr 1591, zoon van Ulcke Douwes Douma van Oenema en Jets Abbesdr van Latsma.
Ymck was gehuwd (2) met Sybren
Seerps van Osinga, overleden 1604, zoon van Seerp van Osinga en Jel van
Herema.
Ymck is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 3 apr 1606 ,bij het gerecht en
getrouwd 1606 , 21-4-1606 3e pr.Leeuwarden,
(3) met Haye van Scheltema,
overleden voor 1623, zoon van Watze van
Scheltema en Hylck van Marshorn.
Bij de ondertrouw kwam Haye uit Groningen en Imck uit Sexbierum.Hij
woonde later met Imck in Minnertsga.
10 Sicke van Dekema, overleden voor 1 jun
1555.
Hij is jong overleden,vermoedelijk
in 1555.
T327-1428:kopie d.d.1-6-1585 van een
acte van scheiding/deling van zijn nagelaten goederen onder zijn 8
broers/zusters,die als erfgenamen allen worden genoemd.
VI-a Pieter van Dekema, geboren ± 1513,
overleden 17 aug 1568 *, begraven Leeuwarden,Oldehove ,grafschrift, zoon van Hette van Dekema (V-a) en Reynsck van Camstra.
Hij was de oudste zoon en woonde te
Jelsum en Leeuwarden.
Petrus Dekema wordt op 14-6-1529
ingeschreven als student te Leuven.
Raadsheer bij het Hof van Friesland
en grietman van Baarderadeel 1538/1545.
Hij ontvangt de ridderslag in 1545
samen met de neven Sicke van Dekema, Hector van Hoxwier en Aesge van Hoxwier.
Zie ook T320-115 en T343-20.
Zie N.L.d.d.19-5-1884:omstreeks 1864
werd de grafsteen van Pieter van Dekema en Catharina van Loo uit het
Oldehoofsterkerkhof ingemetseld in het zuidelijk vlak van de toren Oldehove en
is daar nu nog aanwezig.
De kwartieren voor Pieter op de zerk
waren:Dekema-Albada, Hottinga-Sjaerda, Camstra-Tzigera, Hoxwier-Hermana.
Deze 8 overgrootouders zijn in
overeenstemming met de genealogie.
Pieter was gehuwd met
Catharina van Loo, geboren
Den Haag 1 jul 1522, overleden 4 nov 1581, begraven Leeuwarden,Oldehove
,grafschrift, dochter van Gerrit van Loo
en Margaretha van Beest van Eemskerck.
.
De kwartieren voor Catharina op de
zerk waren: Loo, Eemskerck, Zwinkers,
Diemen, Cranenbroeck, Voorhout, Amerongen, Persijn.
Haar 8 overgrootouders zijn volgens
de genealogie: Albert van Loo x Dieuwertje Cranenbroeck, Pieter(?) Zwinkers x
N.N., Dirck van Eemskerck x Ida van Voorhout, Frank van Diemen x Margaretha
Busschaert. In plaats van N.N. is geplaatst het wapen van Catharina Borre van
Amerongen, de moeder van overgrootvader Albert van Loo en in plaats van
Margaretha Busschaert is geplaatst het wapen Persijn.
Uit dit huwelijk:
1 Albert van Dekema, geboren ± 1555,
overleden Weidum 11 jan 1609 *,53 jaar, begraven Jelsum ,grafschrift.
Na 1578 in ballingschap (C.E. 1580)
en als vaandrig in het leger onder zijn broer hopman Rienck.
T327-1416:Scheiding en deling in
1596 tussen enerzijds Rienck en Albert van Dekema en anderzijds Tjalling van
Botnia inzake goederen geërfd van hun oom Hette van Dekema (testament 1588).
Statenresolutie d.d.25-3-1603:het
huis van Rienck en Albert van Dekema annex aan het hof van graaf Willem
Lodewijk te Leeuwarden wordt door de staten gekocht voor 8895 gulden.
Hij had geen kinderen en testeerde
te Jelsum in 1604,waarbij de nalatenschap kwam aan Schelte van Aebinga (kopie
van zijn testament in T327-1643 en ook DDD 1-108).
Hij overleed op de begrafenis van
Foockel van Botnia te Weidum.
Zie ook Grafschriften Walle [1381].
Op de Dekema-Roorda steen te Jelsum:
Deckema,Hottinga,……,Zwinters,Roorda,Hottinga,Neerden,Suylen.
Albert’s vader (Pieter) had als
grootouders van vaderskant Juw van Dekema
en Catharina van Hottinga.
Albert’s moeder (Catharina) had als
grootouders van vaderskant Albrecht van Loo
en Maria Pietersdr Zwinkers/Zwinters.
Zijn vrouw Haring had als
grootouders Sybrant van Roorda x Haring vanHottinga en Maerten van Naerden x Petronella Obrechtsdr van Zuylen (zie ook HvR).
Albert was gehuwd met Haring van
Roorda, afkomstig uit Tzummarum, overleden 20 apr 1621, begraven Jelsum
,grafschrift, dochter van Goffe van
Roorda en Mechteld van Naerden.
HvF 16710 d.d.23-3-1613:Upcke van
Burmania heeft een zaak tegen haar en haar zuster Petronella.
2 Hette van Dekema, overleden na 1566
Op 29-7-1561 als Hector a Decuma
ingeschreven als student te Keulen.
Hector Dekema wordt op 18-6-1566
ingeschreven als student te Leuven.
Als student met zijn broer Juw
verdronken in de Dijle bij Leuven.
3 Juw van Dekema, overleden na 1566.
Julius minor a Decuma wordt op
29-7-1561 ingeschreven als student te Keulen.
Julius Dekema wordt op 18-6-1566
ingeschreven als student te Leuven.
Als student met zijn broer Hette
verdronken in de Dijle bij Leuven.
4 Rienck van Dekema, volgt onder VII-a.
5 Carel van Dekema.
Overleden in militaire dienst.
6 Tjaart van Dekema.
Overleden in militaire dienst.
7 Gerlant van Dekema.
Zij was niet getrouwd.
VI-b Julius van Dekema, ook Juw, geboren
Franeker, overleden Keulen 1580 (C.Ex. 332), zoon van Jarich van Dekema (V-b) en Catharina
van Camstra.
Julius maior a Decuma wordt op
29-7-1561 ingeschreven als student te Keulen (gelijk met zijn neven Julius
minor en Hector).
Raadsheer bij het Hof van Friesland
1569-1578.Hij was spaansgezind en vertrekt naar Deventer.
Op 9-10-1579 wordt zijn “seer schoon ende groot hof”
onder Huizum door een Leeuwarder volksmenigte vernield (GJB 2011-234).
Hij is in Keulen in ballingschap
overleden (zie Grafschriften III).
Julius was
gehuwd (1) met Rixt Joostesdr van Ockinga, dochter van Joost van Ockinga en Luts Fransdr
van Minnema.
Rixt is eerder getrouwd 1539
met Douwe van Botnia, ook Dominicus,
overleden 1542 ,familiebeker, begraven Franeker, zoon van Juw van Botnia, ,ook Julius en Foockel
van Hottinga.
Uit het huwelijk van Julius en
Rixt:
1 Luts van Dekema, ook Lucia, overleden 3
okt 1566.
Zij was niet getrouwd.
Julius was
gehuwd (2) met Jel Sytzesdr van Harinxma, geboren na 1542, overleden 1598,
begraven Leeuwarden,Galileërkerk, dochter van Sytze van Harinxma, ,thoe IJlst en Ydt Sipts van Hania.
Zij bleef streng R.K. en testeerde
als weduwe van Julius te Keulen op 5-10-1585, waarbij zij haar zoon Sytze en
haar dochter Luts erfgenamen maakt.
Sixtus van Dekema liet dit testament
op 26-2-1656 registreren voor het Hof van Friesland (EEE-1-488/490v).
HvF 16704-381 d.d.1591: Jel Haarsma weduwe Julius van Dekema, dochter en enige erfgenaam van haar moeder Itien van Hania, procedeert tegen Sybe Syrcxz, burger Dokkum.
Uit dit huwelijk:
2 Sytze van Dekema, volgt onder VII-b.
3 Luts van Dekema, ook Lucia, overleden
30 jun 1625, begraven Stiens ,grafschrift.
Zij testeerde op 22-4-1625
(EEE-1-493v/497).Dit testament liet Sixtus Julius van Dekema op 26-2-1656
registreren.
Zie voor het testament ook T322-242.
Onderaan op de grafsteen rechts: van
vaderszijde Dekema, Hottinga, Camstra,
Hoxwier en van moederszijde Harinxma, Bonninga, Hania, Rinia.
Haar overgrootouders waren Juw van
Dekema x Catharina van Hottinga, Rienck van Camstra x Gerlant van Hoxwier,
Sierck van Harinxma x Ath van Bonninga en Sypt van Hania x Ydt van Rinia.
Een portret van haar en George in
het Friesch Museum.
Luts is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 19 nov 1602 ,bij het gerecht en
getrouwd aldaar 13 dec 1602 ,voor het gerecht met George van Burmania, overleden 10 dec 1634, begraven Stiens
,grafschrift, zoon van Upcke van Burmania
en Rints van Roorda.
Als Georgius à Burmania op 16-5-1592
student te Franeker, op 5-10-1594 student te Keulen en in 1597 student te
Orleans (samen met zijn broer Douwe).
Grafschriften te Stiens voor hem en
zijn vrouwen (met 8 kwartieren voor elk),zie grafschriften Roorda III-78.
Op de grafsteen de wapens in het
midden Burmania, met rechts Dekema en links Cammingha.
Verder rechts van vaderszijde
Burmania, Sjaerda, Stinstra, Ydtsma en links van moederszijde Roorda,Hottinga,
Cammingha, Minnema.
Zijn overgrootouders waren Douwe van
Burmania x Ath Bonniga van Sjaerda,
Sybren van Stenstera x Saepck van Ydsma, Sybrant van Roorda x Haring van Hottinga en Wytze van Cammingha x
Rints van Minnema.
T320-60:request van George van
Burmania als voogd over juffrouw Lucia van Dekema (1615/1616).
Zie ook GJB 2000-143.
George was later gehuwd met Fedt van
Cammingha, overleden 8 jan 1634 *, begraven Stiens 20 jan 1634
,grafschrift, dochter van Wytze van
Cammingha en Rixt Ruurdsdr van Roorda.
4 Sipt van Dekema.
Hij was niet getrouwd en is jong
overleden (Burmaniaboek).
5 Jarich van Dekema, overleden 1573,
begraven Leeuwarden,Galilëerkerk ,grafschrift.
Zijn graf in de Galileërkerk in
Leeuwarden (zie Grafschriften III-31).
VI-c Sicke van Dekema, ,de oudere,ook
Sixtus, geboren 1548, overleden 29 mrt 1625 ,77 jaar, begraven Jellum
,grafschrift, zoon van Sicke van Dekema
(V-c) en Luts Sickesdr van Liauckema.
Zie voor hem "de Vrije Fries
" VII.
Sixtus a Decuma wordt op 29-7-1561
ingeschreven als student te Keulen.
In 1568 stuurde zijn moeder hem met
broer Frans naar Spanje naar de hogeschool van Salamanca.
Frans gaf de studie op en ging
terug,maar hij studeerde verder aan de hogeschool van Padua in Italië (1573).
Hij studeerde af in de rechten en staat bekend als Mr.of
Dr.Sicke/Sixtus van Dekema.
Statenresoluties:
20-5-1577:missive van Sicke van
Dekema aan de gedeputeerden.
Dr Sicke benoemd in college van
G.S.: 25-4-1586,10-5-1587,9-7-1588,8-4-1589,15-4-1590,10-2-1599,28-2-1601.
5-12-1587:afgevaardigde naar de
Staten-Generaal te Delft.
25-5-1588:benoemd in commissie voor
onderhandeling over vrede met Spanje.
24-5-1593:benoemd in commissie voor
geschil tussen Willem Lodewijk en Carel van Roorda.
In een resolutie van de Staten wordt
Dr.Sicke als eigenaar van Mammemastate ook heer van Jellum genoemd.
Hij kocht ook land van Wobbinga te
Weidum van Wilcke van Holdingha,die 1594 testeerde (zie GJB 1975-124/125).
T327-1147:kopie van een overeenkomst
uit 1601 tussen Tjalling van Camstra,Hessel van Hermana en Sixtus van Dekema
omtrent een uitkering na het overlijden van de eerste van hen aan de
langstlevenden.Tjemck,de weduwe van Tjalling,voldeed aan deze overeenkomst
1615/1616.
T327-1420:acte uit 1577,waarbij
Sicke en zijn broers en zusters de lasten op zich nemen van een derde deel van
Roptazijl.
T327-1421:overeenkomst uit 1595
tussen Minne van Eminga en Sicke van Dekema c.s.over gebruik en eigendom van
Mammestate te Jellum (kopie uit 1602).Minne was zijn zwager.
T327-1422:in de jaren 1604/1607
procedeerde hij met zijn zuster Imck tegen de dochters van broer Frans (Barbara
en Luts) inzake het testament van broer Doeke.Zie o.a. HvF d.d.22-5-1604,nr.30.
T327-1423:uitspraak Hof van
Friesland uit 1621 in de zaak van Anna van Espelbach c.s.contra Dr.Sicke van
Dekema c.s.
T327-1424:Sicke voert 2 processen
voor het Hof contra Schelte van Aebinga c.s. met de uitspraak 4-5-1626.
T327-1425:stukken van een proces
tussen Sicke en Tjalling van Botnia c.s.
T327-1426:stukken van een proces
tussen Barbara van Dekema en haar oom Sicke i.v.m.het beheer over de goederen
van haar ouders.
T327-1427:aantekeningen van Sicke
over stukken van zijn broer Doecke.
Voor zijn overlijden zie
Grafschriften Roorda IV.
Na zijn dood voerden zijn 3 dochters
een geschil met kinderen en kleinkinderen van hun tante Catharina en hun oom
Frans over Mammemastate te Jellum.De eerste sententie van HvF d.d.21-12-1629
werd naderhand gewijzigd bij sententie van HvF d.d.9-4-1633,nr.12.Hierbij werd
3/4 van Mammestate toegewezen aan zijn dochters Lucia,Imck en Catharina en 1/4
aan Lucia,de dochter van Frans.
Sicke was gehuwd met
Hil Onnesdr van Tamminga,
geboren 1555, overleden 28 jul 1620 ,65 jaar, begraven Jellum ,grafschrift,
dochter van Onno van Tamminga en Truda Johansdr van Sickinghe.
Volgens de Vrije Fries VII zou ze
zijn geboren in 1549 en zou haar overlijdensdatum 28-6-1632 zijn.
Ze was enig kind van Onne van
Tamminga en erfdochter van Tammingaborg in Groningen.
Uit dit huwelijk:
1 Ymck van Dekema, geboren 1584,
overleden 2 apr 1641 ,57 jaar , begraven Franeker ,grafschrift.
In 1640 genoemd in het stemkohier
met bezit te Teerns (nr 4).
Vrij zeker wordt zij genoemd bij een
inventarisatie als verstrekker van een lening d.d.17-2-1641 (zie GJB 1957-36).
Ymck is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 18 mei 1605 ,bij het gerecht en
getrouwd aldaar 9 jun 1605 met Doecke
van Botnia, ,ook Duco, geboren 1569, overleden 1 okt 1621 ,52 jaar ,
begraven Franeker 10 okt 1621 *,grafschrift, zoon van Julius van Botnia en Foockel
van Walta.
Grietman van Wymbritseradeel
1615-1621.
Uitnodigingen voor zijn begrafenis
zie T342-05,nr.38.
Zie ook GJB 1998-142.
2 Lucia van Dekema, ,ook Luts, overleden
26 okt 1652.
T327-1435:HOF 16500 inzake het
proces tussen Andreas Theodori en Luts van Dekema,echtgenote Juw van
Meckema,aangaande de zijmuur van Dekemastate (1631).
T327-1436:taxatie uit 1633 te Jellum
voor Juw van Meckema,echtgenoot van Luts van Dekema,krachtens sententies HOf
16502 d.d.8-10-1633 en 16-11-1633.
HOF 16502 d.d.28-10-1633:Lucia van
Dekema c.s. contra Lucia van Dekema te Haarlem (dochter van Frans van Dekema).
Vrij zeker wordt zij genoemd bij een
inventarisatie als verstrekker van een lening d.d.13-1-1649 (zie GJB 1957-36).
Lucia is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 19 jun 1602 ,bij het gerecht (1)
met Tjalling van Eysinga, geboren ±
1562, overleden Marssum 31 aug 1603 *, begraven Dronrijp, zoon van Tjalling van Eysinga en Hylck van Harinxma.
Hij was rechtsgeleerde en woonde op
Heringastate te Marssum.
Grietman van Menaldumadeel
(1601/1603).
Tjalling is eerder in ondertrouw gegaan Leeuwarden 11 okt 1595 met Womck van Heringa, afkomstig uit
Marssum, overleden 2 sep 1596, dochter van Aede
van Heringa en Anna van Roorda.
Lucia is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 13 apr 1605 ,bij het gerecht en getrouwd
aldaar 1 mei 1605 (2) met Juw van
Meckema, ,ook Julius, overleden 25 nov 1638, zoon van Feye van Meckema en Ebel van
Unia.
Hij testeerde te Leeuwarden met zijn
broer en zwager op 11-6-1588 en 15-8-1590 (EEE1-321/322,gereistreerd 7-1-1656).
In 1590 te Holwerd en dan eiser in
een proces tegen Rolant van Achlen en diens vrouw Womck te Metslawier (HvF
16704-80 d.d.1-6-1590).
Juw was weduwnaar van Auck Sickesdr
van Tjessens, overleden 14 dec 1602 *, begraven Holwerd 21 dec 1602,
dochter van Sicke Werps van Tjessens
en Geel van Heringa.
3 Catharina van Dekema, overleden n 1633,
begraven Jellum ,grafschrift.
Catharina is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 14 juli 1610, bij het gerecht,
en getrouwd aldaar 14 sep 1610 met Botte van Grovestins, overleden 13 aug
1620 *, begraven Jellum ,grafschrift, zoon van Foppe van Grovestins en Ansck
Minnesdr van Eminga.
Hij woonde op Gaastmaburen onder
Hardegarijp.
4 Onne van Dekema.
Hij is op jonge leeftijd overleden.
5 Sicke van Dekema, overleden 1590.
6 Anna van Dekema, overleden 1584.
7 Anna van Dekema, overleden 1589.
8 Mary van Dekema.
Zij is op jonge leeftijd overleden.
9 Gerlant van Dekema, overleden 1591.
VI-d Frans van Dekema, overleden Keulen
1592, zoon van Sicke van Dekema (V-c)
en Luts Sickesdr van Liauckema.
Samen met zijn broer Sicke in 1568
student aan de universiteit te Salamanca in Spanje, maar hij keerde al spoedig
terug naar huis.
Hij woonde misschien te Jellum op
Mammemastate na de dood van zijn vader.
T327-1431:huwelijksdispensatie voor
Frans en Gerlant wegens bloedverwantschap (1574/1575).
Cons.Ex.1580:op de lijst van
adellijken,die vanwege het R.K.geloof in ballingschap waren.
T327-1432:kopie testament Frans van
Dekema uit 1586, waarbij 3 kinderen uit eerste huwelijk met Gerlant erven
Op 15-3-1591 wordt Franciscus a
Decuma ingeschreven voor studie aan de universiteit van Keulen.
Hij is overleden in 1592 te Keulen
in ballingschap.
Frans is
getrouwd 1574/1575 (1) met Gerlant Hettesdr van Hemmema, dochter
van Hette van Hemmema en Barbara Sickesdr van Gratinga.
Uit dit huwelijk:
1 Lucia van Dekema, ,ook Luts, overleden
na 1633.
T327-1438:acte van verkoop in 1607
van zate Fetza te Pietersbierum door Kempo van Donia aan Luts en Barbara van
Dekema.
T327-1439:staat van percelen land
behorende bij Dekemahuis te Weidum met kopie overdracht uit 1611 van meubelen
op Dekemahuis.
T327-1392:verklaring van Luts,dat
zij haar zuster Barbara dechargeert van het beheer over haar goederen in
Friesland en dat zij van haar niets heeft te vorderen (1608).
T327-1393:scheiding en deling tussen
Luts van Dekema en Ruurd van Juckema van door haar ouders nagelaten goederen.
T327-1395:Zij deed in 1614 voor de
secretaris van Haarlem afstand van haar aandeel in de erfenis van tante Anna
van Dekema ten bate van de 2 kinderen van haar zuster Barbara bij Ruurd van
Juckema.
Zie ook HvF 16484-381 d.d.22-5-1604,
HvF 16484 d.d.29-6-1604, HvF 16484-799 d.d.20-12-1604, HvF 16498 d.d.1629 en
HvF 16502 d.d.28-10-1633 (dan nog te Haarlem).
2 Hette /Sicke van Dekema, overleden na
1594.
Hij wordt genoemd Hector alias
Sixtus.
Student te Ponta Mousson (1592 ?).
Op 27-10-1594 wordt Sixtus a Decuma
ingeschreven als student te Keulen en hij is tijdens de studie overleden.
3 Barbara van Dekema, overleden Menaldum
17 jun 1610.
Het "Dootboeck" van
E.H.van Donia geeft als sterfdatum 14-6-1610.
HvF 16484-381 d.d.22-5-1604:Barbara
van Dekema contra Sicke van Dekema en wijlen Hector van Dekema.De zusters
Barbara en Lucia zijn ontevreden over de afrekening van hun voormalige voogd
Sicke van Dekema (med.P.Nieuwland).
HvF 16484-799
d.d.20-12-1604:Barbara,Lucia,Sicke van Dekema e.a.,erfgenamen van Hector van
Dekema,contra ..
T327-1383:brieven aan haar van
Th.Herbarius.
T327-1384:lijst van grondpachten te
Harlingen behorende aan Barbara,1601 en 1604.
T327-1385:brieven aan Barbara,namens
Sicke van Dekema ter hand gesteld,1604.
T327-1386:uitspraak scheidslieden in
een zaak hangende voor het Hof van Friesland tussen Syds Tjaerda c.s. als
erfgenamen van Tjaardke van Douma en Barbara van Dekema c.s. als erfgenamen van
Frans van Dekema.Door partijen aanvaard in 1602.
T327-1387:kwitantie van Harmen
Brunsvelt voor Barbara,1608.
T327-1437:brieven uit 1604 en 1607
van Barbara aan haar zuster Luts/Lucia.
T327-1438:Keimpe van Donia verkoopt
de zate Fetza te Pietersbierum aan de zusters Barbara en Luts van Dekema
(1607).
T327-1439:staat van percelen land
bij Dekemahuis te Weidum en overdracht van meubelen uit Dekemahuis (1611).
Barbara is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 23 feb 1608 ,voor het gerecht,
en getrouwd aldaar 17 mrt 1608 ,voor het gerecht, met Ruurd Werps van Juckema, overleden 13 nov 1639, begraven
Rinsumageest ,grafschrift, zoon van Werp
van Juckema en Aelcke Ruurdsdr van
Roorda.
Ruurd woonde eerst op Orxmastate te
Menaldum en in 1615 met zijn derde vrouw in Rinsumageest op Tjaerdastate
(T342-05,38).
T327-1388,1389:extract uit
huwelijksboek Leeuwarden van zijn huwelijk in 1608 met Barbara en de
dispensatie voor het huwelijk wegens bloedverwantschap.
T327-1390:belofte van Ruurd aan
Barbara om de roerende goederen voor zijn zoons uit 1e huwelijk te
inventariseren (1608).
T327-1397:overdracht aan Ruurd en
Maria van Tjaerda van de 20e penning uit een zate te Birdaard (1623).
T327-1401:scheiding en deling in
1634 van percelen land onder Jellum tussen Imck van Dekema c.s. en Ruurd van
Juckema c.s. (n.a.v.sententie Hof van Friesland d.d.21-12-1629).
T327-1403:scheiding en deling in
1640 van door Ruurd nagelaten goederen tussen zijn vrouw en kinderen.
Autorisatie HvF
d.d.14-1-1640:Gerrolt van Juckema als curator over zoon Worp,23 jaar;Homme van
Camstra als curator over Schelte,21 jaar;Goffe van Camstra over Lieuwe,19 jaar.
Diverse data van overlijden en
geboorte komen uit het "huisboek" van Ruurd (zie Grafschriften
II-83/84 (Roorda).
Ruurd is eerder in ondertrouw gegaan Leeuwarden 9 sep 1603 ,voor het
gerecht en getrouwd aldaar 6 okt 1603 ,voor het gerecht met Edwer Gerroltsdr van Cammingha, ,ook
Eduarda, overleden 22 mrt 1606 *, begraven Leeuwarden,Jacobijnerkerk, dochter
van Gerrolt van Cammingha en Ath Heresdr van Ockinga.
Ruurd was later gehuwd met Maria Sydsdr van Tjaerda, overleden 8
jan 1661, begraven Rinsumageest 22 jan 1661 ,grafschrift, dochter van Syds van Tjaerda en Eelck Reynersdr van Frittema.
Frans was
gehuwd (2) met Tjaerteke Epesdr van Douma, overleden Keulen 1592, dochter van Epe Douwes van Douma en Tryn Ivodr van Frittema.
Zij was in 1580 nog niet in het
buitenland (C.E.).
GJB 2011-198: in 1592 zijn haar
erfgenamen Ansck, Luts, Reyner en Feicko Frittema, ooms en tantes van
moederskant en Jel van Glins van vaderskant, ieder voor 1/5 deel.
VII-a Rienck van Dekema, overleden na 1608,
zoon van Pieter van Dekema (VI-a) en Catharina van Loo.
In 1572 Spaansgezind en als
balling was hij hopman onder Caspar de
Robles (C.E.) en belast met de verdediging van Dokkum. (GsvD blz.141)
Grietman van Kollumerland 1575/1578.
Moest volgens Winsemius in 1581 na
dappere verdeding het blokhuis te Staveren overgeven en werd gevankelijk
weggevoerd naar Enkhuizen.
In 1600 genoemd als hopman in het
leger (statenresoluties).
Rienck wordt met zijn broer Albert
genoemd in het testament van hun nicht Foockel van Botnia d.d.12-6-1608.
Zie ook GJB 1957-17 en T327-1416.
Rienck was gehuwd met
Maximiliana van Aremberg,
overleden 1616 *, begraven Leeuwarden,Oldehove.
Zij was een dochter van Johan van
Ligne,graaf van Aremberg,stadhouder van Friesland.
Uit dit huwelijk:
1 Anna Catharina van Dekema, geboren
1559, overleden 1633/1634.
Een portret van haar met haar man
uit 1625 op Dekemastate te Jelsum.
T327-1628:kwitantie van haar voor
Gerlant van Liauckema,weduwe van Schelte van Aebinga.
Zij erfde van haar oudtante Jel (zie
bij haar zuster Reynsk).Zijzelf testeerde in 1633 en omdat zij kinderloos was
vermaakte zij Dekemastate (haar eigendom) aan haar achterneef Julius van
Mockema van Unia.
T327-1649:overeenkomst uit 1634
tussen Schelte van Aebinga c.s. en Julius van Mockema als erfgenamen van Anna
Catharina van Dekema.
Anna is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 4 april 1616, bij het gerecht, en
getrouwd aldaar 29 april 1616 met George
van Ripperda, ,ook Jurjen, geboren 1571, overleden 1632, oud 61 jaar
2 Pieter van Dekema, overleden Ostende
apr 1604 *.
Gesneuveld als hopman bij Ostende.
3 Reynsck van Dekema, overleden 18 nov
1615 *.
Zie T327-1417:kopie van de acte van
scheiding en deling uit 1611 tussen Reynsck en haar zuster Anna Catharina
inzake de nagelaten goederen van Jel van Dekema,weduwe van Tjaert van
Jongema.Jel was de zuster van hun opa Pieter.Met kopie van het testament uit
1586.
HvF d.d.26-7-1610: Rints van Dekema
contra Tjalling van Botnia.
Reynsck was gehuwd met Petrus de
Regemortes.
Hij was hofmeester van stadhouder
Ernst Casimir.
VII-b Sytze van Dekema, overleden 11 feb 1626
*, begraven Weidum, zoon van Julius van
Dekema, ook Juw (VI-b) en Jel
Sytzesdr van Harinxma.
Op 23-3-1608 wordt hij veroordeeld
omdat hij binnen zijn huis de “roomsche misse”
heeft laten doen (GJB 2011-235).
T327-1515: in 1611 geven Sytze van
Dekema c.s. aan de advocaat Suffridus Nijenhuis opdracht om te procederen tegen
Adam van Paffenrode inzake land op het Nieuwland buiten Leeuwarden.
Zijn naam staat op de kerkklok van
Weidum uit 1626.
Hij overleed ten huize van His van
Eminga,zijn schoonzuster (Dootboeck).
Sytze was gehuwd met
Agatha Hessels van Eminga,
overleden n 4 okt 1637, dochter van Hessel
van Eminga en Wick van Hermana.
Zij testeerde als weduwe te Weidum
op 21-6-1633 en op 4-10-1637 en liet daarbij aan haar dochters Juliana en
Victoria land na te Tzum en de rest aan haar zoon Julius.
Uit dit huwelijk:
1 Jel van Dekema, ook Juliana, geboren
1605, overleden na 1674
HOF 16792 d.d.26-7-1627:Juliana van
Dekema,in haar 22e jaar,requirante,om te procederen met goedkeuring van het Hof
d.d.16-7-1627.
HOF 16793 d.d.18-1-1644:Nu haar man
is overleden wordt zij curatrix en tutrix over haar 4 kinderen n.l.Sixtus
Julius van Dekema,in het 15ejaar,Lucia van Hiddema,in het 14e jaar en 2 jonge
meisjes.
Voor de zoon Sixtus Julius van
Dekema zie hieronder bij VIII.
Juliana van Dekema met haar man
genoemd bij decretale verkoop te Salwerd,zie GJB 1982-104.
Juliana van Dekema, weduwe Goslick
van Hiddema, verkoopt op 3-5-1650 land te Salwerd (GJB 2008-14).
T313-149: verkoop van een boerderij
te Weidum door Juliana van Dekema, weduwe van Goslick van Hiddema, aan Sixtus
van Eminga (1675).
Jel is in ondertrouw gegaan gerecht Leeuwarden 20 apr 1627 en getrouwd aldaar 11 dec 1627 met Goslick
van Hiddema, gedoopt Leeuwarden 29 jan 1606, overleden 1643/1644 ,voor
18-1-1644, zoon van Andries Goslicks van
Hiddema en Aelcke Ottesdr van Galama.
Ontvanger generaal van Friesland
1637/1643.
2 Wick van Dekema, ook Victoria, geboren
1608, overleden n 1633.
HOF 16792-73 d.d.4-1-1628:Wick van
Dekema,in haar 20e jaar,requirante,geassisteerd met haar moeder,om het beheer
van haar moeder af te sluiten over de goederen,die wijlen haar vader de
kinderen had nagelaten.Met zo nodig scheiding en deling.
Wick was gehuwd met Schelte van
Paffenrode, zoon van Adam van
Paffenrode en Ymck van Liauckema.
Hij testeerde op 2-7-1647.
3 Julius Botnia van Dekema, ook Juw,
overleden Weidum 1637/1638.
Hij had in 1608 als kind Dekemastate
verkregen bij testament van Florentia van Botnia,afstammeling uit een andere
tak.Zijn vader Sytze voerde een proces over die nalatenschap (T327-1640).
HOF 16792-74 d.d.4-1-1628:Jr.Julius
Botnia van Dekema te Hoorn als requirant om het beheer van zijn moeder over de
hem door zijn vader nagelaten goederen af te sluiten.
Hij was niet getrouwd en op zijn
verzoek nam de zoon van zuster Jel de naam Sixtus Botnia van Dekema aan en
vermaakte hij Dekemastate te Weidum aan Sixtus (VIII).
Met Julius stierf het geslacht
Dekema uit in de mannelijke lijn.
VIII Sixtus Julius Botnia van Dekema, geboren 1629, overleden 1674 /1675., zoon van Goslick van Hiddema en Jel van Dekema
(VII-b-1)
Hij was de laatste met de
(aangenomen) naam Dekema van dit geslacht.
Sixtus Julius a Dekama is op
28-6-1647 student te Groningen.
Op 26-2-1656 liet Sixtus van
Dekema testamenten registreren bij het
Hof van Friesland (EEE-I-495/498).
T323-2702: Sixtus Julius van Dekema
en George van Glins als afgevaardigden van Hennaarderadeel naar de Staten van
Friesland.
In 1663 verleenden de Staten hem
octrooi voor het aanleggen van een trekweg (voetpad) vanaf Weidum.
Op 24-4-1673 wordt Sixtus Julius à
Deeckema benoemd tot raad van de admiraliteit.
Na zijn overlijden werd Dekemastate
(stem 1 Weidum) verkocht (uiteindelijk is in 1640 Agatha van Eminga eigenaar).
T313-445: Sjuck Sternsee van Humalda
als éen der erfgenamen van Sixtus Julius van Dekema (1675).
T319-946: verkoop van land te Weidum
door de crediteuren van wijlen Sixtus Julius à Decama te Weidum (29-7-1682).
T323-5353: testament Lucia van
Decama d.d.22-4-1625 (afschrift 1692) en stukken betreffende de vereffening van
schulden uit de boedel van Sixtus Julius van Dekema.
Zie ook BAA 66-197 met pr. 21/8, 4/9
en 18/9 1682.