Genealogie van het adellijk geslacht van Hottinga

 

                                                                    

 

                        Voor bronnen en afkortingen zie pagina 6 van de site.

                        Eveneens voor het voorbehoud bij sommige personen en filiaties.

 

 

 

 

         I Jarich van Kee.

 

Op 25-7-1417 tekende hij als grietman van Franekeradeel (Charterboek I-394);ook genoemd in 1419.

 

Zijn zoon bij een onbekende vrouw:

 

           1   Epe Jarichs van Kee, volgt onder II.

 

 

       II Epe Jarichs van Kee, overleden na 23 mrt 1453, zoon van Jarich van Kee (I).

 

Als Ype Kee genoemd in OFO I-99 d.d.28-10-1447.

OFO I-139 d.d.23-3-1453:Epa Jarichzn te Kee bij wisselkoop van landerijen; Aede Sjoerdsz Rypkema draagt bij deze ruil zijn deel van het “Hottingagoed” over aan Epe Jarichsz te Kee.

Hij nam de naam Hottinga van zijn vrouw aan.

 

Epe is getrouwd 1428 met  Foockel Goslicksdr van Hottinga, ,ook Fouwel, dochter van Goslick van Hottinga en Ansck Juwsdr van Juwinga.

 

Foockel was uit het oude geslacht van Hotting uit Nijland. Haar vader Goslick wordt in 1403 genoemd als bewoner van het Juwingahuis te Bolsward. Haar grootvader was Here van Hottinga die in 1399 testeerde te Nijland.(zie ook bij Juwinga).

Zij had een broer Juw,die zich Juwinga noemde (zie aldaar).Verder was er volgens SFA een broer Watze, die kinderloos overleed en een zuster Rixt.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Jarich van Hottinga, volgt onder III.

 

           2   Anne van Hottinga, overleden n 25 mei 1475.

 

           3   Wybe van Hottinga, overleden n 25 mei 1475.

 

           4   Hyl van Hottinga, overleden n 25 mei 1475.

 

           5   Jacob Epes van Hottinga, overleden n 25 mei 1475.

 

Jacob was gehuwd met Hen Aggema van Harinxma, dochter van Tjaert Aggema van Harinxma en Riem Riencksdr van Popma.

 

           6   Here Epes van Hottinga, overleden n 4 sep 1469.

 

Met zijn broer Jarich genoemd in OFO II-68 d.d.4-9-1469.

 

 

 

      III Jarich van Hottinga, overleden Nijland 1475, begraven aldaar, zoon van Epe Jarichs van Kee (II) en Foockel Goslicksdr van Hottinga, ,ook Fouwel.

 

Grietman van Hennaarderadeel in 1450.

Hij woonde als hoofdeling te Nijland en testeerde op 25-5-1475 (zie F.T.34 en OFO IV-45).

Het bezit “Hottinga” te Nijland, “Hottinga” te Wommels en het goed  “Kee” bij Franeker gaat naar zijn zoons.

Zijn 3 zoons Juw,Epe (later Jarich) en Here en ook dochter Doed worden in het testament genoemd,maar niet de andere dochters.

Als voogden worden aangewezen zijn schoonouders,zijn vrouw,zijn neef Tjaert van Juwinga en zwager Sicke van Sjaerda.

Zijn broers Jacob,Anne en Wybe en zijn zuster Hil worden eveneens in het testament genoemd.

Voor een stamreeks vanaf zijn vader in acht geslachten zie HvF 10446 d.d. 31-7-1718.

 

Jarich was gehuwd met  Swob Douwesdr van Sjaerda, overleden 1520, dochter van Douwe Tjaerts van Aylva en Edwer van Sjaerda.

 

Zij wordt genoemd als Swob Hottinga met zoon Heere in GPCV d.d.20-4-1481.

Als haar moeder Edwer in 1510 testeert is het goed “ Obbema” te Dronrijp voor haar.

Bij R.v.A.1511 genoemd als Swob Hottinga van Franeker met veel bezit o.a.te Nijland en Wolsum.

Zij testeert in 1518.Daaruit blijkt dat haar moeder Edwert heette en haar grootmoeder Both.Dit testament is niet meer beschikbaar,dus niet gepubliceerd bij F.T.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Catryn van Hottinga, afkomstig uit Nijland, geboren ± 1460, overleden Franeker 15 mei 1539, begraven aldaar ,grafschrift.

 

Voor het opstellen van de huwelijksvoorwaarden tussen Juw en Catryn,zie OFO IV-52 d.d.17-8-1479.

In het testament van grootmoeder Edwar uit 1510 worden van de zoons van Catryn wel Jarich en Sicke genoemd,maar Hette niet.Wel Fokel Hette Dekema wyf (kan dit een eerste vrouw van Hette geweest zijn ? ).

Van Catryn zijn er 3 testamenten n.l. F.T.114 d.d.20-12-1525 (ook in OFO II-327 en in T327-1408);F.T.123 d.d.9-12-1528;F.T.146 d.d.30-9-1538.In het testament uit 1528 worden genoemd 3 zoons (Hette overleden) en 3 dochters (Ydt en Anna overleden) en 6 kleinkinderen van de overleden zoon Hette (Jel ontbreekt).

Voor haar grafzerk zie de Vrije Fries jaargang 1915.

 

Catryn is getrouwd 1479 met Juw van Dekema, ook Julius, geboren 1449/1450, overleden 27 okt 1523, begraven Franeker ,grafschrift, zoon van Hette van Dekema en Wick Ruurdsdr van Albada.

 

Hij woonde eerst als Schieringer te Baard.

OFO IV-52 d.d.17-8-1479:huwelijksvoorwaarden tussen hem en Catryn.

OFO IV-54 d.d.12-9-1480;hij verdeelde omvangrijk bezit in Friesland met zijn broer Hette o.a. ouderlijke goederen te Deersum en Poppingawier (GJB 1997-179/180).

OFO IV-62,64 d.d.12-5-1484 en 24-11-1484: Juw van Dekema te Weidum koopt land te Dronrijp.

OFO IV-75 d.d.28-6-1487:genoemd bij het verbond tussen Westergo en delen van Oostergo.

OFO IV-83,88 d.d.19-4-1491 en 20-9-1491:hij en zijn vrouw Catherina hebben een geschil met Goffe van Roorda over het Heringahuis te Baard en worden eigenaars na koop en ruil.

Pax-68 d.d.10-10-1492:hij sluit met anderen een verbond met Groningen.

In 1494 werd Juw van Dekema van Baard als potestaat van Friesland gekozen,maar is niet in functie getreden.

Pax-198 d.d.12-11-1496:hij sluit met anderen een verdrag met Groningen,Leeuwarden en Dokkum.

Op 5-1-1505 op de lijst van Friese edelen (T342-05,62).

Raadsheer bij het Hof van Friesland na 1500 tot 1515 (HvR onder nr.17).

Grietman van Baarderadeel 1510/1517.

R.v.A.1511:Juw Dekema van Baard heeft bezit te Deersum,Poppingawier,Baard,Jorwerd,Weidum,Jellum en Wirdum.

Hij werd,evenals als later zijn vrouw,begraven te Franeker.

GEN 635-380:volgens Wumkes 2-613 vond men bij het afbreken van de R.K.kerk te Roodhuis een beeldhouwwerk van Christus aan het kruis met grafschrift:"hier leyt begrave die oude Julius van Dekama met syn huisvrou Katryn van Dekama en hoer ouders en hoer voorouders ....".Zijn hun lichamen overgebracht van Franeker ?

Zie ook over hem en de Dekema's in de Vrije Fries VII (1856) 257-273 en 381/394.

 

Juw was weduwnaar van Ydt van Unia, overleden Weidum 1476 ?.

 

           2   Here van Hottinga, volgt onder IV-a.

 

           3   Juw van Hottinga, ,ook Julius, volgt onder IV-b.

 

           4   Doed van Hottinga, overleden n 25 mei 1475.

 

           5   Both van Hottinga, overleden 1541, begraven Franeker.

 

Zij werd met haar 4 kinderen in 1516 op de Zuiderzee gevangen genomen en pas weer vrijgelaten op 25-3-1517.

Zij hertrouwde met Frederick Bruckschlegel,hofmaarschalk in Leeuwarden.

 

Both is getrouwd 1489 met Hessel van Martena, geboren Cornjum ± 1461, overleden op Rhodos aug 1517, begraven Franeker, zoon van Sytze van Martena en Jel Epesdr van Harinxma.

 

Raadsheer bij het Hof van Friesland 1499-1517 (HvR onder nr.11) en in 1508 genoemd als grietman van Menaldumadeel.

Pax-68 d.d.10-10-1492:hij sluit zich met anderen aan bij het verdrag met Groningen.

OFO II-192 d.d.31-10-1495:hij moet de door hem in beslag genoen goederen van Binnert Aebinga teruggeven.

Hij was Schieringer hoofdeling op Groot Terhorne bij Beetgum,wat in 1496 werd verwoest (zie GJB 1956-44).

Pax-198 d.d.12-11-1496:hij sluit samen met anderen een verdrag met Groningen,Leeuwarden en Dokkum.

Hij maakte na 1496 de weg vrij voor de komst naar Friesland van Albrecht van Saksen in 1498 (GsvD-100/102).

In 1498 laat hij het Martenahuis in Franeker bouwen.

Op 5-1-1505 op de lijst van Friese edelen (T342-05,62).

Bij R.v.A.1511 heeft Hessel Martena van Beetgum/Franeker veel bezit.

Hij testeerde op 21-3-1517 (F.T.92),vertrok in april met Tjalling en Juw Botnia naar het Heilige Land en overleed in 1517 op de terugreis van Jeruzalem.

Hij had ook 2 buitenechtelijke kinderen,een zoon Mr.Sytze,pastoor te Franeker,en een dochter in het Agnietenklooster.

 

 

           6   Jarich (Epe) van Hottinga, volgt onder IV-c.

 

 

   IV-a Here van Hottinga, geboren ca.1460, overleden 1502, zoon van Jarich van Hottinga (III) en Swob Douwesdr van Sjaerda.

 

Hero Hottinga is op 24-5-1476 student te Keulen, gelijk met zijn broer Julius.

Hij verkreeg bij testament van zijn vader bezit te Wommels en was daar Schieringer hoofdeling.

OFO IV-75 d.d.28-6-1487:genoemd bij het verbond tussen Westergo en delen van Oostergo.

Pax-68 en GPCV d.d.10-10-1492:Here sluit met anderen een verbond met Groningen.Zijn broers zijn dan Juw en Jarich.

Pax-135,136 d.d.6-4-1496,15-4-1496:Here en Jarich zoeken namens Franeker aansluiting bij Groningen.

Pax-198 d.d.12-11-1496:Here en Jarich tekenen met anderen een verdrag met Groningen,Leeuwarden en Dokkum.

Here erkende met zijn broer Jarich en anderen op 30-4-1498 het gezag van hertog Albrecht van Saksen en zegelde het verdrag.

Hij maakte in 1500 met zijn broer Jarich een pelgrimstocht naar Rome.

HvR onder nr.16:raadsheer bij het Hof van Friesland vanaf  juli 1500 tot zijn dood in 1502.

Op 5-1-1505 staan Hera Hottinga kinderen op de lijst van edelen uit Hennaarderadeel.

Here wordt genoemd in het testament van grootmoeder Edwar uit 1510 met jonge Jarich Here zoon en met 2 dochters in klooster Staveren..

 

Here was gehuwd met  Tjets Haringsdr van Harinxma, afkomstig uit Heeg, overleden n 1537, dochter van Haring van Harinxma, ,thoe Heeg en Popck Riencksdr van Popma.

 

Zij wordt bij R.v.A.1511 genoemd als weduwe met bezit te Heeg,Wommels,Kubaard en Tzummarum.

HvF 16481-507 d.d.15-7-1536:kleinzoon Here Roorda namens haar.

HvF 16481-12 d.d.4-6-1538:er wordt geprocedeerd tegen Here Hottinga weduwe te Wommels.

HvF 16481-211 d.d.4-3-1539:kleinzoon Hero Roorda namens haar bij de eisers.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Jel Heresdr van Hottinga, overleden na 1540.

 

Jel erft in 1540 van haar broer Hero (F.T.160).

 

Jel was gehuwd met Schelte van Roorda, overleden voor 1550 ,21-6-1543 ?, zoon van Goffe Goffes van Roorda en Ymck Fredericksdr van Hommema.

 

HvF 16480-403 d.d.14-7-1529:Schelte en zijn broer Sybrant als aangeklaagden; Schelte claimt het recht op zwanejacht te Kubaard  (in 1511 bezit van zijn schoonmoeder Tjets).

In 1550 erfden 5 van zijn kinderen van zijn broer Sybrant.

Volgens het Doodtboeck  overlijdt een Schelte van Roorda op 21-6-1543 en wordt begraven te Berlikum.

 

 

           2   Jarich van Hottinga, volgt onder V-a.

 

           3   Haring Heresdr van Hottinga, overleden 14 apr 1539, begraven Spannum ,grafschrift.

 

Haar kinderen erven van haar broer Hero (F.T.160).

 

Haring was gehuwd met Sybrant van Roorda, overleden Leeuwarden 11 okt 1550, begraven Spannum ,grafschrift, zoon van Goffe Goffes van Roorda en Ymck Fredericksdr van Hommema.

 

Hij woonde te Spannum en Leeuwarden.

OFO III-31 d.d.12-9-1502:vermeld als Sibren Goffaz met zijn vader Goffe Roerda en de weduwe van zijn broer Johan Goffaz.

Bij R.v.A.1511 vermoedelijk vermeld met ook bezit te Berlikum,Huins enz.

OFO IV-224 d.d.7-6-1514:genoemd als Sybren Goffe zin Roerda bij verkoop van land onder Beetgum.

HvF 16481-516 d.d.3-10-1536:een zaak tegen Sybrant en zijn vrouw te Spannum met eiser Sicke van Gratinga.

HvF 16481-570 d.d.28-11-1536:Sybrant Roorda gedaagde.

HvF 16481-12 d.d.4-6-1538:er wordt geprocedeerd tegen Sybrant Roorda te Spannum en Tieth,weduwe Here Hottinga (Wommels).

HvF 16481-145 d.d.20-12-1538:hij behartigt de zaken van zijn vrouw Haring inzake land te Boer.

HvF 16481-283 d.d.15-7-1539:hij als aangeklaagde.

HvF 16481-296 d.d.30-9-1539:Popcke Sybesz contra Sybrant Roorda.

Hij testeerde op 17-9-1550 (F.T.210 en T326-883),waar als kinderen worden genoemd Goffe,George (=Jurjen) en Imck.

Zie ook GJB 1994-29.

 

 

           4   Here van Hottinga, geboren ca. 1500, overleden na 1550 (?)

 

Hero Hottinga was op 31-8-1517 student te Leuven.

Hij was pastoor te Franeker en uit zijn testamenten blijkt dat hij meerdere onechte kinderen had bij zijn huisvrouw Tryn.

HvF 16481-624 d.d.30-1-1537:Hero als pastoor te Franeker procedeert mede namens zijn broers en zusters.

Hij testeerde te Franeker op 12-9-1540 (F.T.160).Hero wil begraven worden te Franeker in de Sint Martinuskerk. Erfgenamen van de goederen hem aangekomen van zijn neef Haring Douwezn Harinxma worden de kinderen van zijn broer, de kinderen van zijn zuster Haringh en zijn nog in leven zijnde zuster Jel. Verder erven ook zijn huisvrouw Tryn en later hun kinderen.

Executeurs en voormonden over zijn kinderen: Sybren Sipkes, prebendaris Franeker en Winandt Wllems, advocaat HvF.

Hero testeerde ook op 27-2-1541 (F.T.166). Het eerste testament blijft van kracht, maar zijn vrouw Tryn erft het huis dat hij heeft gekocht en later is het voor de kinderen.

Wynandt Willems is overleden en is vervangen door Dominicus van Boetnya (Douwe van Btnia).

 

Here wordt genoemd in het testament van zijn zwager Sybrant van Roorda (F.T.210 d.d.17-9-1550).

 

Here had een buitenechtelijke relatie met Tryn N.., overleden na 1541

 

Misschien is Here van Hottinga, geboren ca.1572, een kleinzoon of achterkleinzoon van deze pastoor (zie VII-c).

 

           5    ?Seerp van Hottinga,

 

Seerp wordt niet vermeld in het Burmaniaboek, wel in de genealogie volgens AvC.

In 1498 wordt “Seerp Hottingahuys toe Pietersbierum” door de Vetkopers geplunderd.

Noomen, CD Stinzen: Seerp is in de Hottinga-genealogie niet te plaatsen en vermoedelijk betreft het Seerp Osinga. Hij zal daar met de naam Hottinga vermeld zijn, omdat het toentertijd zijn woonplaats was ? Zijn vrouw Foeck Janckedr Douwama woonde in 1511 te Pietersbierum. Ook later is “Hottinga” te Pietersbierum in bezit van de Osinga’s.

 

 

6  ?George van Hottinga, overleden na 1510

 

Op 28-6-1510 is George Heronis Hottinga student te Keulen.

            

           7   Syth van Hottinga, overleden na 1510.

 

In 1510 non te Staveren (F.T.77).

 

           8   Ansck van Hottinga, overleden na 1510.

 

Non te Staveren in 1510 (F.T.77).

 

 

           9    ?Douwe van Hottinga

 

Deze Douwe wordt alleen vermeld in de genealogie HS Doys.

 

         10    ? N. van Hottinga, overleden 1496, begraven Wommels ,onduidelijk grafschrift.

 

 

   IV-b Juw van Hottinga, ,ook Julius, geboren ca.1460, overleden 1494/1495, begraven Franeker, zoon van Jarich van Hottinga (III) en Swob Douwesdr van Sjaerda.

 

Julius Hottinga is op 24-5-1476 student te Keulen, gelijk met zijn broer Hero.

Uit het testament van zijn vader uit 1475 blijkt dat hij priester zou worden en inkomsten zou krijgen uit het bezit te Kee.

Zijn huwelijk zou blijken uit een charter van 1486.Hij nam het beheer over van de bezittingen in Franeker.

OFO IV-75 d.d.28-6-1487:genoemd als meester Juw Hottinga.

Pax-39 d.d.28-2-1487:genoemd als onderhandelaar met Groningen.

OFO II-183 d.d.28-6-1492;hij sluit namens Franeker een verbond met Leeuwarden.

OFO II-184 d.d.5-7-1492:een schrijven van Juw en Bocke Harinxma.

Pax-68 d.d.10-10-1492: Juw sluit met anderen een verbond met Groningen.Als zijn broers worden dan genoemd Here en Jarich.

Pax-98 d.d.27-8-1493:hij vraagt Groningen om Worp Keimpes van Unia en Doecke van Martena te laten gaan en ook om zijn meiers te Deersum en zijn zwager Juw van Dekema geen kwaad te doen.

OFO II-190 d.d.23-10-1494: bij een overeenkomst tussen Franeker en Bolsward worden van de Hottinga's genoemd Juw,Hero,Jarich Jarichs en Symen Hottinga (Symen is onbekend in de genealogie).

Volgens het "Dootboeck",GEN 742,zou Juw zijn overleden in 1494.

Mr Juws zonen worden genoemd in het testament uit 1510 van grootmoeder Edwar Sjaerda; hij heeft dan in ieder geval een zoon Sicke en 2 dochters.

Bij R.v.A.1511 is er bezit te Franeker voor zalige meester Juw Hottinga kinderen.Juw was ook in bezit van “ Oedsinga” te Dronrijp.

 

Juw was gehuwd met  His Keimpes van Unia, overleden v 1511, dochter van Keimpe Feyckes van Unia en Frouck van Amama.

 

Zij zou nog hertrouwd zijn met Hette van Dekema.

 

Uit het huwelijk van Juw en His:

 

           1   Ynts van Hottinga.

 

Non in klooster Bethlehem.

 

 

           2   Anna van Hottinga.

 

Non in klooster Bethlehem.

 

 

           3   Foockel van Hottinga, overleden 23 mrt 1546, begraven Franeker ,grafschrift.

 

RvA 1511:vermeld met bezit te Nijland (dan nog niet getrouwd?).

 

Foockel was gehuwd met Juw van Botnia, ,ook Julius, overleden 13 mei 1538, begraven Franeker ,grafschrift, zoon van Fecke van Botnia en Ayl van Juwsma.

 

Hoofdeling te Marrum in 1491.

Op 5-1-1505 op de lijst van Friese edelen (T342-05,62).

Grietman van Ferwerderadeel (genoemd 1510,1514,1517,1524).

Raadsheer bij het Hof van Friesland 1521-1538.

HvF 16481-606 d.d.20-12-1536:Sicke Cammingha contra Julius Botnia en zijn schoonzuster Anna voor de kinderen bij Sicke Hottinga.

Bij RvA 1511 met bezit te Hallum en Marrum.

Bij RvA 1540 hebben zijn erfgenamen bezit te Hallum en Marrum.

Er was een familiebeker (Fries zilver,Friesch Museum) met daarop zijn overlijdensdatum 12-5-1538,de geboortedatum van de naar hem genoemde kleinzoon 23-4-1540 en het sterfjaar 1542 van zoon Dominicus.

Zie verder GJB 1998-139.

 

 

           4   Ansck van Hottinga.

 

Non in klooster Bethlehem.

 

 

           5   Sicke van Hottinga, volgt onder V-c.

 

           6   Keimpe van Hottinga, overleden 1535, begraven Nijland ,grafschrift.

 

Hij was pastoor te Nijland vanaf 1511.

 

 

 

   IV-c Jarich (Epe) van Hottinga, overleden Rome 1500, zoon van Jarich van Hottinga (III) en Swob Douwesdr van Sjaerda.

 

Als zijn vader testeert in 1475 wordt hij nog Epe genoemd.Hij verkrijgt bezittingen te Franeker (o.a.Hottingahuis).

Hij staat bekend als Schieringer te Franeker en wordt in 1492 genoemd bij de verdediging van Franeker tegen de Groningers (GsvD,100).

Pax-68 d.d.10-10-1492: hij sluit met zijn broers een verdrag met Groningen.

Pax-135,136 d.d.4-4-1496,15-4-1496:Jarich en Here zoeken namens Franeker aansluiting bij Groningen.

Pax-198 d.d.12-11-1496:hij tekent met zijn broer Here en anderen een verdrag met Groningen,Leeuwarden en Dokkum.

Pax-204 d.d.27-6-1497:Jarich Hottinga,recht en raad van Franeker,stuurt een brief aan de zoenlieden over het geschil tussen Groningen en Westergo.

Op 30-4-1498 erkent hij met zijn broer Here en anderen het gezag van  Albrecht van Saksen en zegelt de overeenkomst.

H.v.R.onder nr.12: raadsheer bij het in 1499 opgerichte Hof van Friesland vanaf zijn aanstelling op 25-7-1499 tot zijn dood het jaar daarop.

Tijdens de opstand in 1500 met zijn broer Here op pelgrimsreis naar Rome,waar hij overleed.

Op 5-1-1505 staan Jarich Hottinga kinderen op de lijst van edelen uit Wymbritseradeel.

 

 

Jarich was gehuwd (1) met  His Wybesma.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Frouck van Hottinga, overleden na 12 aug 1559, in 1566 ?, begraven Franeker ,grafschrift foute sterfdatum

 

Zij wordt genoemd als dochter van Jarich te Nijland in het testament van haar overgrootmoeder Edwer in 1510 en van haar grootmoeder Swob in 1518.

HvF 16481-805 d.d.20-12-1537:Frouck als weduwe van Tjalling Botnia contra Minne Eminga.

Bij RvA 1540 is het bezit van haar man te Hallum deels op haar naam en deels voor de erfgenamen.

Het bezit te Blija van haar man is bij RvA 1540 voor de erfgenamen en voor Frouck Rennerts weduwe (wie is dit ?).

Frouck erft in/na 1543 van haar kleinkinderen (GJB 1998-139).

T344-661:uittreksel recesboek Hennaarderadeel d.d.5-6-1554 van een borgstelling voor Vrouck van Hottinga, weduwe Tzalingh van Bottnya.

T344-662: akte van reversaal door Jacob Evertsz c.ux. (Franeker 8-5-1559) en Stoffel Lywesz c.ux. (Franeker 9-5-1559) wegens koop van een huis en molen te Franeker met cessie van een deel der schuld aan Frouck Hottinga, weduwe Bottinga.

T344-663/HEN 38-58: op 12-8-1559 koopt Frouck van Hottinga, weduwe Tzaling van Bottnye te Franeker, ruim 22 pm land te Kubaard voor de twee jongste kleinkinderen van Syds Bottnye. Haar man was in leven voogd over deze kinderen.

 

In 1559 (?) is sprake van onenigheid over haar testament (GJB 1998-140).

Het grafschrift te Franeker met sterfdatum 7-11-1493 is dus fout, maar 7 november (Sint Willibrordusdag) lijkt wel goed. Hessel de Walle vond in een andere bron dat ze was overleden MCCCC[ CLX]VI  op Sinte Wilbordsdach.(7-11-1566 ?)

 

Frouck was gehuwd met Tjalling van Botnia, ,ook Jeppema, overleden 4 nov 1533, begraven Franeker ,grafschrift, zoon van Syds van Botnia, ,ook Syds Tjaerda en Ansck Jeppesdr van Jeppema.

 

Raadsheer bij het Hof van Friesland 1515-1533.

Op 5-1-1505 op de lijst van Friese edelen als Tzalingh Bottinga toe Jeppema (T342-05,62).

Als grietman Jeppema van Ferwerderadeel genoemd in 1505 in OFO IV-145,146,148;in 1508,1509 als Botinga in OFO IV-173,184,185,186.

Bij RvA 1511 als Tjalling Jeppema en als Tjalling Sydses Bottinga van Marrum,met veel bezit,o.a.ook te Hallum,Blija,Genum,Hantum en Ee.

Grietman van Hennaarderadeel (1513,1514) en grietman van Franekeradeel (1517/1533).

Zie verder uitvoerig GJB 1998-138.

 

Tjalling was weduwnaar van Ansck Sydsdr van Scheltinga, afkomstig uit Huizum, dochter van Syds Scheltes van Scheltinga en Syts Hommesdr van Oedtsma.

 

Jarich was gehuwd (2) met  Agatha Hesselsdr van Feytsma, overleden 25 mei 1567, begraven Goutum ,opschrift, dochter van Hessel Jelgers van Feytsma en His Gerroltsdr van Herema.

 

Bij RvA 1540 met bezit te Huizum,dat in 1511 op naam stond van haar moeder His Jelgers.

Zie grafschriften Roorda IV-128.

 

Agatha was later gehuwd met Sjuck van Eminga, overleden 1541, begraven Goutum ,grafschrift, zoon van Minne van Eminga en Tjemck van Cammingha.

 

 

 

     V-a Jarich van Hottinga, overleden 1528/1541, zoon van Here van Hottinga (IV-a) en Tjets Haringsdr van Harinxma.

 

Hij was in 1515 bij de 60 edellieden,die de eed aan Karel V aflegden bij diens inhuldiging als Jarich Heroz Hottinga (Thabor) en als Jarich Hottingha (Winsemius).

Hij wordt in 1521 genoemd op Hottingastate te Nijland.

Aangesteld als grietman van Hennaarderadeel op 11-10-1524 en genoemd als zodanig t.e.m.1528.

In 1540  erven zijn kinderen van hun oom Hero, pastoor te Franeker (F.T.160).

In 1550 als overleden vermeld in het testament van zijn zwager Sybrant van Roorda (17-9-1550).

 

Jarich was gehuwd  met  Eelck Gales van Heslinga, overleden 1545, waarschijnlijk dochter van Gale van Heslinga.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Here van Hottinga, volgt onder VI-a.

 

           2   Douwe van Hottinga, volgt onder VI-b.

 

           3   Jarich van Hottinga.

 

Hij is jong overleden.

 

 

           4   Magdalena van Hottinga, overleden 1555 ,volgens grafzerk, begraven Leiden.

 

Grafzerk zie de Vrije Fries XXIII.

 

Magdalena was gehuwd met Jan van Adrichem, overleden 1572 ,volgens grafzerk, begraven Leiden.

 

 

 

 Zoon van Jarich bij een onbekende vrouw:

 

           5    misschien Sybrant van Hottinga, overleden Groningen 1584, begraven aldaar.

 

Aangesteld in 1554 als grietman van Schotingerland en als zodanig genoemd in 1566 en 1575.

In 1580 met zijn vrouw als balling buiten Friesland (C.E.).

HvF 16703-210 d.d.1589:Maria van Naerden als weduwe van Sybrant Hottinga.

De afstamming is onzeker,maar hij heeft een zoon Jarich.Zie ook GJB 2000-7,8.

 

Sybrant was gehuwd met Maycke van Naerden, ,ook Maria, overleden 12 sep 1600, begraven Leeuwarden ,grafschrift, mogelijk dochter van Maerten van Naerden

 

Zij testeerde op 17-4-1594 (T323-25). In het testament worden haar zusters Margaretha, Agneeta en Drothea genoemd. Zij erven ieder voor een kwart en het laatste kwart is voor de kinderen van haar reeds overleden zusterMachteld. De kinderen Lolck en Jarich erven niet en zullen dus niet haar kinderen zijn.

Zie ook GJB 2000-8.

 

Zijn kinderen bij een onbekende vrouw:

 

a Lolck Hottinga

 

Zie GJB 2000-8,9

 

b Jarich Hottinga

 

Zijn zoon zou kunnen zijn Sybrant van Hottinga,aangesteld als vaandrig op 25-5-1621.

Het is vermoedelijk deze Sybrant, die in 1594 in het testament van Maria van Naerden wordt bedacht met een klein legaat van 20 cg. Zie GJB 2000-8.

 

 

 

     V-b Sicke van Hottinga, overleden 5 aug 1535 *, begraven Dronrijp ,grafschrift, zoon van Juw van Hottinga, ,ook Julius (IV-b) en His Keimpes van Unia.

 

In 1529 blijkt Sicke in bezit te zijn van “ Oedsinga” te Dronrijp, in 1543 op naam van zijn weduwe Anna van Eelsma.

Hij was krankzinnig en werd daarom in 1532 te Dronrijp in verzekerde bewaring gesteld (SFA).

Zijn kwartieren Kee,Hottinga,Unia,Ammama (zie Grafschriften IV-73,74) slaan op de grootouders Jarich van Kee/Hottinga x ………. en Keimpe van Unia x Frouck van Ammama.

 

Sicke was gehuwd met  Anna Rippertsdr van Eelsma, overleden 1 apr 1570, begraven Leeuwarden,St.Vituskerk ,grafschrift,   dochter van Rippert van Elingsma en Catharina van Eelsma

 

RvA 1511:wonende te Dronrijp heeft ze bezit te Wynaldum en Sexbierum.

HvF 16481-606 d.d.20-12-1536:Sicke Cammingha procedeert tegen haar en haar zwager Julius Botnia,opkomende voor haar kinderen bij Sicke Hottinga.

Zie Grafschriften IV-73,74:op de in 1933 opgedoken zerk van haar en haar man de wapens Hottinga-Eelsma en 4 kwartieren Hottinga-Unia en Eelsma-Mauritsma.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Tryn van Hottinga, overleden 29 aug 1575, begraven Leeuwarden,Oldehove ,grafschrift.

 

Tryn is getrouwd 1542 met Tiete van Cammingha, overleden 15 nov 1552, begraven Leeuwarden,Oldehove ,grafschrift, zoon van Wytze van Cammingha en Rints Fransdr van Minnema.

 

Het bezit “ Oedsinga” te Dronrijp kwam via haar aan de Cammingha’s.

Zie voor Tryn als weduwe van Tiete HvF 16696-240 d.d.1576.

 

           2   Keimpe van Hottinga, overleden 1 nov 1552 *, begraven Weidum.

 

? Als Salvius Hottinga op 4-8-1539 student te Leuven.

? Als Salvius van Hottinga eerst pastoor te Wirdum en later te Weidum.

 

 

 

   VI-a Here van Hottinga, overleden 1544, zoon van Jarich van Hottinga (V-a) en Eelck Gales van Heslinga.

 

Hero Hottinga was op 22-4-1539 student te Leuven.

 

 

Here was gehuwd met  Foockel van Martena, overleden na 1553, voor 1580, dochter van Hessel van Martena en Both van Hottinga.

 

Foockel was de jongste dochter van Hessel van Martena.

 

Foockel was weduwe van Hans van Oosthem.

 

 Foockel  trouwde in  1553 voor de derde maal met  een Nanning  (dit en de bron met dank aan de heer Jan van den Berg)

 

Archief Leiden index huw.voorw., rechterlijk archief nr.76b: op 5-8-1553 Paedts Vranckenz (Nanning) en Jvr.Foockel van Martena (nr.219-52v).

Deze Nanning of Nanne hertrouwde in 1580 met Jvr. Erkenraet van Lodesteyn en wordt in 1581 weer vermeld in het bev.register van Leiden; Nanning overleed in 1604.

Foockel was blijkbaar veel ouder dan Nanning en het huwelijk was kinderloos.

 

 

 

Uit het huwelijk van Here en Foockel:

 

           1   Berber Heresdr van Hottinga, overleden 26 sep 1572 *, begraven Cornjum ,grafschrift.

 

Berber was gehuwd met Laes van Douma, overleden 21 aug 1576 *, begraven Cornjum ,grafschrift, zoon van Jancke van Douma en Mary van Burmania.

 

HvF 16698-342 d.d.1580: haar zwager Erasmus van Douma is voogd over hun weeskinderen.

 

 

   VI-b Douwe van Hottinga, zoon van Jarich van Hottinga (V-a) en Eelck Gales van Heslinga.

 

Olderman van Bolsward.

HvF 16709-44 d.d.20-5-1609: zijn zoons Johan en Here contra de andere kinderen Tieth (voor haar de echtgenoot Anthonius van Hettinga, Idscke (weduwe Tjalling van Sixma), Anna en Douwe en contra Frans van Humalda voor zijn kinderen bij Tyemck van Hottinga (lees Tjemck van Osinga).

Tjemck was de dochter van Eelck van Hottinga en Seerp van Osinga en dus een kleindochter van Douwe.

 

Douwe was gehuwd met  Luts van Herema, overleden 20-10-1604 (?)*, dochter van Johan van Herema en Syts Goslicksdr van Juwinga, ,ook Jongema.

 

Misschien overleden als Luts van Hottinga op 20-10-1604 (zie het “Dootboeck”,GEN 742).

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Eelck Douwesdr van Hottinga, overleden 11 feb 1608 *

 

Eelck was gehuwd met Seerp van Osinga, overleden 25 nov 1589, begraven Schettens, zoon van Jancke van Osinga en Tjemck van Humalda.

 

Zie voor haar als weduwe van Seerp van Osinga HvF 16704-88 d.d.27-6-1590.

 

           2   Johan van Hottinga, volgt onder VII-a.

 

           3   Tieth Douwesdr van Hottinga, overleden na 1627, begraven Warga.

 

Tieth was gehuwd met Anthonius van Hettinga, overleden 1630 *, begraven Warga, zoon van Tiete Epes van Hettinga en Hylck van Galama.

 

HvF 16702-247 d.d.1587 en HvF 16703-9 d.d.1588:Thonis van Hettinga te Leeuwarden,erfgenaam van Epe van Galema,voor zichzelf en voor zijn mede-erfgenamen.

Registratieboek IDA d.d.1619 en 1622: Anthonis Hettinga en Tiedt Hottinga,echtelieden te Warga,hebben veel schulden.

Registratieboek IDA d.d.1627: Anthonis Hettinga,voorheen raad ter admiraliteit, en Tieth Hottinga te Warga,hebben een schuld van 1000 g.g. aan Sybrant Keimpes Jorna te Warga.

Op 22-7-1628 doet Antonius van Hettinga afrekening van bewind (N.T.14.31).

De initialen van hem en van zijn vrouw op een lepel,gevonden in de terp bij Warga (Walle,6599).

 

 

 

4         Idscke Douwesdr van Hottinga, overleden 4 mrt 1619, begraven Minnertsga ,grafschrift.

 

HvF 16706-227 d.d.15-10-1603: contra Idske van Hottinga, zij als weduwe van wijlen Tjalling van Sixma,grietman Barradeel, voor haarzelf en haar kinderen.

 

Idscke was gehuwd met Tjalling van Sixma, overleden 1 jul 1599, begraven Minnertsga ,grafschrift, zoon van Douwe van Sixma.

 

Hij was grietman van Barradeel 1580-1599.

 

 

           5   Here van Hottinga, volgt onder VII-b.

 

           6   Douwe van Hottinga, overleden na 1638 (?)

 

Vermoedelijk op 14-8-1592 student te Franeker en op 8-6-1594 en 10-9-1596 te Leiden

Hij woonde in 1606 met zijn vrouw te Franeker en zij kopen de state Offenhuizen (GJB 2001-113)..

HvF 16708-30,517 d.d.4-12-1606 en 3-12-1608 : contra Douwe van Hottinga als man en voogd van Habel van Offenhuizen.

In 1612 met zijn vrouw genoemd bij koop van een rente uit een sate te Achlum (GJB 2001-123).

Julius Domincus Hottingha wordt als tweede man van Habel van Offenhuysen vermeld op de klok van Achlum uit 1622.

Ook genoemd in HvF 16681 d.d.14-2-1638 met dochter Riem en haar man.

Dochter Riem was  getrouwd met Borchard van Assuede, in 1640 eigenaar van Wommels stem 27

 

Douwe was gehuwd met Habel Frederiksdr van Offenhusen, overleden 9 feb 1630 *.

 

Habel was weduwe van Hessel Jelgers van Feytsma, overleden 10 jan 1585, begraven Huizum ,grafschrift, zoon van Jelger Hessels van Feytsma en Claer van Eminga.

 

           7   Jarich van Hottinga., vermeld als kapitein en vermoedelijk jong overleden.

 

           8   Auck van Hottinga., vermoedelijk jong overleden.

 

           9   Anna Douwesdr van Hottinga, overleden 1638.

 

In 1638 is er voor haar als weduwe inventarisatie van haar eigendommen uit de boedel.Zie GJB 1969-19.

 

Anna was gehuwd met Doecke van Hettinga, overleden 14 dec 1632, zoon van Taecke van Hettinga en Neelcke N..

 

Hij woonde met zijn vrouw op Hettingastate te Jorwerd. Zie GJB 1969-19.

 

 

 

           

 

  VII-a Johan van Hottinga, overleden 16 mrt 1610 *, zoon van Douwe van Hottinga (VI-b) en Luts van Herema.

 

Grietman van Barradeel 1600-1610.

Hij woonde op Eelsmastate onder Sexbierum en wordt daar al met zijn vrouw vermeld in 1585 (HvF 16701-177 d.d.1585).

HvF d.d. 11-2-1607: Julius van Botnia contra Johan van Hottinga.

 

Johan is getrouwd ± 1585 met  Catharina Wygersdr van Eelsma, geboren n 1566, overleden na 1623, dochter van Wyger Ripperts van Eelsma en Doutzen Douwesdr van Douma.

 

HvF 16703-297 d.d.1589: Tryn van Eelsma met haar zuster Anna.

T347-931:Catharina van Eelsma,weduwe Johan Hottinga,te Sexbierum, juni 1623.

 

 

Uit het huwelijk van Johan en Catharina:

 

           1   Douwe van Hottinga, volgt onder VIII-a.

 

           2   Wyger van Hottinga,

 

Wyger is getrouwd 10 apr 1631 ,3e pr.Sexbierum 10-4-1631 met Luts van Scheltema, ,ook Lucia, afkomstig uit Bornwerd, dochter van Syds van Scheltema en Tjemck van Aylva.

Luts was weduwe van haar neef Syds van Roorda, ,ook Sixtus, geboren ± 1568, overleden 28 feb 1617 ,in het 49e jaar, begraven Augsbuurt/Kollum, zoon van Wybren van Roorda en Tieth Scheltesdr van Scheltema.

Luts was weduwe van Sybren van Osinga, geboren ± 1563, overleden 4 nov 1623 *,60 jaar, begraven Schettens

,grafschrift, zoon van Jancke van Osinga en Tjemck van Humalda.

 

Wyger en Luts hadden geen kinderen.

 

3 Doutje van Hottinga, afkomstig uit Sexbierum in 1622, overleden na 1660

 

Op de lidmatenlijst van Sexbierum 1620/1621 en met haar man op de ledenlijst van Sneek.

Uit het huwelijk worden te Sexbierum kinderen gedoopt 1623/1628 en in 1633 een dochter Catharina te Sneek.

Zij vertrekt 1645 met haar man naar Amsterdam en leefde nog in 1660 (FRR 138-333 e.v.,boedelscheiding Catharina Schotanus van Rinckema, informatie van de heer P.Nieuwland).

 

Doutje is getrouwd Wynaldum 19 mei 1622 met Ds Wilhelmus Schotanus Rinckema, overleden 15 dec 1666.

 

Hij was predikant;beroepen te Wons 27-11-1615;predikant te Sexbierum 11-6-1621;naar Sneek nov.1628;naar Amsterdam 20-7-1645;em.pred. 20-3-1664.

Hij overleed in Friesland.

 

 

 

 

 

  VII-b Here van Hottinga, overleden 25 apr 1613 *, begraven Franeker, zoon van Douwe van Hottinga (VI-b) en Luts van Herema.

 

Hero Hottinga is op 10-6-1577 student te Keulen.

HvF d.d.19-11-1612: Hero van Hottinga en Johan van Herema als curatoren over Hessel van Herema.

Zijn naam en die van zijn vrouw in 1627 op een kerkklok van Tzum.

 

Here was gehuwd met  Anna Wygersdr van Eelsma, overleden 24 feb 1626 *, begraven Tzum, dochter van Wyger Ripperts van Eelsma en Doutzen Douwesdr van Douma.

 

HvF 16703-297 d.d.1589:Anna van Eelsma met haar zuster Tryn.

Zij verkoopt in 1614 Heslingastate onder Marssum.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Wyger van Hottinga, volgt onder VIII-b.

 

           2   Doutje van Hottinga, overleden 10 feb 1627, begraven Tzum *.

 

 

 

           3   waarschijnlijk Douwe van Hottinga, overleden 1625, begraven Tzum *.

 

Volgens het "Dootboeck",GEN 742,als vaandrig overleden.

 

 

           4   Jarich van Hottinga, volgt onder VIII-c.

 

           5   Luts van Hottinga, overleden 8 jan 1648, begraven Mantgum ,grafschrift.

 

Luts is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 28 jul 1638 ,gerecht en getrouwd aldaar 19 aug 1638 met Reynier Hoppers, overleden 13 sep 1666, zoon van Jochem Hoppers en Fedt Bockesdr van Wiarda.

 

Bij huwelijk in 1638 uit Hoxwier bij Mantgum.

 

Reynier was weduwnaar van His van Galama, overleden 12 jan 1634, begraven Mantgum ,grafschrift, dochter van Gale van Galama en Cnier Tietesdr van Hettinga.

 

 

 

  VII-c              N. van Hottinga , misschien uit het nageslacht van pastoor Here van Hottinga (zie IV-a-4)

 

Zijn zonen bij een onbekende vrouw:

 

           1   waarschijnlijk Here van Hottinga, geboren ± 1572, volgt onder VIII-d

           2   waarschijnlijk Sybren van Hottinga.

 

Volgens het Burmaniaboek was Sybren kapitein in het leger.

 

 

 

 

VIII-a Douwe van Hottinga, overleden 29 jul 1662, begraven Sexbierum, zoon van Johan van Hottinga (VII-a) en Catharina Wygersdr van Eelsma.

 

Dominicus Hottinga is in 1600 student te Orleans. In 1606 student te Franeker ?

Grietman van Barradeel vanaf 1610 tot 1661.

HvF d.d.20-12-1633:Douwe van Hottinga contra zijn zwager Douwe van Sixma.

Als grietman van Barradeel in 1640 bezitter van Lidlum stem1, Minnertsga stem 13, Tzummarum stem 3,5 en 23, Sexbierum stem 13,24 en 27.

In 1640 ook eigenaar van “Elgersma” Boer stem 1, 103 pm en eigenaar van “Heerma” Tzum stem 1, 80 pm.

In 1642 behoort grietman Douwe van Hottinga met zijn vrouw Syts van Sixma, wonende op Hottingastate te Sexbierum, tot de genodigden voor het gastmaal na het overlijden van Jarich van Liauckema te Sexbierum.

T319-826 (ongedateerd): zijn nog levende kinderen Idscke,Catharina en Johanna verdelen de nalatenschap.

 

Douwe was gehuwd met zijn nicht  Syts Tjallingsdr van Sixma, overleden Sexbierum na 1642, dochter van Tjalling van Sixma en Idscke Douwesdr van Hottinga.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Idscke van Hottinga, geboren 1616, overleden 1616 ,op 3-10-1616, oud .. weken, begraven Leeuwarden ,grafschrift.

 

           2   Johan van Hottinga, gedoopt Sexbierum 20 mei 1619, overleden 1619/1620.

 

           3   Johan van Hottinga, gedoopt Sexbierum 26 nov 1620, overleden 1620/1623.

 

           4   Idscke van Hottinga, gedoopt Sexbierum 16 dec 1621, overleden 1621/1624.

 

           5   Johan van Hottinga, gedoopt Sexbierum 15 mei 1623, overleden 1623/1626.

 

           6   Idscke van Hottinga, gedoopt Sexbierum 15 aug 1624, overleden 1624/1627.

 

           7   Johan van Hottinga, gedoopt Sexbierum 1 jan 1626, overleden 1626/1630.

 

           8   Idscke van Hottinga, gedoopt Sexbierum 25 feb 1627, overleden 1627/1628.

 

           9   Idscke van Hottinga, gedoopt Sexbierum 25 mei 1628, overleden Wommels in/na 1682.

 

Zij staat in 1679 met haar man op de lidmatenlijst te Wommels.

Idscke wordt nog met haar man genoemd te Wommels bij koop van een rente uit de sate Rien onder Lutkewierum (HEN 47 d.d.3-5-1682).

 

Idscke is in ondertrouw gegaan Wommels 1 jun 1651 en getrouwd Sexbierum 15 jun 1651 met Oene Sirtema van Grovestins, overleden n 1686, begraven Kubaard ,grafschrift, zoon van Idzart van Grovestins en Franscke van Jongema.

 

Hij woonde te Wommels,was eerst kapitein,werd op 22-1-1647 aangesteld tot grietman van Hennaarderadeel.

Op 3-9-1648 geloofsbelijdenis te Wommels en daar op de ledenlijst in 1679 en 1686 (daarna vertrek naar Leeuwarden).

In 1671 deed hij afstand als grietman t.b.v.zijn zoon.

MEN 72-37v,38 d.d.25-4-1667:hij wordt voogd over Franscke en Jetscke,de dochters van zijn overleden broer Sicco.

Hij was ook kerkvoogd te Kubaard.

 

 

         10   Johan van Hottinga, gedoopt Sexbierum 3 jan 1630,vermoedelijk jong overleden.

 

         11   Catharina van Hottinga, gedoopt Sexbierum 24 apr 1631, overleden 16 jan 1675.

 

Haar sterfdatum op een rouwbord in de kerk van Ee.

 

 

Catharina is getrouwd Sexbierum 18 jan 1657 met Sjuck Aebinga van Humalda, overleden 19 apr 1679, begraven Ee, zoon van Frans van Humalda en Ebel van Meckema.

 

Hij woonde op Humaldastate te Ee en testeerde daar op 13-4-1679.

Zie verder GJB 1988-81 en N.O.II-296.

 

Sjuck is later in ondertrouw gegaan Ee 13 jan 1677 met Deytzen van Roorda, afkomstig uit Dronrijp, geboren ± 1645, overleden Hennaard 8 mei 1702 ,57 jaar, begraven Dronrijp, dochter van Binnert van Roorda en Bauck Laesdr van Glins.

 

         12   Johanna van Hottinga, gedoopt Sexbierum 28 okt 1632, overleden 1632/1635.

 

         13   Johanna van Hottinga, gedoopt Sexbierum 2 feb 1635, overleden n 3 aug 1674.

 

Bij huwelijk in 1659 uit Sexbierum.

Zij testeerde als weduwe te Franeker op 3-8-1674 (EEE 5-310v/311v,geregistreerd 5-12-1690).

 

Johanna is getrouwd Sexbierum 17 jul 1659 met Douwe van Walta, afkomstig uit Herbayum in 1659, overleden v 1674, zoon van Tjaert Holdinga van Walta en Foockel Hobbesdr van Waltinga.

 

Hij erfde in 1652 Sickemastate te Herbayum van zijn oom Andries van Waltinga en woonde daar na overlijden van zijn moeder.

Hij was grietman van Barradeel,benoemd 19-3-1661.

Zie ook GJB 1998-103.

 

 

         14   Luts van Hottinga, gedoopt Sexbierum 31 okt 1641,vermoedelijk jong overleden.

 

 

         

VIII-b Wyger van Hottinga, overleden na 1641, zoon van Here van Hottinga (VII-b) en Anna Wygersdr van Eelsma.

 

HEN K11-299: Hij wordt met broer Jarich en zuster Luts genoemd bij verkoop in 1639 (GJB 2001-123).

Hij noemde zich Eelsma van Hottinga en was in 1641 kapitein in het leger (HvF 8-6-1641).

 

Wyger is getrouwd Sexbierum 19 sep 1641 met  Wick van Dyxtra, dochter van Sicke Ritsckes van Dyxtra en Frouck van Galama.

 

Wick was weduwe van Jochem van Riscken.

 

Uit het huwelijk van Wyger en Wick:

 

1         Catharina van Hottinga.,overleden na 1670

 

Zij noemde zich Catharina Lucia Eelsma van Hottinga.

 

Catharina is getrouwd Workum 18 jan 1663 met Frederick van Inthiema., overleden na 17 okt 1686, zoon van Reynolt van Inthiema en Hylck van Galama.

 

Hij was eerder getrouwd in 1647 te Sexbierum met Maria van Rinia.

Frederick testeerde 17-10-1686.

 

 

VIII-c Jarich van Hottinga, overleden voor 1655, zoon van Here van Hottinga (VII-b) en Anna Wygersdr van Eelsma.

 

Jarich Hottinga is op 23-8-1625 student te Franeker en op 13-9-1626 te Groningen.

Bij huwelijk in 1630 luitenant en later kapitein bij het regiment Nassau.

Zijn gezin woonde te Tzum en in 1640 is hij eigenaar van Tzum stem 51, 93 pm.

 

Jarich is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 23 jan 1630 ,gerecht en getrouwd aldaar 18 feb 1630 met  Doedt van Idzerda, overleden Tzum 28 sep 1676, dochter van Meynert van Idzerda en His van Harinxma.

 

Zij doet als weduwe belijdenis te Tzum op 11-11-1655 en staat daar op de lidmatenlijst 1659/1675 met vermelding van overlijden op 28-9-1676.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Hisck van Hottinga, overleden Tzum 25 nov 1692, begraven Jelsum 8 dec 1692.

 

Zij was niet getrouwd en deed op 20-6-1658 belijdenis te Tzum.

Ze staat daar op de ledenlijst 1659/1685.

 

 

           2   Anna van Hottinga, overleden n 28 jul 1704.

 

Lidmaat te Tzum na belijdenis op 1-4-1670 en daar op de ledenlijst 1671,1675.

Als lidmaat naar Jelsum Pasen 1689;als weduwe ingekomen te Tzum op 10-11-1695 en vermeld als lidmaat in 1700 en overleden aldaar op 15-1-1706.

T347-992: zij testeerde op 28-4-1704 te Tzum als weduwe van Orck van Doyem (EEE6-365/368 d.d.3-4-1706).

Erfgename wordt de oudste dochter van Sjuck Tjaert van Burmania,grietman van Menaldumadeel.

 

Anna is in ondertrouw gegaan Franeker 23 nov 1679 ,gerecht, en getrouwd Herbayum 14 dec 1679 met Orck van Doyem, geboren Leeuwarden 15 apr 1646, overleden v 10 nov 1695, zoon van Orck van Doyem en Luts van Herema.

 

T326-256:hij testeerde met zijn eerste vrouw op 30-11-1669.

Bij zijn tweede huwelijk in 1679 afkomstig uit Tzum.

 

Orck is eerder getrouwd Anjum nov 1669 ,21-11-1669 att.Leeuwarden met Anna Susanna van Schwartzenberg, geboren 22 jul 1637, overleden 22 feb 1675.

 

           3   Magdalena van Hottinga, overleden Tzum 6 dec 1688.

 

Zij was niet getrouwd en staat op de ledenlijst van Tzum 1684/1685 met vermelding van overlijden op 6-12-1688.

 

 

           4   Dominica van Hottinga.

 

 

 

VIII-d Here van Hottinga, geboren ± 1572, overleden Dokkum 24 aug 1625, begraven aldaar ,grafschrift, zoon van N.van Hottinga (VII-c)

                      

Zijn afstamming is onzeker.

Op 17-4-1588 ingeschreven te Franeker als Hero ab Hottinga, student rechten en vermoedelijk op 8-6-1594 als student te Leiden.

Dr.Hero van Hottinga woonde met zijn gezin in Dokkum en was daar raad en advocaat van het College ter Admiraliteit.

Ook burgemeester van Dokkum (1606).

 

Here is getrouwd Leeuwarden 4 okt 1606 met  Johanna Gerbrantsdr van Ornia, geboren 7 mei 1584, overleden Dokkum 18 okt 1641 ,57 jaar,5 maanden en 11 dagen, begraven aldaar ,grafschrift.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Gerbrant van Hottinga, geboren ± 1610, volgt onder IX-a

 

           2   Douwe van Hottinga, geboren 28 sep 1613 (?), gedoopt Dokkum 20 apr 1614, overleden aldaar 24 sep 1620 ,7 jaar min 4 dagen, begraven aldaar ,grafschrift.

 

           3   Tietske van Hottinga, gedoopt Dokkum 28 jul 1619.

 

           4   Douwe van Hottinga, gedoopt Dokkum 14 feb 1621, overleden 1621/1622.

 

           5   Douwe van Hottinga, gedoopt 5 mei 1622, volgt onder IX-b

 

 

 

   IX-a Gerbrant van Hottinga, geboren ± 1610, overleden n 1642, zoon van Here van Hottinga (VIII-d) en Johanna Gerbrantsdr van Ornia.

 

Als Gerbrandus Hottinga op 23-8-1625 student te Franeker.

In 1635 als burgemeester in de magistraat van Dokkum (GsvD,185).

 

Gerbrant is in ondertrouw gegaan Dokkum 17 mrt 1637 ,gerecht met  Anna Paulusdr van Gemmenich.

 

Bij trouwen in 1637 uit Franeker.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Paulus van Hottinga, gedoopt Leeuwarden 12 jun 1640.

 

           2   Sierck van Hottinga, gedoopt Dokkum 6 apr 1642.

 

           3   Ena van Hottinga, overleden n 18 jul 1678.

 

           4   Titia van Hottinga, overleden n 1687.

 

Bij huwelijk in 1677 uit Leeuwarden.

Zij testeerde met haar man op 18-7-1678 te Leeuwarden (EEE5-97v/98v,geregistreerd 12-3-1683).

 

Titia is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 28 jul 1677 ,gerecht en getrouwd Swichem 12 aug 1677 (1) met Theodorus Bruynsveldt, overleden n 18 jul 1678.

 

Dr Bruynsveldt was in 1677 medicus te Leeuwarden.

 

Titia is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 9 okt 1687 en getrouwd aldaar 22 okt 1687 (2) met Hans Roeland.

 

In 1687 bij huwelijk vermeld als gewezen luitenant.

 

 

           5   Here van Hottinga.

 

Hij is ongehuwd overleden.

 

 

6 Cyriacus van Hottinga.

 

         

IX-b Douwe van Hottinga, gedoopt 5 mei 1622, overleden v 1662, zoon van Here van Hottinga (VIII-d) en Johanna Gerbrantsdr van Ornia.

 

In 1651 lid van de vroedschap en in 1658 genoemd als burgemeester van Dokkum (GsvD,199).

Zijn naam met anderen op de kerkklok van Dokkum uit 1653.

 

Douwe is in ondertrouw gegaan Dokkum 6 dec 1651 ,gerecht met  Rixt van Donia.

 

Bij trouwen in 1651 uit Burum,maar haar ouders zijn niet bekend.

 

Rixt is later getrouwd 1 mei 1662 met Abraham de Grau.

 

Uit het huwelijk van Douwe en Rixt:

 

           1   Johanna van Hottinga, gedoopt Dokkum 11 nov 1655, overleden na 1682.

 

In 1671 bij huwelijk uit Franeker,in 1679 uit Dokkum als weduwe van Johannes Wiersma,in 1682 uit Dokkum als weduwe van Abraham Acronius.

 

Johanna is in ondertrouw gegaan Franeker 25 nov 1671 ,gerecht, en getrouwd IJlst 10 dec 1671 (1) met Johannes Wiersma, overleden v 1679.

 

Bij huwelijk in 1671 nog lit.student te Franeker en later burgemeester van Dokkum.

 

Johanna is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 20 nov 1679 ,gerecht en getrouwd Dokkum 14 dec 1679 (2) met Abraham Acronius, overleden v 1682.

 

Bij trouwen in 1679 uit Leeuwarden.

 

Johanna is getrouwd Dokkum 2 feb 1682 (3) met Joachim Borgesius.

 

Bij huwelijk in 1682 kwam Dr.Joachim Borgesius uit Groningen.