Genealogie van het adellijk geslacht van Hottinga
Voor bronnen en afkortingen zie pagina 6 van
de site.
Eveneens voor het voorbehoud bij sommige personen
en filiaties.
I Jarich
van Kee.
Op 25-7-1417 tekende hij als
grietman van Franekeradeel (Charterboek I-394);ook genoemd in 1419.
Zijn zoon bij een onbekende vrouw:
1 Epe Jarichs van Kee, volgt onder II.
II Epe Jarichs van Kee, overleden na 23
mrt 1453, zoon van Jarich van Kee
(I).
Als Ype Kee genoemd in OFO I-99
d.d.28-10-1447.
OFO I-139 d.d.23-3-1453:Epa Jarichzn
te Kee bij wisselkoop van landerijen; Aede Sjoerdsz Rypkema draagt bij deze
ruil zijn deel van het “Hottingagoed” over aan Epe Jarichsz te Kee.
Hij nam de naam Hottinga van zijn
vrouw aan.
Epe is getrouwd 1428 met
Foockel Goslicksdr van Hottinga,
,ook Fouwel, dochter van Goslick van
Hottinga en Ansck Juwsdr van Juwinga.
Foockel was uit het oude geslacht van Hotting uit Nijland. Haar vader Goslick wordt in 1403 genoemd als bewoner van het Juwingahuis te Bolsward. Haar grootvader was Here van Hottinga die in 1399 testeerde te Nijland.(zie ook bij Juwinga).
Zij had een broer
Juw,die zich Juwinga noemde (zie aldaar).Verder was er volgens SFA een broer
Watze, die kinderloos overleed en een zuster Rixt.
Uit dit huwelijk:
1 Jarich van Hottinga, volgt onder III.
2 Anne van Hottinga, overleden n 25 mei
1475.
3 Wybe van Hottinga, overleden n 25 mei
1475.
4 Hyl van Hottinga, overleden n 25 mei
1475.
5 Jacob Epes van Hottinga, overleden n 25
mei 1475.
Jacob was gehuwd met Hen Aggema van
Harinxma, dochter van Tjaert Aggema
van Harinxma en Riem Riencksdr van
Popma.
6 Here Epes van Hottinga, overleden n 4
sep 1469.
Met zijn broer Jarich genoemd in OFO
II-68 d.d.4-9-1469.
III Jarich van Hottinga, overleden Nijland
1475, begraven aldaar, zoon van Epe
Jarichs van Kee (II) en Foockel
Goslicksdr van Hottinga, ,ook Fouwel.
Grietman van Hennaarderadeel in
1450.
Hij woonde als hoofdeling te Nijland
en testeerde op 25-5-1475 (zie F.T.34 en OFO IV-45).
Het bezit “Hottinga” te Nijland,
“Hottinga” te Wommels en het goed “Kee”
bij Franeker gaat naar zijn zoons.
Zijn 3 zoons Juw,Epe (later Jarich)
en Here en ook dochter Doed worden in het testament genoemd,maar niet de andere
dochters.
Als voogden worden aangewezen zijn
schoonouders,zijn vrouw,zijn neef Tjaert van Juwinga en zwager Sicke van
Sjaerda.
Zijn broers Jacob,Anne en Wybe en
zijn zuster Hil worden eveneens in het testament genoemd.
Voor een stamreeks vanaf zijn vader
in acht geslachten zie HvF 10446 d.d. 31-7-1718.
Jarich was gehuwd met
Swob Douwesdr van Sjaerda,
overleden 1520, dochter van Douwe Tjaerts
van Aylva en Edwer van Sjaerda.
Zij wordt genoemd als Swob Hottinga
met zoon Heere in GPCV d.d.20-4-1481.
Als haar moeder Edwer in 1510
testeert is het goed “ Obbema” te Dronrijp voor haar.
Bij R.v.A.1511 genoemd als Swob
Hottinga van Franeker met veel bezit o.a.te Nijland en Wolsum.
Zij testeert in 1518.Daaruit blijkt
dat haar moeder Edwert heette en haar grootmoeder Both.Dit testament is niet
meer beschikbaar,dus niet gepubliceerd bij F.T.
Uit dit huwelijk:
1 Catryn van Hottinga, afkomstig uit
Nijland, geboren ± 1460, overleden Franeker 15 mei 1539, begraven aldaar
,grafschrift.
Voor het opstellen van de
huwelijksvoorwaarden tussen Juw en Catryn,zie OFO IV-52 d.d.17-8-1479.
In het testament van grootmoeder
Edwar uit 1510 worden van de zoons van Catryn wel Jarich en Sicke genoemd,maar
Hette niet.Wel Fokel Hette Dekema wyf (kan dit een eerste vrouw van Hette
geweest zijn ? ).
Van Catryn zijn er 3 testamenten
n.l. F.T.114 d.d.20-12-1525 (ook in OFO II-327 en in T327-1408);F.T.123
d.d.9-12-1528;F.T.146 d.d.30-9-1538.In het testament uit 1528 worden genoemd 3
zoons (Hette overleden) en 3 dochters (Ydt en Anna overleden) en 6
kleinkinderen van de overleden zoon Hette (Jel ontbreekt).
Voor haar grafzerk zie de Vrije
Fries jaargang 1915.
Catryn is getrouwd 1479 met Juw van
Dekema, ook Julius, geboren 1449/1450, overleden 27 okt 1523, begraven
Franeker ,grafschrift, zoon van Hette van
Dekema en Wick Ruurdsdr van Albada.
Hij woonde eerst als Schieringer te
Baard.
OFO IV-52
d.d.17-8-1479:huwelijksvoorwaarden tussen hem en Catryn.
OFO IV-54 d.d.12-9-1480;hij
verdeelde omvangrijk bezit in Friesland met zijn broer Hette o.a. ouderlijke
goederen te Deersum en Poppingawier (GJB 1997-179/180).
OFO IV-62,64 d.d.12-5-1484 en
24-11-1484: Juw van Dekema te Weidum koopt land te Dronrijp.
OFO IV-75 d.d.28-6-1487:genoemd bij
het verbond tussen Westergo en delen van Oostergo.
OFO IV-83,88 d.d.19-4-1491 en
20-9-1491:hij en zijn vrouw Catherina hebben een geschil met Goffe van Roorda
over het Heringahuis te Baard en worden eigenaars na koop en ruil.
Pax-68 d.d.10-10-1492:hij sluit met
anderen een verbond met Groningen.
In 1494 werd Juw van Dekema van
Baard als potestaat van Friesland gekozen,maar is niet in functie getreden.
Pax-198 d.d.12-11-1496:hij sluit met
anderen een verdrag met Groningen,Leeuwarden en Dokkum.
Op 5-1-1505 op de lijst van Friese
edelen (T342-05,62).
Raadsheer bij het Hof van Friesland
na 1500 tot 1515 (HvR onder nr.17).
Grietman van Baarderadeel 1510/1517.
R.v.A.1511:Juw Dekema van Baard
heeft bezit te Deersum,Poppingawier,Baard,Jorwerd,Weidum,Jellum en Wirdum.
Hij werd,evenals als later zijn
vrouw,begraven te Franeker.
GEN 635-380:volgens Wumkes 2-613
vond men bij het afbreken van de R.K.kerk te Roodhuis een beeldhouwwerk van
Christus aan het kruis met grafschrift:"hier leyt begrave die oude Julius
van Dekama met syn huisvrou Katryn van Dekama en hoer ouders en hoer voorouders
....".Zijn hun lichamen overgebracht van Franeker ?
Zie ook over hem en de Dekema's in
de Vrije Fries VII (1856) 257-273 en 381/394.
Juw was weduwnaar van Ydt van Unia,
overleden Weidum 1476 ?.
2 Here van Hottinga, volgt onder IV-a.
3 Juw van Hottinga, ,ook Julius, volgt
onder IV-b.
4 Doed van Hottinga, overleden n 25 mei
1475.
5 Both van Hottinga, overleden 1541,
begraven Franeker.
Zij werd met haar 4 kinderen in 1516
op de Zuiderzee gevangen genomen en pas weer vrijgelaten op 25-3-1517.
Zij hertrouwde met Frederick
Bruckschlegel,hofmaarschalk in Leeuwarden.
Both is getrouwd 1489 met Hessel van
Martena, geboren Cornjum ± 1461, overleden op Rhodos aug 1517, begraven
Franeker, zoon van Sytze van Martena
en Jel Epesdr van Harinxma.
Raadsheer bij het Hof van Friesland
1499-1517 (HvR onder nr.11) en in 1508 genoemd als grietman van Menaldumadeel.
Pax-68 d.d.10-10-1492:hij sluit zich
met anderen aan bij het verdrag met Groningen.
OFO II-192 d.d.31-10-1495:hij moet
de door hem in beslag genoen goederen van Binnert Aebinga teruggeven.
Hij was Schieringer hoofdeling op
Groot Terhorne bij Beetgum,wat in 1496 werd verwoest (zie GJB 1956-44).
Pax-198 d.d.12-11-1496:hij sluit
samen met anderen een verdrag met Groningen,Leeuwarden en Dokkum.
Hij maakte na 1496 de weg vrij voor
de komst naar Friesland van Albrecht van Saksen in 1498 (GsvD-100/102).
In 1498 laat hij het Martenahuis in
Franeker bouwen.
Op 5-1-1505 op de lijst van Friese
edelen (T342-05,62).
Bij R.v.A.1511 heeft Hessel Martena
van Beetgum/Franeker veel bezit.
Hij testeerde op 21-3-1517
(F.T.92),vertrok in april met Tjalling en Juw Botnia naar het Heilige Land en
overleed in 1517 op de terugreis van Jeruzalem.
Hij had ook 2 buitenechtelijke kinderen,een
zoon Mr.Sytze,pastoor te Franeker,en een dochter in het Agnietenklooster.
6 Jarich (Epe) van Hottinga, volgt onder
IV-c.
IV-a Here van Hottinga, geboren ca.1460,
overleden 1502, zoon van Jarich van
Hottinga (III) en Swob Douwesdr van
Sjaerda.
Hero Hottinga is op 24-5-1476
student te Keulen, gelijk met zijn broer Julius.
Hij verkreeg bij testament van zijn
vader bezit te Wommels en was daar Schieringer hoofdeling.
OFO IV-75 d.d.28-6-1487:genoemd bij
het verbond tussen Westergo en delen van Oostergo.
Pax-68 en GPCV d.d.10-10-1492:Here
sluit met anderen een verbond met Groningen.Zijn broers zijn dan Juw en Jarich.
Pax-135,136
d.d.6-4-1496,15-4-1496:Here en Jarich zoeken namens Franeker aansluiting bij
Groningen.
Pax-198 d.d.12-11-1496:Here en
Jarich tekenen met anderen een verdrag met Groningen,Leeuwarden en Dokkum.
Here erkende met zijn broer Jarich
en anderen op 30-4-1498 het gezag van hertog Albrecht van Saksen en zegelde het
verdrag.
Hij maakte in 1500 met zijn broer
Jarich een pelgrimstocht naar Rome.
HvR onder nr.16:raadsheer bij het
Hof van Friesland vanaf juli 1500 tot
zijn dood in 1502.
Op 5-1-1505 staan Hera Hottinga
kinderen op de lijst van edelen uit Hennaarderadeel.
Here wordt genoemd in het testament
van grootmoeder Edwar uit 1510 met jonge Jarich Here zoon en met 2 dochters in
klooster Staveren..
Here was gehuwd met
Tjets Haringsdr van Harinxma,
afkomstig uit Heeg, overleden n 1537, dochter van Haring van Harinxma, ,thoe Heeg en Popck Riencksdr van Popma.
Zij wordt bij R.v.A.1511 genoemd als
weduwe met bezit te Heeg,Wommels,Kubaard en Tzummarum.
HvF 16481-507
d.d.15-7-1536:kleinzoon Here Roorda namens haar.
HvF 16481-12 d.d.4-6-1538:er wordt
geprocedeerd tegen Here Hottinga weduwe te Wommels.
HvF 16481-211 d.d.4-3-1539:kleinzoon
Hero Roorda namens haar bij de eisers.
Uit dit huwelijk:
1 Jel Heresdr van Hottinga, overleden na
1540.
Jel erft in 1540 van haar broer Hero (F.T.160).
Jel was gehuwd met Schelte van
Roorda, overleden voor 1550 ,21-6-1543 ?, zoon van Goffe Goffes van Roorda en Ymck
Fredericksdr van Hommema.
HvF 16480-403 d.d.14-7-1529:Schelte
en zijn broer Sybrant als aangeklaagden; Schelte claimt het recht op zwanejacht
te Kubaard (in 1511 bezit van zijn
schoonmoeder Tjets).
In 1550 erfden 5 van zijn kinderen
van zijn broer Sybrant.
Volgens het Doodtboeck overlijdt een Schelte van Roorda op
21-6-1543 en wordt begraven te Berlikum.
2 Jarich van Hottinga, volgt onder V-a.
3 Haring Heresdr van Hottinga, overleden
14 apr 1539, begraven Spannum ,grafschrift.
Haar kinderen erven van haar broer Hero (F.T.160).
Haring was gehuwd met Sybrant van
Roorda, overleden Leeuwarden 11 okt 1550, begraven Spannum ,grafschrift,
zoon van Goffe Goffes van Roorda en Ymck Fredericksdr van Hommema.
Hij woonde te Spannum en Leeuwarden.
OFO III-31 d.d.12-9-1502:vermeld als
Sibren Goffaz met zijn vader Goffe Roerda en de weduwe van zijn broer Johan
Goffaz.
Bij R.v.A.1511 vermoedelijk vermeld
met ook bezit te Berlikum,Huins enz.
OFO IV-224 d.d.7-6-1514:genoemd als
Sybren Goffe zin Roerda bij verkoop van land onder Beetgum.
HvF 16481-516 d.d.3-10-1536:een zaak
tegen Sybrant en zijn vrouw te Spannum met eiser Sicke van Gratinga.
HvF 16481-570 d.d.28-11-1536:Sybrant
Roorda gedaagde.
HvF 16481-12 d.d.4-6-1538:er wordt
geprocedeerd tegen Sybrant Roorda te Spannum en Tieth,weduwe Here Hottinga
(Wommels).
HvF 16481-145 d.d.20-12-1538:hij
behartigt de zaken van zijn vrouw Haring inzake land te Boer.
HvF 16481-283 d.d.15-7-1539:hij als
aangeklaagde.
HvF 16481-296 d.d.30-9-1539:Popcke
Sybesz contra Sybrant Roorda.
Hij testeerde op 17-9-1550 (F.T.210
en T326-883),waar als kinderen worden genoemd Goffe,George (=Jurjen) en Imck.
Zie ook GJB 1994-29.
4 Here van Hottinga, geboren ca. 1500,
overleden na 1550 (?)
Hero Hottinga was op 31-8-1517
student te Leuven.
Hij was pastoor te Franeker en uit
zijn testamenten blijkt dat hij meerdere onechte kinderen had bij zijn
huisvrouw Tryn.
HvF 16481-624 d.d.30-1-1537:Hero als
pastoor te Franeker procedeert mede namens zijn broers en zusters.
Hij testeerde te Franeker op
12-9-1540 (F.T.160).Hero wil begraven worden te Franeker in de Sint
Martinuskerk. Erfgenamen van de goederen hem aangekomen van zijn neef Haring
Douwezn Harinxma worden de kinderen van zijn broer, de kinderen van zijn zuster
Haringh en zijn nog in leven zijnde zuster Jel. Verder erven ook zijn huisvrouw
Tryn en later hun kinderen.
Executeurs en voormonden over zijn
kinderen: Sybren Sipkes, prebendaris Franeker en Winandt Wllems, advocaat HvF.
Hero testeerde ook op 27-2-1541
(F.T.166). Het eerste testament blijft van kracht, maar zijn vrouw Tryn erft
het huis dat hij heeft gekocht en later is het voor de kinderen.
Wynandt Willems is overleden en is
vervangen door Dominicus van Boetnya (Douwe van Btnia).
Here wordt genoemd in het testament
van zijn zwager Sybrant van Roorda (F.T.210 d.d.17-9-1550).
Here had een buitenechtelijke relatie met Tryn N.., overleden na 1541
5 ?Seerp
van Hottinga,
Seerp wordt niet vermeld in het
Burmaniaboek, wel in de genealogie volgens AvC.
In 1498 wordt “Seerp Hottingahuys
toe Pietersbierum” door de Vetkopers geplunderd.
Noomen, CD Stinzen: Seerp is in de
Hottinga-genealogie niet te plaatsen en vermoedelijk betreft het Seerp Osinga.
Hij zal daar met de naam Hottinga vermeld zijn, omdat het toentertijd zijn
woonplaats was ? Zijn vrouw Foeck Janckedr Douwama woonde in 1511 te
Pietersbierum. Ook later is “Hottinga” te Pietersbierum in bezit van de Osinga’s.
6 ?George
van Hottinga, overleden na 1510
Op
28-6-1510 is George Heronis Hottinga student te Keulen.
7 Syth van Hottinga, overleden na 1510.
In 1510 non te Staveren (F.T.77).
8 Ansck van Hottinga, overleden na 1510.
Non te Staveren in 1510 (F.T.77).
9 ?Douwe
van Hottinga
Deze Douwe wordt alleen vermeld in de genealogie HS Doys.
10 ? N.
van Hottinga, overleden 1496, begraven Wommels ,onduidelijk grafschrift.
IV-b Juw van Hottinga, ,ook Julius, geboren
ca.1460, overleden 1494/1495, begraven Franeker, zoon van Jarich van Hottinga (III) en Swob
Douwesdr van Sjaerda.
Julius Hottinga is op 24-5-1476
student te Keulen, gelijk met zijn broer Hero.
Uit het testament van zijn vader uit
1475 blijkt dat hij priester zou worden en inkomsten zou krijgen uit het bezit
te Kee.
Zijn huwelijk zou blijken uit een
charter van 1486.Hij nam het beheer over van de bezittingen in Franeker.
OFO IV-75 d.d.28-6-1487:genoemd als
meester Juw Hottinga.
Pax-39 d.d.28-2-1487:genoemd als
onderhandelaar met Groningen.
OFO II-183 d.d.28-6-1492;hij sluit
namens Franeker een verbond met Leeuwarden.
OFO II-184 d.d.5-7-1492:een
schrijven van Juw en Bocke Harinxma.
Pax-68 d.d.10-10-1492: Juw sluit met
anderen een verbond met Groningen.Als zijn broers worden dan genoemd Here en
Jarich.
Pax-98 d.d.27-8-1493:hij vraagt
Groningen om Worp Keimpes van Unia en Doecke van Martena te laten gaan en ook
om zijn meiers te Deersum en zijn zwager Juw van Dekema geen kwaad te doen.
OFO II-190 d.d.23-10-1494: bij een
overeenkomst tussen Franeker en Bolsward worden van de Hottinga's genoemd
Juw,Hero,Jarich Jarichs en Symen Hottinga (Symen is onbekend in de genealogie).
Volgens het
"Dootboeck",GEN 742,zou Juw zijn overleden in 1494.
Mr Juws zonen worden genoemd in het
testament uit 1510 van grootmoeder Edwar Sjaerda; hij heeft dan in ieder geval
een zoon Sicke en 2 dochters.
Bij R.v.A.1511 is er bezit te
Franeker voor zalige meester Juw Hottinga kinderen.Juw was ook in bezit van “
Oedsinga” te Dronrijp.
Juw was gehuwd met
His Keimpes van Unia,
overleden v 1511, dochter van Keimpe
Feyckes van Unia en Frouck van Amama.
Zij zou nog hertrouwd zijn met Hette
van Dekema.
Uit het huwelijk van Juw en His:
1 Ynts van Hottinga.
Non in klooster Bethlehem.
2 Anna van Hottinga.
Non in klooster Bethlehem.
3 Foockel van Hottinga, overleden 23 mrt
1546, begraven Franeker ,grafschrift.
RvA 1511:vermeld met bezit te
Nijland (dan nog niet getrouwd?).
Foockel was gehuwd met Juw van
Botnia, ,ook Julius, overleden 13 mei 1538, begraven Franeker ,grafschrift,
zoon van Fecke van Botnia en Ayl van Juwsma.
Hoofdeling te Marrum in 1491.
Op 5-1-1505 op de lijst van Friese
edelen (T342-05,62).
Grietman van Ferwerderadeel (genoemd
1510,1514,1517,1524).
Raadsheer bij het Hof van Friesland
1521-1538.
HvF 16481-606 d.d.20-12-1536:Sicke
Cammingha contra Julius Botnia en zijn schoonzuster Anna voor de kinderen bij
Sicke Hottinga.
Bij RvA 1511 met bezit te Hallum en
Marrum.
Bij RvA 1540 hebben zijn erfgenamen
bezit te Hallum en Marrum.
Er was een familiebeker (Fries
zilver,Friesch Museum) met daarop zijn overlijdensdatum 12-5-1538,de
geboortedatum van de naar hem genoemde kleinzoon 23-4-1540 en het sterfjaar
1542 van zoon Dominicus.
Zie verder GJB 1998-139.
4 Ansck van Hottinga.
Non in klooster Bethlehem.
5 Sicke van Hottinga, volgt onder V-c.
6 Keimpe van Hottinga, overleden 1535,
begraven Nijland ,grafschrift.
Hij was pastoor te Nijland vanaf
1511.
IV-c Jarich (Epe) van Hottinga, overleden
Rome 1500, zoon van Jarich van Hottinga
(III) en Swob Douwesdr van Sjaerda.
Als zijn vader testeert in 1475
wordt hij nog Epe genoemd.Hij verkrijgt bezittingen te Franeker
(o.a.Hottingahuis).
Hij staat bekend als Schieringer te
Franeker en wordt in 1492 genoemd bij de verdediging van Franeker tegen de
Groningers (GsvD,100).
Pax-68 d.d.10-10-1492: hij sluit met
zijn broers een verdrag met Groningen.
Pax-135,136
d.d.4-4-1496,15-4-1496:Jarich en Here zoeken namens Franeker aansluiting bij
Groningen.
Pax-198 d.d.12-11-1496:hij tekent
met zijn broer Here en anderen een verdrag met Groningen,Leeuwarden en Dokkum.
Pax-204 d.d.27-6-1497:Jarich
Hottinga,recht en raad van Franeker,stuurt een brief aan de zoenlieden over het
geschil tussen Groningen en Westergo.
Op 30-4-1498 erkent hij met zijn
broer Here en anderen het gezag van
Albrecht van Saksen en zegelt de overeenkomst.
H.v.R.onder nr.12: raadsheer bij het
in 1499 opgerichte Hof van Friesland vanaf zijn aanstelling op 25-7-1499 tot
zijn dood het jaar daarop.
Tijdens de opstand in 1500 met zijn
broer Here op pelgrimsreis naar Rome,waar hij overleed.
Op 5-1-1505 staan Jarich Hottinga kinderen op de lijst van edelen uit
Wymbritseradeel.
Jarich was gehuwd (1) met His Wybesma.
Uit dit huwelijk:
1 Frouck van Hottinga, overleden na 12
aug 1559, in 1566 ?, begraven Franeker ,grafschrift foute sterfdatum
Zij wordt genoemd als dochter van
Jarich te Nijland in het testament van haar overgrootmoeder Edwer in 1510 en
van haar grootmoeder Swob in 1518.
HvF 16481-805 d.d.20-12-1537:Frouck
als weduwe van Tjalling Botnia contra Minne Eminga.
Bij RvA 1540 is het bezit van haar
man te Hallum deels op haar naam en deels voor de erfgenamen.
Het bezit te Blija van haar man is
bij RvA 1540 voor de erfgenamen en voor Frouck Rennerts weduwe (wie is dit ?).
Frouck erft in/na 1543 van haar
kleinkinderen (GJB 1998-139).
T344-661:uittreksel recesboek
Hennaarderadeel d.d.5-6-1554 van een borgstelling voor Vrouck van Hottinga,
weduwe Tzalingh van Bottnya.
T344-662: akte van reversaal door
Jacob Evertsz c.ux. (Franeker 8-5-1559) en Stoffel Lywesz c.ux. (Franeker
9-5-1559) wegens koop van een huis en molen te Franeker met cessie van een deel
der schuld aan Frouck Hottinga, weduwe Bottinga.
T344-663/HEN 38-58: op 12-8-1559
koopt Frouck van Hottinga, weduwe Tzaling van Bottnye te Franeker, ruim 22 pm
land te Kubaard voor de twee jongste kleinkinderen van Syds Bottnye. Haar man
was in leven voogd over deze kinderen.
In 1559 (?) is sprake van onenigheid
over haar testament (GJB 1998-140).
Het grafschrift te Franeker met
sterfdatum 7-11-1493 is dus fout, maar 7 november (Sint Willibrordusdag) lijkt
wel goed. Hessel de Walle vond in een andere bron dat ze was overleden MCCCC[
CLX]VI op Sinte Wilbordsdach.(7-11-1566
?)
Frouck was gehuwd met Tjalling van
Botnia, ,ook Jeppema, overleden 4 nov 1533, begraven Franeker ,grafschrift,
zoon van Syds van Botnia, ,ook Syds
Tjaerda en Ansck Jeppesdr van Jeppema.
Raadsheer bij het Hof van Friesland
1515-1533.
Op 5-1-1505 op de lijst van Friese
edelen als Tzalingh Bottinga toe Jeppema (T342-05,62).
Als grietman Jeppema van
Ferwerderadeel genoemd in 1505 in OFO IV-145,146,148;in 1508,1509 als Botinga
in OFO IV-173,184,185,186.
Bij RvA 1511 als Tjalling Jeppema en
als Tjalling Sydses Bottinga van Marrum,met veel bezit,o.a.ook te
Hallum,Blija,Genum,Hantum en Ee.
Grietman van Hennaarderadeel
(1513,1514) en grietman van Franekeradeel (1517/1533).
Zie verder uitvoerig GJB 1998-138.
Tjalling was weduwnaar van Ansck
Sydsdr van Scheltinga, afkomstig uit Huizum, dochter van Syds Scheltes van Scheltinga en Syts Hommesdr van Oedtsma.
Jarich was gehuwd (2) met Agatha Hesselsdr van
Feytsma, overleden 25 mei 1567, begraven Goutum ,opschrift, dochter van Hessel Jelgers van Feytsma en His Gerroltsdr van Herema.
Bij RvA 1540 met bezit te Huizum,dat
in 1511 op naam stond van haar moeder His Jelgers.
Zie grafschriften Roorda IV-128.
Agatha was later gehuwd met Sjuck van
Eminga, overleden 1541, begraven Goutum ,grafschrift, zoon van Minne van Eminga en Tjemck van Cammingha.
V-a Jarich van Hottinga, overleden
1528/1541, zoon van Here van Hottinga
(IV-a) en Tjets Haringsdr van Harinxma.
Hij was in 1515 bij de 60
edellieden,die de eed aan Karel V aflegden bij diens inhuldiging als Jarich
Heroz Hottinga (Thabor) en als Jarich Hottingha (Winsemius).
Hij wordt in 1521 genoemd op
Hottingastate te Nijland.
Aangesteld als grietman van
Hennaarderadeel op 11-10-1524 en genoemd als zodanig t.e.m.1528.
In 1540 erven zijn kinderen van hun oom Hero, pastoor te Franeker
(F.T.160).
In 1550 als overleden vermeld in het
testament van zijn zwager Sybrant van Roorda (17-9-1550).
Jarich was
gehuwd met Eelck Gales van Heslinga,
overleden 1545, waarschijnlijk dochter van Gale
van Heslinga.
Uit dit huwelijk:
1 Here van Hottinga, volgt onder VI-a.
2 Douwe van Hottinga, volgt onder VI-b.
3 Jarich van Hottinga.
Hij is jong overleden.
4 Magdalena van Hottinga, overleden 1555
,volgens grafzerk, begraven Leiden.
Grafzerk zie de Vrije Fries XXIII.
Magdalena was gehuwd met Jan van
Adrichem, overleden 1572 ,volgens grafzerk, begraven Leiden.
Zoon van Jarich bij een onbekende vrouw:
5 misschien Sybrant van Hottinga, overleden Groningen 1584, begraven aldaar.
Aangesteld in 1554 als grietman van
Schotingerland en als zodanig genoemd in 1566 en 1575.
In 1580 met zijn vrouw als balling
buiten Friesland (C.E.).
HvF 16703-210 d.d.1589:Maria van
Naerden als weduwe van Sybrant Hottinga.
De afstamming is onzeker,maar hij
heeft een zoon Jarich.Zie ook GJB 2000-7,8.
Sybrant was gehuwd met Maycke van
Naerden, ,ook Maria, overleden 12 sep 1600, begraven Leeuwarden
,grafschrift, mogelijk dochter van Maerten van Naerden
Zij testeerde op 17-4-1594
(T323-25). In het testament worden haar zusters Margaretha, Agneeta en Drothea
genoemd. Zij erven ieder voor een kwart en het laatste kwart is voor de
kinderen van haar reeds overleden zusterMachteld. De kinderen Lolck en Jarich
erven niet en zullen dus niet haar kinderen zijn.
Zie ook GJB 2000-8.
Zijn kinderen bij een onbekende vrouw:
b Jarich
Hottinga
Zijn zoon zou kunnen zijn Sybrant
van Hottinga,aangesteld als vaandrig op 25-5-1621.
Het is vermoedelijk deze Sybrant,
die in 1594 in het testament van Maria van Naerden wordt bedacht met een klein
legaat van 20 cg. Zie GJB 2000-8.
V-b Sicke van Hottinga, overleden 5 aug
1535 *, begraven Dronrijp ,grafschrift, zoon van Juw van Hottinga, ,ook Julius (IV-b) en His Keimpes van Unia.
In 1529 blijkt Sicke in bezit te
zijn van “ Oedsinga” te Dronrijp, in 1543 op naam van zijn weduwe Anna van
Eelsma.
Hij was krankzinnig en werd daarom
in 1532 te Dronrijp in verzekerde bewaring gesteld (SFA).
Zijn kwartieren
Kee,Hottinga,Unia,Ammama (zie Grafschriften IV-73,74) slaan op de grootouders
Jarich van Kee/Hottinga x ………. en Keimpe van Unia x Frouck van Ammama.
Sicke was gehuwd met
Anna Rippertsdr van Eelsma,
overleden 1 apr 1570, begraven Leeuwarden,St.Vituskerk ,grafschrift, dochter van Rippert van Elingsma en Catharina van Eelsma
RvA 1511:wonende te Dronrijp heeft
ze bezit te Wynaldum en Sexbierum.
HvF 16481-606 d.d.20-12-1536:Sicke
Cammingha procedeert tegen haar en haar zwager Julius Botnia,opkomende voor
haar kinderen bij Sicke Hottinga.
Zie Grafschriften IV-73,74:op de in
1933 opgedoken zerk van haar en haar man de wapens Hottinga-Eelsma en 4
kwartieren Hottinga-Unia en Eelsma-Mauritsma.
Uit dit huwelijk:
1 Tryn van Hottinga, overleden 29 aug
1575, begraven Leeuwarden,Oldehove ,grafschrift.
Tryn is getrouwd 1542 met Tiete van
Cammingha, overleden 15 nov 1552, begraven Leeuwarden,Oldehove
,grafschrift, zoon van Wytze van
Cammingha en Rints Fransdr van
Minnema.
Het bezit “ Oedsinga” te Dronrijp
kwam via haar aan de Cammingha’s.
Zie voor Tryn als weduwe van Tiete
HvF 16696-240 d.d.1576.
2 Keimpe van Hottinga, overleden 1 nov
1552 *, begraven Weidum.
? Als Salvius Hottinga op 4-8-1539
student te Leuven.
? Als Salvius van Hottinga eerst
pastoor te Wirdum en later te Weidum.
VI-a Here van Hottinga, overleden 1544, zoon
van Jarich van Hottinga (V-a) en Eelck Gales van Heslinga.
Hero Hottinga was op 22-4-1539 student te Leuven.
Here was gehuwd met
Foockel van Martena,
overleden na 1553, voor 1580, dochter van Hessel
van Martena en Both van Hottinga.
Foockel was de jongste dochter van
Hessel van Martena.
Foockel was weduwe van Hans van
Oosthem.
Foockel trouwde in 1553 voor de
derde maal met een Nanning (dit
en de bron met dank aan de heer Jan van den Berg)
Archief Leiden index huw.voorw.,
rechterlijk archief nr.76b: op 5-8-1553 Paedts Vranckenz (Nanning) en
Jvr.Foockel van Martena (nr.219-52v).
Deze Nanning of Nanne hertrouwde in
1580 met Jvr. Erkenraet van Lodesteyn en wordt in 1581 weer vermeld in het
bev.register van Leiden; Nanning overleed in 1604.
Foockel was blijkbaar veel ouder dan
Nanning en het huwelijk was kinderloos.
Uit het huwelijk van Here en Foockel:
1 Berber Heresdr van Hottinga, overleden
26 sep 1572 *, begraven Cornjum ,grafschrift.
Berber was gehuwd met Laes van Douma,
overleden 21 aug 1576 *, begraven Cornjum ,grafschrift, zoon van Jancke van Douma en Mary van Burmania.
HvF 16698-342 d.d.1580: haar zwager
Erasmus van Douma is voogd over hun weeskinderen.
VI-b Douwe van Hottinga, zoon van Jarich van Hottinga (V-a) en Eelck Gales van Heslinga.
Olderman van Bolsward.
HvF 16709-44 d.d.20-5-1609: zijn zoons Johan en Here contra de andere kinderen Tieth (voor haar de echtgenoot Anthonius van Hettinga, Idscke (weduwe Tjalling van Sixma), Anna en Douwe en contra Frans van Humalda voor zijn kinderen bij Tyemck van Hottinga (lees Tjemck van Osinga).
Tjemck was de dochter van Eelck van Hottinga en Seerp van Osinga en dus een kleindochter van Douwe.
Douwe was gehuwd met
Luts van Herema, overleden
20-10-1604 (?)*, dochter van Johan van
Herema en Syts Goslicksdr van Juwinga,
,ook Jongema.
Misschien overleden als Luts van
Hottinga op 20-10-1604 (zie het “Dootboeck”,GEN 742).
Uit dit huwelijk:
1 Eelck Douwesdr van Hottinga, overleden
11 feb 1608 *
Eelck was gehuwd met Seerp van
Osinga, overleden 25 nov 1589, begraven Schettens, zoon van Jancke van Osinga en Tjemck van Humalda.
Zie voor haar als weduwe van Seerp
van Osinga HvF 16704-88 d.d.27-6-1590.
2 Johan van Hottinga, volgt onder VII-a.
3 Tieth Douwesdr van Hottinga, overleden
na 1627, begraven Warga.
Tieth was gehuwd met Anthonius van
Hettinga, overleden 1630 *, begraven Warga, zoon van Tiete Epes van Hettinga en Hylck
van Galama.
HvF 16702-247 d.d.1587 en HvF
16703-9 d.d.1588:Thonis van Hettinga te Leeuwarden,erfgenaam van Epe van
Galema,voor zichzelf en voor zijn mede-erfgenamen.
Registratieboek IDA d.d.1619 en
1622: Anthonis Hettinga en Tiedt Hottinga,echtelieden te Warga,hebben veel
schulden.
Registratieboek IDA d.d.1627:
Anthonis Hettinga,voorheen raad ter admiraliteit, en Tieth Hottinga te
Warga,hebben een schuld van 1000 g.g. aan Sybrant Keimpes Jorna te Warga.
Op 22-7-1628 doet Antonius van
Hettinga afrekening van bewind (N.T.14.31).
De
initialen van hem en van zijn vrouw op een lepel,gevonden in de terp bij Warga
(Walle,6599).
4
Idscke Douwesdr van Hottinga, overleden 4 mrt 1619, begraven Minnertsga
,grafschrift.
HvF 16706-227 d.d.15-10-1603: contra Idske van Hottinga, zij als weduwe van wijlen Tjalling van Sixma,grietman Barradeel, voor haarzelf en haar kinderen.
Idscke was gehuwd met Tjalling van
Sixma, overleden 1 jul 1599, begraven Minnertsga ,grafschrift, zoon van Douwe van Sixma.
Hij was grietman van Barradeel
1580-1599.
5 Here van Hottinga, volgt onder VII-b.
6 Douwe van Hottinga, overleden na 1638
(?)
Vermoedelijk op 14-8-1592 student te
Franeker en op 8-6-1594 en 10-9-1596 te Leiden
Hij woonde in 1606 met zijn vrouw te
Franeker en zij kopen de state Offenhuizen (GJB 2001-113)..
HvF 16708-30,517 d.d.4-12-1606 en
3-12-1608 : contra Douwe van Hottinga als man en voogd van Habel van
Offenhuizen.
In 1612 met zijn vrouw genoemd bij
koop van een rente uit een sate te Achlum (GJB 2001-123).
Julius Domincus Hottingha wordt als
tweede man van Habel van Offenhuysen vermeld op de klok van Achlum uit 1622.
Ook genoemd in HvF 16681
d.d.14-2-1638 met dochter Riem en haar man.
Douwe was gehuwd met Habel
Frederiksdr van Offenhusen, overleden 9 feb 1630 *.
Habel was weduwe van Hessel Jelgers
van Feytsma, overleden 10 jan 1585, begraven Huizum ,grafschrift, zoon van Jelger Hessels van Feytsma en Claer van Eminga.
7 Jarich van Hottinga., vermeld als
kapitein en vermoedelijk jong overleden.
8 Auck van Hottinga., vermoedelijk jong
overleden.
9 Anna Douwesdr van Hottinga, overleden
1638.
In 1638 is er voor haar als weduwe
inventarisatie van haar eigendommen uit de boedel.Zie GJB 1969-19.
Anna was gehuwd met Doecke van
Hettinga, overleden 14 dec 1632, zoon van Taecke van Hettinga en Neelcke
N..
Hij woonde met zijn vrouw op
Hettingastate te Jorwerd. Zie GJB 1969-19.
VII-a Johan van Hottinga, overleden 16 mrt
1610 *, zoon van Douwe van Hottinga
(VI-b) en Luts van Herema.
Grietman van Barradeel 1600-1610.
Hij woonde op Eelsmastate onder
Sexbierum en wordt daar al met zijn vrouw vermeld in 1585 (HvF 16701-177
d.d.1585).
HvF d.d. 11-2-1607: Julius van
Botnia contra Johan van Hottinga.
Johan is getrouwd ± 1585 met Catharina Wygersdr van
Eelsma, geboren n 1566, overleden na 1623, dochter van Wyger Ripperts van Eelsma en Doutzen
Douwesdr van Douma.
HvF 16703-297 d.d.1589: Tryn van
Eelsma met haar zuster Anna.
T347-931:Catharina van Eelsma,weduwe
Johan Hottinga,te Sexbierum, juni 1623.
Uit het huwelijk van Johan en Catharina:
1 Douwe van Hottinga, volgt onder VIII-a.
2 Wyger van Hottinga,
Wyger is getrouwd 10 apr 1631 ,3e pr.Sexbierum 10-4-1631 met Luts van Scheltema, ,ook Lucia,
afkomstig uit Bornwerd, dochter van Syds
van Scheltema en Tjemck van Aylva.
Luts was weduwe van haar neef Syds
van Roorda, ,ook Sixtus, geboren ± 1568, overleden 28 feb 1617 ,in het 49e
jaar, begraven Augsbuurt/Kollum, zoon van Wybren
van Roorda en Tieth Scheltesdr van
Scheltema.
Luts was weduwe van Sybren van Osinga,
geboren ± 1563, overleden 4 nov 1623 *,60 jaar, begraven Schettens
,grafschrift, zoon van Jancke van
Osinga en Tjemck van Humalda.
Wyger en Luts hadden geen kinderen.
3 Doutje van Hottinga, afkomstig uit Sexbierum in 1622, overleden na
1660
Op de lidmatenlijst van Sexbierum
1620/1621 en met haar man op de ledenlijst van Sneek.
Uit het huwelijk worden te Sexbierum
kinderen gedoopt 1623/1628 en in 1633 een dochter Catharina te Sneek.
Zij vertrekt 1645 met haar man naar
Amsterdam en leefde nog in 1660 (FRR 138-333 e.v.,boedelscheiding Catharina
Schotanus van Rinckema, informatie van de heer P.Nieuwland).
Doutje is getrouwd Wynaldum 19 mei 1622 met Ds Wilhelmus Schotanus Rinckema, overleden 15 dec 1666.
Hij was predikant;beroepen te Wons
27-11-1615;predikant te Sexbierum 11-6-1621;naar Sneek nov.1628;naar Amsterdam
20-7-1645;em.pred. 20-3-1664.
Hij overleed in Friesland.
VII-b Here van Hottinga, overleden 25 apr
1613 *, begraven Franeker, zoon van Douwe
van Hottinga (VI-b) en Luts van
Herema.
Hero Hottinga is op 10-6-1577
student te Keulen.
HvF d.d.19-11-1612: Hero van
Hottinga en Johan van Herema als curatoren over Hessel van Herema.
Zijn naam en die van zijn vrouw in
1627 op een kerkklok van Tzum.
Here was gehuwd met
Anna Wygersdr van Eelsma,
overleden 24 feb 1626 *, begraven Tzum, dochter van Wyger Ripperts van Eelsma en Doutzen
Douwesdr van Douma.
HvF 16703-297 d.d.1589:Anna van
Eelsma met haar zuster Tryn.
Zij verkoopt in 1614 Heslingastate
onder Marssum.
Uit dit huwelijk:
1 Wyger van Hottinga, volgt onder VIII-b.
2 Doutje van Hottinga, overleden 10 feb
1627, begraven Tzum *.
3 waarschijnlijk
Douwe van Hottinga, overleden 1625,
begraven Tzum *.
Volgens het
"Dootboeck",GEN 742,als vaandrig overleden.
4 Jarich van Hottinga, volgt onder
VIII-c.
5 Luts van Hottinga, overleden 8 jan
1648, begraven Mantgum ,grafschrift.
Luts is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 28 jul 1638 ,gerecht en getrouwd
aldaar 19 aug 1638 met Reynier Hoppers,
overleden 13 sep 1666, zoon van Jochem
Hoppers en Fedt Bockesdr van Wiarda.
Bij huwelijk in 1638 uit Hoxwier bij
Mantgum.
Reynier was weduwnaar van His van
Galama, overleden 12 jan 1634, begraven Mantgum ,grafschrift, dochter van Gale van Galama en Cnier Tietesdr van Hettinga.
VII-c N.
van Hottinga , misschien uit het nageslacht van pastoor Here van Hottinga
(zie IV-a-4)
Zijn zonen bij een onbekende vrouw:
1 waarschijnlijk
Here van Hottinga, geboren ± 1572,
volgt onder VIII-d
2 waarschijnlijk
Sybren van Hottinga.
Volgens het Burmaniaboek was Sybren kapitein in het leger.
VIII-a Douwe van Hottinga, overleden 29 jul
1662, begraven Sexbierum, zoon van Johan
van Hottinga (VII-a) en Catharina
Wygersdr van Eelsma.
Dominicus Hottinga is in 1600
student te Orleans. In 1606 student te Franeker ?
Grietman van Barradeel vanaf 1610
tot 1661.
HvF d.d.20-12-1633:Douwe van
Hottinga contra zijn zwager Douwe van Sixma.
Als grietman van Barradeel in 1640
bezitter van Lidlum stem1, Minnertsga stem 13, Tzummarum stem 3,5 en 23,
Sexbierum stem 13,24 en 27.
In 1640 ook eigenaar van “Elgersma”
Boer stem 1, 103 pm en eigenaar van “Heerma” Tzum stem 1, 80 pm.
In 1642 behoort grietman Douwe van
Hottinga met zijn vrouw Syts van Sixma, wonende op Hottingastate te Sexbierum,
tot de genodigden voor het gastmaal na het overlijden van Jarich van Liauckema
te Sexbierum.
T319-826 (ongedateerd): zijn nog
levende kinderen Idscke,Catharina en Johanna verdelen de nalatenschap.
Douwe was gehuwd met zijn nicht Syts Tjallingsdr van Sixma,
overleden Sexbierum na 1642, dochter van Tjalling
van Sixma en Idscke Douwesdr van
Hottinga.
Uit dit huwelijk:
1 Idscke van Hottinga, geboren 1616,
overleden 1616 ,op 3-10-1616, oud .. weken, begraven Leeuwarden ,grafschrift.
2 Johan van Hottinga, gedoopt Sexbierum
20 mei 1619, overleden 1619/1620.
3 Johan van Hottinga, gedoopt Sexbierum
26 nov 1620, overleden 1620/1623.
4 Idscke van Hottinga, gedoopt Sexbierum
16 dec 1621, overleden 1621/1624.
5 Johan van Hottinga, gedoopt Sexbierum
15 mei 1623, overleden 1623/1626.
6 Idscke van Hottinga, gedoopt Sexbierum
15 aug 1624, overleden 1624/1627.
7 Johan van Hottinga, gedoopt Sexbierum 1
jan 1626, overleden 1626/1630.
8 Idscke van Hottinga, gedoopt Sexbierum
25 feb 1627, overleden 1627/1628.
9 Idscke van Hottinga, gedoopt Sexbierum
25 mei 1628, overleden Wommels in/na 1682.
Zij staat in 1679 met haar man op de lidmatenlijst te Wommels.
Idscke wordt nog met haar man genoemd te Wommels bij koop van een rente uit de sate Rien onder Lutkewierum (HEN 47 d.d.3-5-1682).
Idscke is in ondertrouw gegaan Wommels 1 jun 1651 en getrouwd Sexbierum 15
jun 1651 met Oene Sirtema van Grovestins,
overleden n 1686, begraven Kubaard ,grafschrift, zoon van Idzart van Grovestins en Franscke
van Jongema.
Hij woonde te Wommels,was eerst
kapitein,werd op 22-1-1647 aangesteld tot grietman van Hennaarderadeel.
Op 3-9-1648 geloofsbelijdenis te
Wommels en daar op de ledenlijst in 1679 en 1686 (daarna vertrek naar
Leeuwarden).
In 1671 deed hij afstand als
grietman t.b.v.zijn zoon.
MEN 72-37v,38 d.d.25-4-1667:hij
wordt voogd over Franscke en Jetscke,de dochters van zijn overleden broer
Sicco.
Hij was ook kerkvoogd te Kubaard.
10 Johan van Hottinga, gedoopt Sexbierum 3
jan 1630,vermoedelijk jong overleden.
11 Catharina van Hottinga, gedoopt
Sexbierum 24 apr 1631, overleden 16 jan 1675.
Haar sterfdatum op een rouwbord in
de kerk van Ee.
Catharina is getrouwd Sexbierum 18 jan 1657 met Sjuck Aebinga van Humalda, overleden 19 apr 1679, begraven Ee, zoon
van Frans van Humalda en Ebel van Meckema.
Hij woonde op Humaldastate te Ee en
testeerde daar op 13-4-1679.
Zie verder GJB 1988-81 en
N.O.II-296.
Sjuck is later in ondertrouw gegaan Ee 13 jan 1677 met Deytzen van Roorda, afkomstig uit Dronrijp, geboren ± 1645,
overleden Hennaard 8 mei 1702 ,57 jaar, begraven Dronrijp, dochter van Binnert van Roorda en Bauck Laesdr van Glins.
12 Johanna van Hottinga, gedoopt Sexbierum
28 okt 1632, overleden 1632/1635.
13 Johanna van Hottinga, gedoopt Sexbierum
2 feb 1635, overleden n 3 aug 1674.
Bij huwelijk in 1659 uit Sexbierum.
Zij testeerde als weduwe te Franeker
op 3-8-1674 (EEE 5-310v/311v,geregistreerd 5-12-1690).
Johanna is getrouwd Sexbierum 17 jul 1659 met Douwe van Walta, afkomstig uit Herbayum in 1659, overleden v 1674,
zoon van Tjaert Holdinga van Walta en
Foockel Hobbesdr van Waltinga.
Hij erfde in 1652 Sickemastate te
Herbayum van zijn oom Andries van Waltinga en woonde daar na overlijden van
zijn moeder.
Hij was grietman van Barradeel,benoemd
19-3-1661.
Zie ook GJB 1998-103.
14 Luts van Hottinga, gedoopt Sexbierum 31
okt 1641,vermoedelijk jong overleden.
VIII-b Wyger van Hottinga, overleden na 1641,
zoon van Here van Hottinga (VII-b) en
Anna Wygersdr van Eelsma.
HEN K11-299: Hij wordt met broer
Jarich en zuster Luts genoemd bij verkoop in 1639 (GJB 2001-123).
Hij noemde zich Eelsma van Hottinga
en was in 1641 kapitein in het leger (HvF 8-6-1641).
Wyger is getrouwd Sexbierum 19 sep 1641 met Wick
van Dyxtra, dochter van Sicke
Ritsckes van Dyxtra en Frouck van
Galama.
Wick was weduwe van Jochem van Riscken.
Uit het huwelijk van Wyger en
Wick:
1
Catharina van Hottinga.,overleden na 1670
Zij noemde zich Catharina Lucia
Eelsma van Hottinga.
Catharina is getrouwd Workum 18 jan 1663 met Frederick van Inthiema., overleden na 17 okt 1686, zoon van Reynolt van Inthiema en Hylck van Galama.
Hij was eerder getrouwd in 1647 te
Sexbierum met Maria van Rinia.
Frederick testeerde 17-10-1686.
VIII-c Jarich van Hottinga, overleden voor
1655, zoon van Here van Hottinga
(VII-b) en Anna Wygersdr van Eelsma.
Jarich Hottinga is op 23-8-1625
student te Franeker en op 13-9-1626 te Groningen.
Bij huwelijk in 1630 luitenant en
later kapitein bij het regiment Nassau.
Zijn
gezin woonde te Tzum en in 1640 is hij eigenaar van Tzum stem 51, 93 pm.
Jarich is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 23 jan 1630
,gerecht en getrouwd aldaar 18 feb 1630 met
Doedt van Idzerda, overleden
Tzum 28 sep 1676, dochter van Meynert van
Idzerda en His van Harinxma.
Zij doet als weduwe belijdenis te
Tzum op 11-11-1655 en staat daar op de lidmatenlijst 1659/1675 met vermelding
van overlijden op 28-9-1676.
Uit dit huwelijk:
1 Hisck van Hottinga, overleden Tzum 25
nov 1692, begraven Jelsum 8 dec 1692.
Zij was niet getrouwd en deed op
20-6-1658 belijdenis te Tzum.
Ze staat daar op de ledenlijst
1659/1685.
2 Anna van Hottinga, overleden n 28 jul
1704.
Lidmaat te Tzum na belijdenis op
1-4-1670 en daar op de ledenlijst 1671,1675.
Als lidmaat naar Jelsum Pasen
1689;als weduwe ingekomen te Tzum op 10-11-1695 en vermeld als lidmaat in 1700
en overleden aldaar op 15-1-1706.
T347-992: zij testeerde op 28-4-1704
te Tzum als weduwe van Orck van Doyem (EEE6-365/368 d.d.3-4-1706).
Erfgename wordt de oudste dochter
van Sjuck Tjaert van Burmania,grietman van Menaldumadeel.
Anna is in ondertrouw gegaan Franeker 23 nov 1679 ,gerecht, en getrouwd
Herbayum 14 dec 1679 met Orck van Doyem,
geboren Leeuwarden 15 apr 1646, overleden v 10 nov 1695, zoon van Orck van Doyem en Luts van Herema.
T326-256:hij testeerde met zijn
eerste vrouw op 30-11-1669.
Bij zijn tweede huwelijk in 1679
afkomstig uit Tzum.
Orck is eerder getrouwd Anjum nov 1669 ,21-11-1669 att.Leeuwarden met Anna Susanna van Schwartzenberg, geboren
22 jul 1637, overleden 22 feb 1675.
3 Magdalena van Hottinga, overleden Tzum
6 dec 1688.
Zij was niet getrouwd en staat op de
ledenlijst van Tzum 1684/1685 met vermelding van overlijden op 6-12-1688.
4 Dominica van Hottinga.
VIII-d Here van Hottinga, geboren ± 1572, overleden
Dokkum 24 aug 1625, begraven aldaar ,grafschrift, zoon van N.van Hottinga (VII-c)
Zijn afstamming is onzeker.
Op 17-4-1588 ingeschreven te
Franeker als Hero ab Hottinga, student rechten en vermoedelijk op 8-6-1594 als
student te Leiden.
Dr.Hero van Hottinga woonde met zijn
gezin in Dokkum en was daar raad en advocaat van het College ter Admiraliteit.
Ook burgemeester van Dokkum (1606).
Here is getrouwd Leeuwarden 4 okt 1606 met Johanna
Gerbrantsdr van Ornia, geboren 7 mei 1584, overleden Dokkum 18 okt 1641 ,57
jaar,5 maanden en 11 dagen, begraven aldaar ,grafschrift.
Uit dit huwelijk:
1 Gerbrant van Hottinga, geboren ± 1610,
volgt onder IX-a
2 Douwe van Hottinga, geboren 28 sep 1613
(?), gedoopt Dokkum 20 apr 1614, overleden aldaar 24 sep 1620 ,7 jaar min 4
dagen, begraven aldaar ,grafschrift.
3 Tietske van Hottinga, gedoopt Dokkum 28
jul 1619.
4 Douwe van Hottinga, gedoopt Dokkum 14
feb 1621, overleden 1621/1622.
5 Douwe van Hottinga, gedoopt 5 mei 1622,
volgt onder IX-b
IX-a Gerbrant van Hottinga, geboren ± 1610,
overleden n 1642, zoon van Here van
Hottinga (VIII-d) en Johanna
Gerbrantsdr van Ornia.
Als Gerbrandus Hottinga op 23-8-1625
student te Franeker.
In 1635 als burgemeester in de
magistraat van Dokkum (GsvD,185).
Gerbrant is in ondertrouw gegaan Dokkum 17 mrt 1637
,gerecht met Anna Paulusdr van Gemmenich.
Bij trouwen in 1637 uit Franeker.
Uit dit huwelijk:
1 Paulus van Hottinga, gedoopt Leeuwarden
12 jun 1640.
2 Sierck van Hottinga, gedoopt Dokkum 6
apr 1642.
3 Ena van Hottinga, overleden n 18 jul
1678.
4 Titia van Hottinga, overleden n 1687.
Bij huwelijk in 1677 uit Leeuwarden.
Zij testeerde met haar man op
18-7-1678 te Leeuwarden (EEE5-97v/98v,geregistreerd 12-3-1683).
Titia is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 28 jul 1677 ,gerecht en getrouwd
Swichem 12 aug 1677 (1) met Theodorus
Bruynsveldt, overleden n 18 jul 1678.
Dr Bruynsveldt was in 1677 medicus
te Leeuwarden.
Titia is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 9 okt 1687 en getrouwd aldaar 22
okt 1687 (2) met Hans Roeland.
In 1687 bij huwelijk vermeld als
gewezen luitenant.
5 Here van Hottinga.
Hij is ongehuwd overleden.
6 Cyriacus van Hottinga.
IX-b Douwe
van Hottinga, gedoopt 5 mei 1622, overleden v 1662, zoon van Here van Hottinga (VIII-d) en Johanna Gerbrantsdr van Ornia.
In 1651 lid van de vroedschap en in
1658 genoemd als burgemeester van Dokkum (GsvD,199).
Zijn naam met anderen op de kerkklok
van Dokkum uit 1653.
Douwe is in ondertrouw gegaan Dokkum 6 dec 1651 ,gerecht
met Rixt van Donia.
Bij trouwen in 1651 uit Burum,maar
haar ouders zijn niet bekend.
Rixt is later getrouwd 1 mei 1662 met Abraham
de Grau.
Uit het huwelijk van Douwe en Rixt:
1 Johanna van Hottinga, gedoopt Dokkum 11
nov 1655, overleden na 1682.
In 1671 bij huwelijk uit Franeker,in
1679 uit Dokkum als weduwe van Johannes Wiersma,in 1682 uit Dokkum als weduwe
van Abraham Acronius.
Johanna is in ondertrouw gegaan Franeker 25 nov 1671 ,gerecht, en getrouwd
IJlst 10 dec 1671 (1) met Johannes
Wiersma, overleden v 1679.
Bij huwelijk in 1671 nog lit.student
te Franeker en later burgemeester van Dokkum.
Johanna is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 20 nov 1679 ,gerecht en getrouwd
Dokkum 14 dec 1679 (2) met Abraham
Acronius, overleden v 1682.
Bij trouwen in 1679 uit Leeuwarden.
Johanna is getrouwd Dokkum 2 feb 1682 (3) met Joachim Borgesius.
Bij huwelijk in 1682 kwam Dr.Joachim
Borgesius uit Groningen.