Genealogie van het adellijk geslacht van Roorda
uit Tzummarum, Kubaard en Menaldum
Voor bronnen en afkortingen zie
pagina 6 van de site.
Eveneens voor het voorbehoud bij sommige
personen en filiaties.
I Goffe
van Roorda.
Misschien in 1416 te Tzummarum (GJB
1972-93).
Goffe was gehuwd met
Syts van Aylva,
waarschijnlijk dochter van Douwe van
Aylva.
Zij was afkomstig uit Witmarsum.
Zie ook GJB 1997-166 (noot 60) en
GJB 1995-166 (noot 2).
Uit dit huwelijk:
1 Ruurd van Roorda, volgt onder II.
2 Catharina van Roorda.
Zij en haar kinderen worden genoemd
in het testament van haar broer Ruurd uit 1442
.Scheiding en deling van zijn
nalatenschap in 1455 tussen zijn kinderen en haar kinderen.
Zie ook GJB 1994-144.
Catharina was gehuwd met Goffe van
Aebinga, overleden v 1455.
Zie GJB 1994-144 en GJB 1972-94.
II Ruurd van Roorda, overleden 1445,
begraven Thabor, zoon van Goffe van
Roorda (I) en Syts van Aylva.
Hij bezat een stins in Tzummarum.
Hij testeerde in 1442,waarbij de
stins wordt nagelaten aan zijn jongste zoon Ruurd uit 1e huwelijk;uit dit
testament blijkt ook dat alle kinderen van zijn eerste vrouw Ath Jaersum
zijn,behalve de jongste Popcke.
In 1455 was er scheiding van zijn
nalatenschap tussen enerzijds zijn zonen Johan en Ruurd en anderzijds de
kinderen van zijn zuster Catharina (zie GJB 1994-144).
Ruurd was gehuwd (1) met
Ath Jaersum, afkomstig uit
Kubaard.
Uit dit huwelijk:
1 Goffe van Roorda, volgt onder III-a.
2 Schelte van Roorda, overleden 1453.
Hij werd in 1453 vermoord te
Harlingen als repressaille voor de moord die zijn broer Johan dat jaar had
begaan op Douwe van Gerbranda (GJB 1998-100 en GJB 2011-242).
Hij is overleden zonder kinderen
3 Johan van Roorda, volgt onder III-b.
4 Syts van Roorda, overleden v 1485.
Syts was gehuwd met Hette van
Hemmema, overleden 1489, zoon van Doecke
van Hemmema en Hil van Onsta.
Hij woonde te Berlikum.
Genoemd in Pax-13 d.d.1455.
Genoemd in OFO I-181,252
d.d.14-3-1466,9-8-1474 en in OFO IV-31 d.d.23-6-1467.
OFO IV-75 d.d.28-6-1487:genoemd bij
het verbond tussen Westergo en delen van Oostergo.
Over hem en zijn 2e vrouw Ebel wordt
gesproken in OFO IV-84 d.d.4-5-1491.
Hette was later gehuwd met Ebel
Riencksdr van Juwsma, afkomstig uit Rinsumageest, overleden 1498, dochter
van Rienck van Juwsma en Sjouck Popckesdr van Donia.
5 Ruurd van Roorda, volgt onder III-c.
Ruurd was gehuwd (2) met
Foeck van Unia,
waarschijnlijk dochter van Keimpe (?) van
Unia en N.N..
Uit dit huwelijk:
6 misschien Popcke van Roorda, volgt onder III-d.
III-a Goffe van Roorda, overleden v 1455,
zoon van Ruurd van Roorda (II) en Ath Jaersum.
Hij leefde omstreeks 1443.
Goffe was gehuwd met
Catharina Douwesdr van Sjaerda,
,ook Sjaerdema,, dochter van Douwe van
Sjaerda ( later Sicke) en Catharina
van Roorda.
Uit dit huwelijk:
1 Goffe Goffes van Roorda, volgt onder
IV-a.
III-b Johan van Roorda, overleden 1473,
begraven in Klooster Anjum ,grafschrift Minnertsga, zoon van Ruurd van Roorda (II) en Ath Jaersum.
Hij woonde eerst te Tzummarum en
later te Kubaard.
Het nageslacht wordt genoemd Roorda
met de baar (te Kubaard en Menaldum).
Hij was de stichter van klooster
Bethanië te Tzummarum.
Hij vermoordde in 1453 bij Bolsward
Douwe Gerbranda (GJB 1998-100).
In 1468 met zijn broer Ruurd
betrokken bij gruweldaden in het klooster Lidlum.
Misschien genoemd in OFO IV-39
d.d.24-6-1472 (Fecke en Douwe van Aebinga zijn zijn neven).
Zijn overlijdensjaar 1473 staat
vermeld op een grafsteen in de kerk van Minnertsga.
Johan was gehuwd met
Rints Juwsdr van Juwinga,
,ook Jongema, overleden 1482, begraven in Klooster Anjum, waarschijnlijk
dochter van Juw van Juwinga en Rixt van Walta.
Haar overlijdensjaar staat vermeld
op een grafsteen in de kerk van Minnertsga.
Uit dit huwelijk:
1 Watze van Roorda, overleden voor 1501.
Watze overleed zonder kinderen.
In 1501 was zijn weduwe al hertrouwd
(GJB 2000-136)
Watze is getrouwd 1486 met Tjets
Keimpes van Unia, dochter van Keimpe
Feyckes van Unia en Frouck van Amama.
Tjets was later gehuwd met Tjaert van
Burmania, overleden Leeuwarden 4 mrt 1541, begraven Leeuwarden/Oldehove,
zoon van Rienck Upckes van Burmania
en Eeck Tjaertsdr van Burmania.
2 Ruurd van Roorda, volgt onder IV-b.
3 ?
Schelte van Roorda, overleden voor 1504 (?)
Hij was niet getrouwd.
Schelte wordt niet vermeld in 1504
bij de ondertekenaars van de reversaalbrief en staat niet op de lijst van
edelen d.d. 5-1-1505.
Zie ook bij zijn broer Sybrant.
4 Ath van Roorda, overleden voor 1511.
Bij RvA 1511 worden Ath Roorda/Ath
Heerma erven genoemd te Tzum met bezit aldaar.
Ath was gehuwd met Taecke van Herema,
overleden 1496, zoon van Gerrolt van
Herema en Hylck Aggesdr van Harinxma.
Hij woonde te Tzum en wordt als de
vader van Rints Tako Herums genoemd in OFO II-332 d.d.10-10-1526.
5 Rixt van Roorda, overleden na 1505.
GJB 1998-101:zij als dochter van
Johan Roorda en als moeder van Douwe Gerbranda.
Het huwelijk van Rixt met Eda was
een verzoening tussen de families Roorda en Gerbranda nadat de vader van Rixt
in 1453 de vader van Eda had vermoord.
Rixt was gehuwd met Eda van
Gerbranda, overleden Harlingen 1496/1504, zoon van Douwe van Gerbranda en N.N.
Hij woonde op Gerbrandastate bij
Harlingen.
Hij wordt al genoemd rond 1468. Zie
GJB 1998-100.
Vermoedelijk genoemd in OFO I-296
d.d.13-4-1479 als voogd over de kinderen van Schelte van Liauckema.
Bij een overeenkomst tussen Franeker
en Bolsward is in OFO II d.d.23-10-1494 sprake van Edo Douwa zonen.
OFO I-399 d.d.21-2-1493:Eda Douwes
Gerbranda zegelt een koopbrief.
OFO IV-112 d.d.1496/1504:zijn moeder
Popck heeft een claim op Eda vanwege haar ouderlijke goederen.
Eda wordt nog in 1496 genoemd als
hoofdeling te Harlingen maar komt niet meer voor bij de edelen uit 1504
(reversaalbrief).
OFO IV-204 d.d.13-2-1511:in het
testament van Douwe Pybes te Dronrijp worden de 3 zoons van Eda
n.l.Douwe,Rienck en Johan als begunstigden genoemd (blz.211).
6 Syts van Roorda, volgt onder IV-c.
7 ?
Sybrant van Roorda, overleden voor 1504 (?)
Deze Sybrant van Roorda hoort niet
bij de ondertekenaars van de reversaalbrief
in 1504 en staat niet op de lijst van edelen d.d. 5-1-1505.
Hij staat niet vermeld in het
“Burmaniaboek”, maar wordt wel vermeld door AvC met een zoon Here.
Het is dus niet onmogelijk dat met
deze Sybrant en zijn broer Schelte de gelijknamige broers onder V-a en V-b
worden bedoeld.
Sybrant onder V-b heeft een zoon
Here.
8 Juw van Roorda, volgt onder IV-d.
III-c Ruurd van Roorda, overleden na 1468,
zoon van Ruurd van Roorda (II) en Ath Jaersum.
Hij woonde te Tzummarum.
In 1468 met zijn broer Johan
betrokken bij gruweldaden in het klooster Lidlum.
In dat jaar wordt hij genoemd als
weduwnaar van Tryn Scheltesdr van Liauckema, maar dat lijkt onmogelijk.
Ruurd was gehuwd met
Tjets Taeckesdr van Regnalda,
overleden 1469, dochter van Taecke van
Regnalda en Sjouck van Albada.
Haar naam en die van haar dochter
uit een oud manuscript.
Zie hiervoor GJB 1994-46 en GJB
1997-164,166.
Uit dit huwelijk:
1 Sjouck Ruurdsdr van Roorda, overleden
1469.
Sjouck was gehuwd met Agge Sickes
van Albada, overleden 1462, zoon van Sicke
Ruurds van Albada en Catharina van
Poppinga, ,ook Popma.
Zie GJB 1997-166.
III-d Popcke van Roorda, overleden na 1480,
zoon van ? Ruurd van Roorda (II) en Foeck van Unia.
Hij is in 1468 en 1477 grietman van
Idaarderadeel.
Genoemd in OFO II-83,87
d.d.4-9-1477,30-4-1479.
OFO IV-54 en T327-18
d.d.12-9-1480:hij is betrokken te Weidum bij de verdeling van de ouderlijke
goederen tussen de broers Hette en Juw Dekema.
Hij wordt met zijn kinderen en
kleinkinderen genoemd in de Genealogia Ayttana.
Zie ook GJB 1972-92.
Hellinga en Noomen denken dat Popcke
een zoon is van Thiarck Rowerda , die in 1436 als grietman van Idaarderadeel
zegelt (GJB 2011-152).
Zijn zonen bij een onbekende vrouw:
1 Tjerck van Roorda, volgt onder IV-e.
2 Lieuwe van Roorda, volgt onder IV-f.
3 Ruurd van Roorda, volgt onder IV-g.
IV-a Goffe Goffes van Roorda, overleden 31
aug 1506, zoon van Goffe van Roorda
(III-a) en Catharina Douwesdr van Sjaerda.
OFO IV-50 d.d.21-2-1477:hij krijgt
recht op voorkoop van Ouricsmagoed van zijn neef Ruurd Johans van Roorda.
OFO IV-83 d.d.19-4-1491:hij heeft
een geschil met Juw van Dekema over Heringahuis te Baard.
OFO III-31 d.d.12-9-1502:genoemd bij
een regeling na overlijden van zijn zoon Johan.
Op 5-1-1505 staat Goffe Roorda op de
lijst van edelen uit Menaldumadeel.
Goffe testeerde in 1504.
Goffe was gehuwd (1) met
Ymck Fredericksdr van Hommema,
overleden 9 jan 1485, dochter van Frederick
van Hommema en Etheke Tietesdr van
Hettinga.
Uit dit huwelijk:
1 Schelte van Roorda, volgt onder V-a.
2 Catharina van Roorda.
3 Sybrant van Roorda, volgt onder V-b.
4 Johan van Roorda, volgt onder V-c.
5 Frederick van Roorda, volgt onder V-d.
6 Jets van Roorda.
7 Eets van
Roorda.,overleden na 1546.
Zij was non in het klooster Bethanië en wordt in 1546 vermeld als Eets
Goffedr met bezit te Tzummarum.
Goffe was gehuwd (2) met
Both Riencksdr van Glins,
overleden 9 jan 1508, dochter van Rienck
van Glins en Ath van Rinia.
IV-b Ruurd van Roorda, overleden n 30 mei
1487, zoon van Johan van Roorda
(III-b) en Rints Juwsdr van Juwinga,
,ook Jongema.
Zijn nageslacht komt uit Menaldum.
OFO IV-50 d.d.21-2-1477:hij en zijn
vrouw Syts schenken neef Goffe Goffes van Roorda recht op voorkoop van
Ouricsmagoed.
OFO II-119 d.d.13-2-1484:bevel aan
Oerck Abbezn om de door hem ingenomen stins van Ruurd Roorda terug te geven.
OFO II-152 d.d.30-4-1487:Oerck
Abbezn en Rioerd Roerda gehoord voor het gerecht van Menaldumadeel (zie
hiervoor ook GJB 2001-133).
Genoemd in 1487 in Menaldumadeel in
een register onder 77 en 123 (OFO IV-70).
Ruurd is getrouwd ± 1470 met Syts Riencksdr van Camstra,
overleden 26 nov 1481 *, begraven Menaldum, dochter van Rienck van Camstra en Tieth
van Unia.
Zij wordt in het stamboek F.A. niet
vermeld bij Camstra, maar volgens de 8 kwartieren van haar kleinzoon Ruurd van
Roorda zou zij een dochter zijn van Rienck van Camstra en Tieth van Unia (graf
Menaldum 29-9-1560).
Uit dit huwelijk:
1 Rienck van Roorda, volgt onder V-e.
2 Jan van Roorda, overleden n 1537.
Op 9-7-1504 tekende Johan Ryuerdsz
Roorda de reversaalbrief (nr.20).
Op 5-1-1505 staat Johan Riuwerts
Roorda op de lijst van edelen uit Wymbritseradeel.
HvF 16481-741 d.d.15-10-1537:met
zijn broer Rienck als gedaagden.
In de genealogie Roorda van de
gebroeders van Heemstra (T323-2754) wordt deze Johan van Roorda van Menaldum
verwisseld met Johan van Roorda van Kubaard. De in die genealogie als zijn vrouw vermelde Anna van Tietema
deugt dus ook niet.
Dat Ruurd van Roorda en Syts van
Camstra later in kwartieren verschijnen als ouders van Johan van Roorda van
Kubaard zal het gevolg zijn van deze fout.
IV-c Syts van Roorda, dochter van Johan van Roorda (III-b) en Rints Juwsdr van Juwinga, ,ook Jongema.
Syts is misschien getrouwd ± 1480 met Baucke
Parckes van Tietema, zoon van Parcke
van Tietema.
De relatie van Baucke met Syts
berust niet op een primaire bron, maar het Lineageboek Solckema wijst in die
richting.
Baucke was getrouwd met een nicht
van de oude Ruurd Roorda (Lineageboek);
deze Ruurd is een broer van Johan Roorda (III-b), de vader van Syts.
Johan, zoon van Baucke en Syts
(?),en dan genoemd naar zijn grootvader, kreeg het bezit te Kubaard via zijn
moeder Roorda (Lineageboek)..Johan (III-b), de vader van Syts, had bezittingen
te Kubaard.
Uit dit huwelijk:
1 Johan van Roorda, volgt onder V-f.
IV-d Juw van Roorda, overleden na 1511, zoon
van Johan van Roorda (III-b) en Rints Juwsdr van Juwinga, ook Jongema.
Op 9-7-1504 tekende Jouw Roorda de
reversaalbrief (nr.53)
Hij
staat als Iuw Roorda op 5-1-1505 op de lijst van edelen uit Barradeel.
Bij R.v.A.1511 heeft Juw Roorda van
Tzummarum veel bezit te Tzummarum,Ried en Firdgum.
Hij wordt ook vermeld als Julius van
Roorda , die woonde te Tzummarum/Firdgum.
Zie ook GJB 1970-47.
Juw was gehuwd met
Catharina Taeckesdr van Hermana,
overleden na 1514, dochter van Taecke van
Hermana en Ael Werpsdr van Juckema.
Genoemd als Katryn Tijcke Hermana in
1514 bij R.v.A IV-78,79 met eigendom.
Uit dit huwelijk:
1 Johan van Roorda, volgt onder V-g.
2 Taecke van Roorda, volgt onder V-h.
3 Rints van Roorda.
4 Juw van Roorda.
Overleden zonder kinderen.
5 Hil van Roorda.
Hil was waarschijnlijk gehuwd met Haring
van Popma, overleden 16 jul 1500, zoon van Wybe van Popma en Bauck van
Gerbranda.
Hij sneuvelde in de slag bij
Franeker.
Haring was weduwnaar van N. Hoytesdr
van Hoytema, dochter van Hoyte van
Hoytema en Eesck van Hiddema.
IV-e Tjerck van Roorda, overleden 1502/1510,
zoon van Popcke van Roorda (III-d).
In de jaren 1491/1497 procedeert
Tierck Popkes dikwijls voor het gerecht van Sneek (GJB 2011-152).
Hij woonde later te Idaard en was in
1502 grietman van Idaarderadeel.
Zie ook GJB 1972-91 onder 47786.
Tjerck was gehuwd met
Jodoca (Joost) Ndr, overleden
voor 12 mrt 1541.
In 1510 koopt Joest Tierck Popkes
een huis te Sneek.
In 1511 is Joest Tierx wedue ter
Sneek eigenaar van 2 sates te Goënga (GJB 2011-153).
Scheiding van haar goederen t.g.v.de
kinderen van dochter Hack op 12-3-1541.
Zie GJB 2002-114.
Uit dit huwelijk:
1 Hack van Roorda, overleden n 1530.
Zie GJB 1972-89 en GJB 2002-113,114.
Hack was gehuwd (1) met Hette van
Hettema, zoon van Feycke van Hettema
en Syts Rintzesdr van Aytta.
Hack was gehuwd (2) met Lolcke
Hessels van Rheen, overleden 30 apr 1546, begraven Lutkewierum
,grafschrift, zoon van Hessel Lolckes van
Rheen en Bauck Taeckesdr van Bootsma.
Hij is gebruiker en deels eigenaar
van Lutkewierum stem 18.
HEN 36-7v d.d.1529:Lolcke Hessels
koopt een rente op het goed waar hij woont.
HEN 36-31 d.d.1530:Lolcke Hessels
koopt steeds 2pm.land van de sate waarop hij woont,in totaal 18 ŕ 19 pm. (tot
1535).
HEN 37-29 d.d.1542:Lolcke Hessels
koopt een rente uit de sate,waarop hij woont.
HEN 37-84 d.d.1547: de erfgenamen
van Lolcke Hessels verkopen aan Epe Pieters een huis "toe
Reen",waarin hij woont.
HEN 38-92,138 d.d.1561:in 1554
procedeerden de erfgenamen van Lolcke Hessels en Watze Hessels te Reen contra
Tjerck Tjercks.
In 1547,1560 en 1575 is Epe Pieters
bewoner op deze sate.
IV-f Lieuwe van Roorda, overleden in Rome
(G.A.), zoon van Popcke van Roorda
(III-d).
Lieuwe was gehuwd met
N.N..
Uit dit huwelijk:
1 Matthias van Roorda.
Hij was deken-baszanger bij de Keizerlijke Kapel in Anderlecht bij Brussel (GJB 2011-152).
IV-g Ruurd van Roorda, zoon van Popcke van Roorda (III-d).
Ruurd was gehuwd met
N.N..
Uit dit huwelijk:
1 Popcke van Roorda, volgt onder V-i.
V-a Schelte van Roorda, overleden voor1550
,21-6-1543 ?, zoon van Goffe Goffes van
Roorda (IV-a) en Ymck Fredericksdr
van Hommema.
Schelte woonde te Tzummarum en
Berlikum.
Bij RvA 1511 wordt Schelte als
heerschap vermeld te Berlikum (1715,1721,1722,1743) en te Dronrijp (1896) en te
Huins (2358).
In 1515 bij de heerschappen, die
Karel V huldigen, als Schelto Roerda (lijst Thabor) en als Schelto Roorda
(lijst Winsemius).
Register Zwanejachten 1529: Hero
Roerda doet aangifte namens zijn oom Schelte Roorda betreffende
“Ghietenserstate” te Kubaard (stem 21).
HvF 16480-403 d.d.14-7-1529:Schelte
en zijn broer Sybrant als aangeklaagden.
In 1550 erfden 5 van zijn kinderen
van zijn broer Sybrant.
Volgens het "Dootboeck"
overlijdt een Schelte van Roorda op 21-6-1543 en wordt begraven te Berlikum.
Schelte was gehuwd met
Jel Heresdr van Hottinga,
overleden n 1536 ?, dochter van Here van
Hottinga en Tjets Haringsdr van
Harinxma.
Uit dit huwelijk:
1 Popck Scheltesdr van Roorda, afkomstig
uit Tzummarum, overleden 7 mei 1558 *, begraven Heeg ,grafschrift.
Popck was gehuwd met Douwe van
Harinxma, ,thoe Heeg, overleden 11 dec 1569 *, begraven Heeg ,grafschrift,
zoon van Haring van Harinxma, ,thoe
Heeg en Bauck Riencksdr van Burmania.
In 1549 woonden hij en zijn vrouw op
Graldastate;hij was kapitein bij de infanterie.
T344-668:boedelscheiding tussen de
kinderen van Douwe en Popck.
2 Christoffel van Roorda, afkomstig uit
Tzummarum, volgt onder VI-a.
3 Schelte van Roorda, overleden na 1580
Schelte als echtgenoot van Jel (GJB
1998-140).
HEN 41-6 d.d.1580: Schelte Roorda te
Tzummarum eist verkoop van land te Kubaard, land verhuurd door Swob van Roorda
(zijn zuster).
Schelte was gehuwd met Jel van
Botnia, overleden 23 jan 1616 *, begraven Leeuwarden,Jacobijnerkerk, 29 jan
1616, dochter van Syds van Botnia en Bauck van Camstra.
HvF 16698-120 d.d.1579:Jel Botnia
,getrouwd met Schelte Roorda, maar weduwe van Sjoerd Beyma.
Zie ook GJB 1998-140.
Jel was weduwe van Sjoerd Lieuwes van
Beyma, overleden 1568, zoon van Lieuwe
Sjoerds van Beyma en Taeck van
Mockema.
Jel was weduwe van Pier van Goslinga,
zoon van Sipt van Goslinga en Perck Piersdr van Sjaerda.
4 Swob Scheltesdr van Roorda, overleden
na 1589.
Swob als weduwe te Welsrijp in
1573,1581 en 1584.
Inventarisatie te Leeuwarden
d.d.21-10-1621.
Swob was gehuwd met Otte Uninga van
Hoytema, afkomstig uit Joure, overleden voor 1573, zoon van Hoyte Bottes Uninga van Hoytema en Ydt Ottesdr van Galama.
Otte was weduwnaar van Teth van
Hettinga, dochter van Epe van
Hettinga en Wypck Simonsdr van
Hoytema.
Als heer Otte van Hania op “Hania”
te Welsrijp (stem 4).
HEN 42-9 d.d.1587: zijn weeskinderen
Tjets,Jel en Atke hebben Joost van Herema als curator en deze verhuurt voor hen
de sate.
HEN 42-53 d.d.1589: zijn kinderen
Teth (>25) ,Jel en Atke (22) verkopen met hun moeder de sate.
5 Johan van Roorda.
Hij is jong overleden.
V-b Sybrant van Roorda, overleden
Leeuwarden 11 okt 1550, begraven Klooster Anjum ,grafschrift Spannum, zoon van Goffe Goffes van Roorda (IV-a) en Ymck Fredericksdr van Hommema.
Hij woonde “Groot Duinterp” te
Spannum (was daar ook gebruiker van, later stem 5).
OFO III-31 d.d.12-9-1502:vermeld als
Sibren Goffaz met zijn vader Goffe Roerda en de weduwe van zijn broer Johan
Goffaz.
Sibrandt Roorda ondertekende op
9-7-1504 de reversaalbrief (nr.109)
Op 5-1-1505 staat Sybrandt Roorda in
het register van edelen uit Hennaarderadeel
Bij RvA 1511 wordt Sybrant Roorda
vermeld als heerschap met bezit te Berlikum (onder
1714,1718,1725,1784,1787,1792), te Huins (2348 en 2352), te Kubaard (1233 en
1254), te Spannum (1258,1274, 1277), te Tzum (922-181) en te Wommels (119b).
OFO IV-224 d.d.7-6-1514:genoemd als
Sybren Goffe zin Roerda bij verkoop van land onder Beetgum.
In 1515 bij de heerschappen, die Karel
V huldigen, als Sybrant Roerda (lijst Thabor) en als Sybrandt Roorda (lijst Winsemius).
Chbk II-413: in 1521 gaat hij met
Keimpe van Martena als afgevaardigden naar de Rijksdag te Worms.
HvF 16481-516 d.d.3-10-1536:een zaak
tegen Sybrant en zijn vrouw te Spannum met eiser Sicke van Gratinga.
HvF 16481-570 d.d.28-11-1536:Sybrant
Roorda gedaagde.
HvF 16481-12 d.d.4-6-1538:er wordt
geprocedeerd tegen Sybrant Roorda te Spannum en Tieth,weduwe Here Hottinga
(Wommels).
HvF 16481-145 d.d.20-12-1538:hij
behartigt de zaken van zijn vrouw Haring inzake land te Boer.
HvF 16481-283 d.d.15-7-1539:hij als
aangeklaagde.
T3-57,58,96:instructies van de
Staten d.d.17-9-1539 voor onderhandeling.
HvF 16481-296 d.d.30-9-1539:Popcke
Sybesz contra Sybrant Roorda.
BB 1543: Zybrant Roorda met bezit te
Oosterend ; zijn zoon George woont op
“Duinterp” te Spannum (stem 5 ), dus al voor de dood van zijn vader.
Hij testeerde op 17-9-1550 (F.T.210
en T326-883),waar als kinderen worden genoemd Goffe, George (=Jurjen) en wijlen
Imck.
Hierbij wordt bevestigd dat het
erfgoed te Spannum voor zoon George is; bovendien ontvangt hij in 1550 een
vierde deel van een sate”tot Gheens”onder Wommels (Geins, stem3)
Zie ook GJB 1994-29.
Sybrant was gehuwd met
Haring Heresdr van Hottinga,
overleden 14 apr 1539, begraven te ? ,grafschrift Spannum, dochter van Here van Hottinga en Tjets Haringsdr van Harinxma.
Uit dit huwelijk:
1 Goffe van Roorda, volgt onder VI-b.
2 Here van Roorda, afkomstig uit
Tzummarum, overleden 1541.
Hij woonde met zijn vrouw op
Camminghaburg bij Leeuwarden.
HvF 16481-507 d.d.15-7-1536 en
16481-211 d.d.4-3-1539:hij procedeert namens zijn grootmoeder Tietze.
Here was gehuwd met Rints Fransdr
van Minnema, overleden 1 feb 1546, begraven Leeuwarden,Jacobijnerkerk
,grafschrift, dochter van Frans Sipckes
van Minnema en Rints Tietesdr van
Hommema.
Zij woonde met haar man op
Camminghaburg en sloot in 1536 een overeenkomst met het stadsbestuur van
Leeuwarden om bijstand voor Camminghaburg in geval van oorlog.
HvF 16481-527 d.d.27-10-1536:als
weduwe van Wytze met haar broer en zusters bij de gedaagden.
Zij testeerde in 1533 en 1545
(F.T.129 en 189).
Rints was weduwe van Wytze van
Cammingha, overleden 1533 ,na 24-10-1533, begraven
Leeuwarden,Jacobijnerkerk ,onduidelijk grafschrift, zoon van Rienck van Eminga, ,later van Cammingha
en Sjouck Hayesdr van Cammingha.
3 Jurjen van Roorda, ook George,
afkomstig uit Tzummarum, volgt onder VI-c.
4 Ymck Sybrantsdr van Roorda, overleden
11 apr 1545 *, begraven Hitzum.
Toen haar vader testeerde was zij al
overleden,maar haar zoon Hero kwam in haar plaats (GJB 1994-29).
Ymck was gehuwd met Bocke van
Gratinga, overleden 5 feb 1545 *, begraven Hitzum, zoon van Sicke van Gratinga en Ydt van Dekema.
Hij woonde te Hitzum.
Zie voor hem en zijn vrouw GJB
1994-28,29.
5 Anna Sybrantsdr van Roorda,
overleden 1538/1550
Anna was gehuwd met Pier van
Burmania, overleden na 1538, zoon van Douwe
van Burmania en Ath Piersdr Bonninga
van Sjaerda.
HvF 16481-701,71 d.d.14-7-1537 en
15-10-1538:hij namens zijn broers en zusters en met zijn zwager Jancke Douma en
zijn ooms Goffe Piers en Frans Roorda als gedaagden.
Hij woonde te Wommels en stierf
kinderloos.
Pier was later gehuwd met Bauck
Pietersdr van Aggema, dochter van Pieter
Aggema van Walta en Jets Sydsdr van
Eminga.
V-c Johan van Roorda, overleden voor 12 sep
1502, zoon van Goffe Goffes van Roorda
(IV-a) en Ymck Fredericksdr van Hommema.
In OFO III-31 d.d.12-9-1502 wordt
zijn vrouw als weduwe vermeld.
Op 5-1-1505 staan Jan Goffens kinderen
op de lijst van edelen uit Menaldumadeel.
Vermoedelijk worden zijn wezen/erven
vermeld bij R.v.A. 1511 met bezit te Tzummarum.
Johan was gehuwd met
Tieth Sydsdr van Scheltema,
overleden na 10 jul 1506, dochter van Syds
Scheltes van Scheltema en Syts
Hommesdr van Oedtsma.
OFO III-31 d.d.12-9-1502:genoemd als
weduwe van Johan Goffes met kinderen bij een overeenkomst tussen haar broer
Schelte,haar schoonvader Goffe Roorda en haar zwager Sibren Goffes.
OFO I-512 d.d.10-7-1506:zij woont te
Weidum en verkoopt aan haar broer Schelte.
Tieth was later gehuwd met Rinnert
Saeckles van Popma, zoon van Saeckle
van Popma en Frouck Feyesdr van
Goslinga.
Uit het huwelijk van Johan en Tieth:
1 Johan van Roorda, overleden 28 jan 1541
*.
Prebendaris te Goutum.
In 1540 met grondbezit te Hempens en
Goutum.
HvF 16480-403 d.d.14-7-1529:hij
procedeert met zijn broer Frans en zuster Rints tegen hun ooms Sybrant en
Schelte.
2 Frans van Roorda, volgt onder VI-d.
3 Rints Johansdr van Roorda, overleden 3
mrt 1547, begraven Holwerd ,grafschrift.
Genoemd met haar broers Johan en
Frans bij HvF 16480-403 d.d.14-7-1529.
Rints was gehuwd met Syds van Bonga,
,ook Buwenga, overleden 31 mrt 1549 *, begraven Leeuwarden,Oldehove,
waarschijnlijk zoon van Hessel van Bonga.
Op 5-1-1505 op de lijst van Friese
edelen (T342-05,62).
Hij woonde op Bongastate te Holwerd
en wordt daar genoemd bij R.v.A.1511,met ook bezit te Reitsum.
In 1517 genoemd als grietman van
Westdongeradeel.
Zie ook GJB 1975-9.
Syds was weduwnaar van Auck Gerckesdr
van Stania, overleden 26 nov 1518, dochter van Gercke van Stania en Luts
Jeppesdr van Stenstera.
V-d Frederick van Roorda, overleden 1539,
zoon van Goffe Goffes van Roorda
(IV-a) en Ymck Fredericksdr van Hommema.
In 1501 student te Heidelberg (GJB
2001-107).
Fredrick Roerda tekent op 9-7-1504
de reversaalbrief (nr.10 en nr.174).
Op 5-1-1505 als Fredryck Goffesz op
de lijst van edelen uit Menaldumadeel.
In 1511/1514 vermeld met bezit te
Weidum,Baard en Huins.
Hij was grietman van Schoterland
1521-1524.
Niet vermeld in SFA, maar zie
F.T.210 d.d.17-9-1550.
Frederick was gehuwd met
Ael Bavesdr van Haersma,
afkomstig uit Idskenhuizen.
Uit dit huwelijk:
1 Rints van Roorda.
Haar kinderen ontvangen een legaat van haar oom Sybrant (F.T.210 d.d.17-9-1550).
Rints was gehuwd met Douwe van
Offenhusen, geboren ± 1513, overleden 1560/1573, zoon van Hans van Offenhusen en Auck van Fernea.
Op 31-8-1531 student te Leuven.
Zie verder GJB 2001-107.
2 Bave van Roorda, volgt onder VI-e.
3 Jel van Roorda.
Haar kinderen ontvangen een legaat
van haar oom Sybrant (Zie F.T.210 d.d.17-9-1550 en GJB 2001-105).
Jel was gehuwd met Joucke Oenes
Tjepckema.
Hij woonde te Goëngarijp.
V-e Rienck van Roorda, overleden 8 aug 1549
*, begraven Menaldum ,grafschrift, zoon van Ruurd
van Roorda (IV-b) en Syts Riencksdr
van Camstra.
Op 9-7-1504 tekende Rienick Riurtsz
Roorda de reversaalbrief (nr.21).
Op 5-1-1505 staat Rienick Roorda op
de lijst van edelen uit Menaldumadeel.
Bij R.v.A 1511 vermeld met bezit van
en wonend op Orxmastate te Menaldum (later stem 15).
Zie ook Grafschriften IV-125.
In 1515 bij de heerschappen, die
Karel V huldigen, als Rienck Rioerdz Rorda (lijst Thabor), niet vermeld op
lijst Winsemius.
Met zijn broer Jan als gedaagden bij
HVF 16481-741 d.d.15-10-1537.
Rienck was gehuwd met
Rixt Ritskesdr van Juckema,
overleden 13 dec 1539 *, begraven Menaldum ,grafschrift, dochter van Ritscke van Juckema en Syts Douwesdr van Baerda, ook Syts van
Aesgama genoemd.
Zie Grafschriften IV-125.
Uit dit huwelijk:
1 Ruurd van Roorda, volgt onder VI-f.
2 Anna Riencksdr van Roorda, overleden 14
aug 1548 *, begraven Menaldum ,grafschrift.
In 1559 is haar broer Ruurd voogd
over de kinderen (GJB 2001-108).
Zie ook Grafschriften IV (Menaldum).
Anna was gehuwd met Hercke van Popma,
overleden 8 jun 1554 *, begraven Menaldum, zoon van Rienck van Popma en Riem van
Adčlen.
3 Syts Riencksdr van Roorda.
Zij was niet getrouwd.
4 Tryn Riencksdr van Roorda, overleden n
okt 1563.
Zie GJB 2001-101.
Tryn is getrouwd v 1545 (1) met Douwe
van Gratinga, overleden v 1554, zoon van Sicke van Gratinga en Ydt van
Dekema.
Overleden in 1557 is fout (zie GJB
2001-145,noot 69).
Tryn was gehuwd (2) met Atte van
Fernia, overleden 9 okt 1569, begraven Minnertsga.
Atte is later getrouwd 1564/1565 met Ansck
van Roorda, overleden 2 dec 1588, begraven Minnertsga ,grafschrift, dochter
van Ruurd van Roorda (VI-g) en Doutzen Hansdr van Sassinga.
5 Hil Riencksdr van Roorda, overleden
1560.
In 1560 als ze doodziek is wordt ze
opgezocht door haar zuster Tryn (zie GJB 2001-101,102).
Hil was gehuwd (1) met Haring van
Popma, overleden 26 mrt 1553 *, begraven Tzummarum, zoon van Wybe van Popma en Margaretha Wilckesdr van Rinia.
Hij overleed zonder kinderen.
Hil was gehuwd (2) met Jacob Vormen
Adeler.
Zie GJB 2001-102.
V-f Johan van Roorda, overleden 14 jan
1541, begraven Kubaard ,grafschrift, zoon van Baucke Parckes van Tietema en waarschijnlijk Syts van Roorda (IV-c).
Lineageboek Solckema: Baucke Tietema verwekte bij een nicht van de oude Ruurd Roorda een zoon Johan, die de naam Roorda van zijn moeder aannam en tot vrouw nam Anna Hesselsdr thoe Bosum, bij wie verscheidene kinderen zoals Ruurd Roorda te Hennaard, Hessel Roorda te Oosterend en dochters.
Syts van Roorda, zijn vermoedelijke
moeder, had inderdaad als oom de oude Ruurd van Roorda..
Johan zou dan genoemd zijn naar de
grootvader van moederskant, van wie het bezit te Kubaard afkomstig was.
Merk op dat Johan een dochter Syts
heeft.
Johan nam de naam aan van zijn
moeder en woonde te Kubaard en Hennaard.
Het bezit “Jorum” te Kubaard kwam
van moederskant, zie ook bij Syts van Roorda (IV-c).
Op 5-1-1505 wordt deze Johan van
Roorda niet vermeld op de lijst van edelen uit Friesland.
Bij R.v.A 1511 wordt Johan van
Roorda van Kubaard genoemd onder 1229 met veel bezit o.a.Jorum (120 pm, later
stem 3 Kubaard) en ook Bozum (nr.2223), mischien afkomstig van zijn vrouw Anna.
Verder had hij nog bezit van de
Tietema’s te Ypecolsga (RvA II-181).
OFO II-320
d.d.12-11-1524:overeenkomst van Johan Roerda met de plaats Kubaard.
1529 Jan Roerda doet aangifte
zwanejacht aangaande “syn goet te Cubaert”.
Zie ook OFO II-210 d.d.1538.
T323-01/378:stukken betreffende
goederen van Johan van Roorda en Anna uit 1541.
Johan was gehuwd met
Anna Hesselsdr van Hanckema,
afkomstig uit Bozum, overleden 16 apr 1539, begraven Kubaard ,grafschrift,
dochter van Hessel van Hanckema en Foockel Hesselsdr van Jongema.
Misschien is Wybe Hanckema een broer van Anna. Op de lijst van edelen uit Hennaarderadeel d.d.5-1-1505 staan vermeld Wybe Hanckema kinderen.
Volgens het Burmaniaboek zou eertijds op de grafsteen van Johan en Anna te Kubaard als namen van hun ouders hebben gestaan: Roorda, Camstra, Hanckema, Jongema.
Op het graf van kleindochterTeth van Sjaerda, overleden 1561, begraven Rinsumageest,worden voor de ouders van Johan en Anna de wapens Roerda, Kamstra, Tetema, Walta vermeld
De naam Camstra is in beide gevallen niet te plaatsen en zal daar berusten op een fout.
De ouders zijn namelijk Baucke van Tietema x N.van Roorda en Hessel van Hanckema x Foockel van Jongema
Onder de namen van de kinderen van Johan en Anna vinden we Hessel en Foockel en ook Syts.
Uit het huwelijk van Johan en
Anna:
1 Watze van Roorda, overleden 26 mei
1547, begraven Kubaard ,grafschrift.
Watze was doctor in de rechten en
grietman van Hennaarderadeel 1541/1547.
Watze woonde te Kubaard en wordt
genoemd in F.T.148 d.d.24-10-1538.
Hij kreeg in 1541 bij
scheiding/deling van het bezit van zijn ouders “Jorummalanden” te Kubaard
(T323).
Bij BB 1543 genoemd als naastligger
te Kubaard.
In 1544 als grietman (GJB 2000-94).
Hij had uit zijn 1e huwelijk met
Ansck 4 kinderen,die allen stierven jong stierven (zie GJB 1998-139).
Watze was gehuwd (1) met Ansck Tjallingsdr van Botnia, overleden
28 jan 1543, begraven Kubaard ,grafschrift, dochter van Tjalling van Botnia, ,ook Jeppema en Frouck van Hottinga.
Op het graf de wapens
Roorda/Tietema,Hanckema,Botnia,Hottinga.
Volgens "Burmania" is zij
overleden in 1543 en de sterfdatum 28-1-1546 op het graf is dus fout afgelezen.
Watze was gehuwd (2) met Hylck van
Roorda, overleden na 1550, dochter van Taecke van Roorda (V-h) en Wick
van Walta
Ook
volgens kwartieren van haar achterkleindochter Edwert van Juckema was zij een
Roorda.
. Hylck hertrouwde met Here van
Ockinga, overleden 1574, zoon
van Joost
van Ockinga en Luts van Minnema
2 Ruurd van Roorda, volgt onder VI-g.
3 Syts Johansdr van Roorda, overleden na
1566.
T347-906:zij testeerde als weduwe op
21-6-1563 (zie ook GJB 1995-153).
Nog genoemd in 1566/1567 bij
wandelkoop (GJB 2000-89).
Syts was gehuwd met Watze van Aylva,
overleden voor 21 jun 1563 ,op 29-5-1541 ?, zoon van Sjoerd van Aylva en Syts
Watzesdr van Walta.
Hij woonde op Berrum te Tzum.
Zie ook GJB 1995-150, waar als zijn
schoonouders worden genoemd Joan Roorda en Anna Hanckema.
4 Hessel van Roorda, volgt onder VI-h.
5 Foockel Johansdr van Roorda, afkomstig
uit Hennaard, overleden 8 jul 1558, begraven Folsgare ,grafschrift.
Foockel was gehuwd met Hobbe van
Sjaerda, overleden 27 nov 1557, begraven Folsgare ,grafschrift, zoon van Pier van Sjaerda en Tryn van Ockinga.
Hij woonde te Oppenhuizen.
Uit de wapens op het graf van zijn
dochter Teth zou blijken dat hij een zoon is van Pier van Sjaerda en Tryn van
Ockinga, maar dat zijn z’n grootouders.
SFA noteert hem als zoon van Goffe
en Teth Hobbesdr van Epinga (hij is dan genoemd naar zijn grootvader en zijn
dochter naar zijn moeder).
Hobbe is er ook niet bij als de
kinderen van Pier in 1537 de erfenis van hun broer Tjomme opeisen.
V-g Johan van Roorda, zoon van Juw van Roorda (IV-d) en Catharina Taeckesdr van Hermana.
Genoemd GJB 1970-47.
Johan was gehuwd met
Anna van Walta, dochter van Douwe van Walta en Hylck van Dekema.
Anna was later gehuwd met Rippert Wygers van Eelsma, overleden n
1546, begraven Sexbierum, zoon van Wyger
van Eelsma en Swob Hobbesdr van
Epinga.
Uit het huwelijk van Johan en
Anna:
1 Hylck van Roorda, overleden v 1582.
Zie GJB 1970-47.
Hylck was gehuwd met Wybren van
Hermana, overleden v 1582, zoon van Hobbe
van Hermana en Wick Hesselsdr van
Feytsma.
De 3 jongste weeskinderen van
Wybrant en Hylck stonden in 1582 onder voogdij van Hessel van Eminga,getrouwd
met Wick van Hermana.
2 Catharina van Roorda.
Catharina was gehuwd met Syds van
Eminga, overleden 26 jul 1605 *, begraven Schingen, zoon van Minne van Eminga en Eelck Bottesdr van Jarla.
Hij woonde te Schngen.
HvF 16701-249 d.d.1585: Syds van
Eminga te Schingen,broer van Botte,en voogd over diens kinderen.
Syds was weduwnaar van Doedt van Sjoerda,
,ook Sjorda.
3Johan van Roorda.
Volgens SFA geboren na het overlijden van zijn vader.
V-h Taecke van Roorda, overleden 20 mei
1545, begraven Firdgum ,grafschrift, zoon van Juw van Roorda (IV-d) en Catharina
Taeckesdr van Hermana.
Taecke was gehuwd met
Wick van Walta, overleden 19
feb 1546, begraven Firdgum ,grafschrift, dochter van Douwe van Walta en Hylck van
Dekema.
In 1546 is er bezit voor
Taecke Roorda erven te Tzummarum en Firdgum.
Uit dit huwelijk:
1 Juw van Roorda, overleden 1540.
2 Catharina van Roorda, overleden 17 dec
1562 *, begraven Leeuwarden,Jacobijnerkerk.
Na het overlijden van Haye zou zij
een zoon hebben gekregen,die nog voor haar overleed.
Catharina was gehuwd met Haye van
Cammingha, geboren 1503, overleden Leeuwarden 19 dec 1556 *, begraven
Ballum ,grafschrift, zoon van Pieter van
Cammingha en Fouwel van Eminga.
Studeerde eerst in
Duitsland,Frankrijk en Italië.
Eigenaar en bewoner van het
Amelandshuis te Leeuwarden,dat hij van zijn ouders had geërfd.
Bij RvA 1540 genoemd met bezit in
omgeving Leeuwarden,maar ook o.a.te Marrum.
Na het overlijden van zijn broer
Wytze heer van Ameland.
Hij werd in Leeuwarden vermoord door
Feye Houwerda van Meckema.
3 Hylck van Roorda.
Hylck was gehuwd met Watze van
Roorda, overleden 26 mei 1547, begraven Kubaard ,grafschrift, zoon van Johan van Roorda (V-f) en Anna Hesselsdr van Hanckema.
Watze was later gehuwd met Ansck
Tjallingsdr van Botnia, overleden 28 jan 1546, begraven Kubaard
,grafschrift, dochter van Tjalling van
Botnia, ,ook Jeppema en Frouck van
Hottinga.
V-i Popcke van Roorda, overleden 1544, zoon
van Ruurd van Roorda (IV-g) en N.N..
In 1511 met bezittingen te
Grouw,Sybrandaburen en Rauwerd.
In 1522 grietman van Idaarderadeel.
In 1543 kerkvoogd van Grouw.
Zie verder voor bijzonderheden GJB
2011-152,153.
Popcke was gehuwd met
Margaretha van Arnhem.
In 1544 wordt Popke Ruerdtsz Roorda nog te Sneek vermeld maar op 24-10-1544 is sprake van zijn weduwe Griet of Margriete (zie GJB 2011-153).
Uit dit huwelijk:
1 Carel van Roorda, geboren 1530/1531,
overleden 10 nov 1601, begraven Leeuwarden,Jacobijnerkerk ,grafschrift.
Fries vrijheidsstrijder en lid van
het verbond der edelen.
Zijn erfgenamen genoemd bij een
proces uit 1604 (GJB 1984-44).
Zie voor hem de Encyclopedie van
Friesland.
2 Popcke van Roorda, volgt onder VI-i.
3 Anna van Roorda.
VI-a Christoffel van Roorda, afkomstig uit
Tzummarum, overleden n 1549, zoon van Schelte
van Roorda (V-a) en Jel Heresdr van
Hottinga.
Christoffel was gehuwd (1) met Rints Winnema.
Christoffel was gehuwd (2) met Teth Goslicksdr van
Juwinga, overleden 1549 ,na 13-1-1549, dochter van Goslick van Juwinga, ,ook Jongema en Ydt Sytzesdr van Harinxma.
Zij testeerde als Teth Jongema op
13-1-1549 (F.T.202 en T323-25).Volgens dit testament heeft zij dan 2 kinderen.
Uit dit huwelijk:
1 Tjets van Roorda.
Tjets was gehuwd met Luyrt Reynis
Alberda, afkomstig uit Groningerland.
2 N. van Roorda.
VI-b Goffe van Roorda, overleden 23 apr 1559
*, begraven Franeker ,grafschrift, zoon van Sybrant
van Roorda (V-b) en Haring Heresdr
van Hottinga.
Goffe was gehuwd met
Mechteld van Naerden, dochter
van Maerten van Naerden en Petronella Obrechtsdr van Zuylen (zie HvR).
Uit dit huwelijk:
1 Haring van Roorda, afkomstig uit
Tzummarum, overleden 20 apr 1621, begraven Jelsum ,grafschrift.
HvF 16710 d.d.23-3-1613:Upcke van
Burmania heeft een zaak tegen haar en haar zuster Petronella.
T7-429:herziening van een proces van
Haring,Petronella en Perck,de dochter van hun broer,contra de kinderen van
Rints van Roorda.
Haring was gehuwd met Albert van
Dekema, geboren ± 1555, overleden Weidum 11 jan 1609 *,53 jaar, begraven
Jelsum ,grafschrift, zoon van Pieter van
Dekema en Catharina van Loo.
Na 1578 in ballingschap (C.E. 1580)
en als vaandrig in het leger onder zijn broer hopman Rienck.
T327-1416:Scheiding en deling in
1596 tussen enerzijds Rienck en Albert van Dekema en anderzijds Tjalling van
Botnia inzake goederen geërfd van hun oom Hette van Dekema (testament 1588).
Statenresolutie d.d.25-3-1603:het
huis van Rienck en Albert van Dekema annex aan het hof van graaf Willem
Lodewijk te Leeuwarden wordt door de staten gekocht voor 8895 gulden.
Hij had geen kinderen en testeerde
te Jelsum in 1604,waarbij de nalatenschap kwam aan Schelte van Aebinga (kopie
van zijn testament in T327-1643 en ook DDD 1-108).
Hij overleed op de begrafenis van
Foockel van Botnia te Weidum.
Zie ook Grafschriften Roorda-IV-42
en Walle [3181].Voor de namen op de Dekema-Roorda steen te Jelsum zie het
bestand Dekema.
2 Sybrant van Roorda, volgt onder VII-a.
3 Petronella van Roorda, overleden n
1613.
Zij was niet getrouwd.
HvF 16710 d.d.23-3-1613:Upcke van
Burmania contra de gezusters Petronella en Haring van Roorda.
Zie ook T7-429.
VI-c Jurjen van Roorda, ook George,
afkomstig uit Tzummarum, overleden Antwerpen 1553, zoon van Sybrant van Roorda (V-b) en Haring Heresdr van Hottinga.
BB 1543: George woont op de sate te
Spannum (stem 5). Deze sate had zijn vader dus al voor het overlijden aan hem
toebedeeld..
HEN 37-58 d.d.1545: hij koopt land
te Spannum uit zijn sate.
In 1547 koopt hij een rente van 2 gg
uit Feltsma te Spannum (HEN 37-38v, 3e pr.3-2-1547).
T326-884:George van Roorda koopt
land te Spannum van Sipcke Ebes (1548).
T3-122,123:volmacht voor George van
Roorda (13-4-1549).
T3-138,139,144:instructies als
gedeputeerde (12-10-1549).
In 1552 verkoopt hij met zijn vrouw
renten uit Doetingasate te Marssum (GJB 2001-138).
T326-885:zijn testament uit
1553,waarbij zijn oudste dochter Haring het erfgoed te Spannum krijgt.
Zie ook GJB 1975-112 en GJB 1994-29.
Jurjen was gehuwd met
Doedt van Cammingha,
overleden 16 apr 1590 *, begraven Leeuwarden,Jacobijnerkerk, dochter van Wytze van Cammingha en Rints Fransdr van Minnema.
T326-889,890: Doedt beheerde de
nalatenschap van haar man 1553-1588 en zij testeerde in 1588,wonende te
Leeuwarden als weduwe van George van Roorda.
Uit dit huwelijk:
1 Haring van Roorda, ook Harmck,
overleden 1574, begraven Leeuwarden ,Grote kerk (grafregister).
Uit haar huwelijk 7 of 8
kinderen.Zie GJB 1975-103/124.
Haring was gehuwd met Wilcke van
Holdinga, geboren Anjum ± 1540, overleden Leeuwarden 16 dec 1595 *,
begraven Rinsumageest, zoon van Botte van
Holdinga en Hack van Eysinga.
Hij erfde Eysingastate te
Rinsumageest van zijn moeder.
Hij was tegen het Spaans bewind en
vluchtte naar Emden.
Na terugkomst in 1580 werd hij
Raadsheer bij het Hof van Friesland en liet een nieuwe Holdingastate bouwen bij
Anjum.
Met zijn kinderen stierf het
geslacht uit.
Zie ook GJB 1975-114/125 voor zijn 3
testamenten uit 1588,1591 en 1594.
Wilcke was weduwnaar van Teth van
Sjaerda, overleden 16 feb 1561, begraven Rinsumageest, dochter van Hobbe van Sjaerda en Foockel Johansdr van Roorda.
Wilcke was later gehuwd met Helena
Roelofsdr van Bunau, geboren ± 1535, overleden 11 dec 1613 ,78 jaar,
begraven Britsum ,grafschrift, dochter van Roelof
van Bunau en Cuneer van Martena,
,ook Cnierke.
2 Rints van Roorda, afkomstig uit
Tzummarum, overleden 1617 *, begraven Stiens.
T7-429: herziening van een proces
van Haring,Petronella en Perck van Roorda tegen haar zoons George,Hero,Sybrant
en haar dochters Haring,Doedt en Ath.
GJB 1975-122:zij wordt als zuster
van Haring en als moeder van Frau genoemd in het testament van Wilcke van
Holdinga uit 1594.
Rints was gehuwd met Upcke van
Burmania, geboren ± 1538, overleden 4 jun 1615 *, begraven Stiens 12 jun
1615 *, zoon van Here van Burmania en
Frau van Stenstera.
Hij woonde te Stiens en is als
genealoog de auteur van het "Burmaniaboek".
De Vrije Fries 27-119/176 (1924):
inventaris van de collectie Burmania-Eysinga,voor het grootste deel afkomstig
van Upcke.
N.L.1989-419/439:over het
"Burmaniaboek" en de tekst van zijn testament d.d.13-6-1557.
Hij wordt genoemd te Leeuwarden op
18-3-1577 bij een lening aan de overheid.
HvF d.d.23-3-1613:Upcke van Burmania
contra de juffers Petronella en Haringh van Roorda.
Voor zijn testament uit 1615 zie
DDD1-173.
Zie verder GJB 2000-143.
VI-d Frans van Roorda, overleden Sneek 20
okt 1553, begraven aldaar ,grafschrift, zoon van Johan van Roorda (V-c) en Tieth
Sydsdr van Scheltema.
In 1538 genoemd als grietman van
Wymbritseradeel.Ook olderman te Sneek,waar hij woonde.
HvF 16480-403 d.d.14-7-1529:met zijn
broer Johan en zuster Rints als eisers.
HvF 16481-701,71 d.d.14-7-1537 en
15-10-1538:Frans namens zijn vrouw His als gedaagde,samen met zijn zwager Goffe
Piers en anderen.
Hij wordt vermeld in het testament
van Syds Tjaerda (1540) en was medevoogd over diens kinderen.
Frans was gehuwd met
His Piersdr Bonninga van Sjaerda,
overleden Sneek 25 mei 1555 *, begraven aldaar ,grafschrift, dochter van Pier Bonninga van Sjaerda en Tryn Lollesdr van Ockinga.
Zij kwam door haar eerste man in het
bezit van de state te Terkaple.
HvF 16481-blz.135
d.d.20-12-1538:haar broer Tjomme is overleden en haar man Frans behartigt haar
rechten.
Over de grafzerk uit 1556 van haar
en haar man,zie GJB 1997-164.
His was weduwe van Douwe Keimpes van
Oenema, overleden 1517, begraven Terkaple, zoon van Keimpe Tjepckes van Oenema en Jel
van Galama, of Ydt.
Uit het huwelijk van Frans en His:
1 Douwe van Roorda, geboren 23 okt 1536,
volgt onder VII-b.
VI-e Bave van Roorda, overleden n 1573, zoon
van Frederick van Roorda (V-d) en Ael Bavesdr van Haersma.
Hij ontvangt een legaat van zijn oom
Sybrant (F.T.210 d.d.17-9-1550)
Hij is 1568-1573 voogd over de
weeskinderen van Alef van Aylva,zijn zwager (zie GJB 1995-150 en GJB
2003-155,157).
Bave was gehuwd (1) met
Feick van Aylva, dochter van Alef van Aylva en Bauck van Offenhusen.
Bave was gehuwd (2) met
Sju Elingsdr van Elinga,
afkomstig uit Goënga, dochter van Eling
Hotzes en Beatrix Pieters
Uit dit huwelijk:
1 Frederick van Roorda, afkomstig uit
Idskenhuizen, volgt onder VII-c.
2 Ael van Roorda, overleden n 1612.
Ael was gehuwd met Tjaert van
Andringa, afkomstig uit Akkrum, overleden 9 feb 1612, zoon van Gosse Tjaerts van Andringa en Geel Reynardsdr.
3 Sju van Roorda, ,ook Rints, overleden
1578.
Sju was gehuwd met Rinnert Saeckles
van Popma, afkomstig uit Weidum, overleden 20 jun 1594, zoon van Saeckle Rinnerts van Popma en Tryn van Rinia.
VI-f Ruurd van Roorda, overleden 29 sep
1560, begraven Menaldum ,grafschrift, zoon van Rienck van Roorda (V-e) en Rixt
Ritskesdr van Juckema.
Hij woonde met zijn vrouw op
Orxmastate te Menaldum.
Genoemd als voogd over de kinderen
van zuster Anna (GJB 2001-108).
T327-2734:Testament van Ruurd van
Roorda de jonge te Menaldum (1560).
Op zijn grafsteen de 8 kwartieren
van zijn overgrootouders (Grafschriften IV-125).
Ruurd was gehuwd met
Hylck Galesdr van Galama,
overleden Menaldum 24 nov 1596 *, begraven aldaar ,grafschrift, dochter van Gale van Galama en Aelcke van Walta.
T313-86/88: scheiding van haar
nalenschap tussen haar dochters Aelcke en Rixt van Roorda (1604).
Zie ook Grafschriften IV-125.
Hylck was later gehuwd met Here
Lolles van Ockinga, overleden 11 jan 1587 *, begraven Franeker
,grafschrift, zoon van Lolle Heres van
Ockinga en Ael van Hermana.
Uit het huwelijk van Ruurd en Hylck:
1 Aelcke Ruurdsdr van Roorda, afkomstig
uit Menaldum, overleden 8 nov 1605 *, begraven Menaldum ,grafschrift.
Aelcke erfde Orxmastate te Menaldum
van haar ouders en zo werd het bezit van de familie Juckema.
Zij verkocht in 1596 als weduwe een
deel van een boerderij te Boksum.
Zie ook Grafschriften IV-125.
Aelcke was gehuwd met Werp van
Juckema, overleden 15 mei 1587 *, begraven Menaldum ,grafschrift, zoon van Werp van Juckema en Anna van Mockema.
Hij woonde op Oedsmastate te Boksum
en noemde zich ook wel Oedtsma.
Zie ook Grafschriften IV-125.
2 Rixt Ruurdsdr van Roorda, overleden 24
okt 1625 *, begraven Wirdum ,grafschrift Walle [6843]
In het Fries Museum is een portret
van haar uit 1608.
T342-05,nr.38:op 25-5-1615 als
weduwe Cammingha te Wirdum bij de begrafenis van Isck van Feytsma.
Rixt was gehuwd met Wytze van
Cammingha, afkomstig uit Wirdum, overleden 19 nov 1612 *, begraven Wirdum
,grafschrift, zoon van Watze van
Cammingha en Frouck van Haerda.
Hij woonde op Oenemastate bij
Wirdum.
3
Rienck van Roorda, jong overleden , begraven Menaldum.
Op de grafsteen van de ouders: hier ook begraven 2 zoons, beiden Rienck genaamd (1555)
.
Foto H.de Walle.
VI-g Ruurd van Roorda, overleden 26 dec 1576
*, begraven Hennaard ,grafschrift, zoon van Johan
van Roorda (V-f) en Anna Hesselsdr
van Hanckema.
Hij woonde te Hennaard.
OFO II-367 d.d.9-8-1535:Ruurd en
zijn vrouw Doutzen kopen land van Wybe Sybrens te Franeker.
HvF 16481-869 d.d.26-2-1538: hij is
eiser namens zijn vrouw Doutje Hans Sassingadr tegen Hessel Lolckes en Watze
Hessels te Reen.
T323-2930/2937: stukken betreffende
Ruurd en zijn vrouw over de periode 1533/1589.
Zie ook GJB 1984-14.
In 1574 als dijkgraaf vermeld op de
"Stiennen man" van Harlingen.
Hij was gedeputeerde van Friesland
in 1566 en 1576.
Zijn naam en die van zijn vrouw op
een zerk te Hennaard (de Vrije Fries XXIII).
Ruurd is getrouwd v 1536 met Doutzen Hansdr van
Sassinga, afkomstig uit Hennaard, overleden 21 aug 1585 *, begraven
Hennaard ,grafschrift, dochter van Hans
Hanses van Sassinga en Tjets
Goslicksdr van Hiddema.
T.S.III-147: In 1476 stierf op Sassingastate te Hennaard Hans Ottes Sassinga, de state later in bezit van de familie Roorda.
Zijn zoon zal zijn geweest Hans Hansz.
Op 9-7-1504 tekent Hobbe Hermana voor Hans Hansz (Roorda) de reversaalbrief (nr.96).
Hans Hanssz staat op 5-1-1505 bij de edelen uit Hennaarderadeel.
Boerderijenboek over”Sassingastate” te Hennaard (stem1) : In 1511 ontvangt Hans Hansz 16 floreen heerschapsrente als landheer.
1529: Douwa, dochter vanHans Hansz,
huisvrouw van Rieurdt (Roorda).
1560: HEN 38-734 Ryoerdt van Roorda
en Doytien Sassinga echtelieden contra ..
Uit dit huwelijk:
1 Hans van Roorda, volgt onder VII-d.
2 Ulb van Roorda.
Ulb was gehuwd met Tjerck van Herema,
afkomstig uit Tjerkwerd, overleden v 1612, zoon van Johan van Herema en Syts
Goslicksdr van Juwinga, ,ook Jongema.
Tjerck was later gehuwd met Doutzen
van Heslinga, overleden feb 1612*, dochter van Yge van Heslinga en Jelck van
Wynia.
3 Ansck van Roorda, overleden 2 dec 1588,
begraven Minnertsga ,grafschrift.
T323: stukken over haar en haar man
over de periode 1573/1580.
T323-2960: Scheiding van ouderlijke
goederen tussen Hans van Roorda en Ansck van Roorda, weduwe Atte Fernia (1589).
Zie ook GJB 2001-101.
Ansck is getrouwd 1564/1565 met Atte
van Fernia, overleden 9 okt 1569, begraven Minnertsga.
Atte was weduwnaar van Tryn Riencksdr
van Roorda, overleden n okt 1563, dochter van Rienck van Roorda (V-e) en Rixt
Ritskesdr van Juckema.
4 Ath van Roorda, overleden Berlikum
,september 1615*, begraven aldaar 9 sep 1615.
EVC –377 d.d.1576: bij scheiding van
de nalatenschap van haar ouders krijgt zij een deel van Poptasate te Itens als
erfdeel.
Ath Roorda, echtgenote van Tading
van Adélen te Berlikum, verkoopt herhaaldelijk grond in Hennaarderadeel (HEN
42-15 d.d.1594, HEN 44-40,50 d.d.1605, HEN 44-144,222 d.d.1607 en 44-497
d.d. 1614).
Zij woonde met haar tweede man op
Hemmemastate te Berlikum.
Ath is getrouwd 9 sep 1567 (1) met Rienck
van Hemmema, ook Regnerus, geboren
± 1547, overleden v 1583, begraven Hitsum, zoon van Hette van Hemmema en Barbara
Sickesdr van Gratinga.
Eerst op Hemmemastate te
Berlikum,later herenboer te Hitsum.
T347-1184 en T348-4140:Zijn
rekenboek met de uitgaven 1569-1573.
Zie voor hem en zijn vrouw Ath ook
GJB 1994-31/33.
Ath is getrouwd 1583 (2) met Tading
van Adélen, overleden 14 feb 1624, begraven Berlikum, grafsteen, zoon van N. van Adélen en Joest Harmensdr (Sytzama/Hiddema).
Volgens de steen op het graf van
zijn zoon Rienck was zijn moeder Joest Harmens, en een dochter van Harmen Piers
(Sytzama) en Tjets Goslicksdr van Hiddema.
Dit wordt ondersteund door de
volgende zaken.
HvF d.d.11-2-1584:Ansck
Hiddema,vrouw van Yge Heeres Galema te Witmarsum, contra Tading van Adélen
(Ansck is dan zijn tante).
HvF d.d.17-2-1596/N.T. 14-02
:Andries van Hiddema procedeert tegen Tading van Adélen (Andries is dan zijn
neef).
MEN 47/50: in de jaren 1599/1614
worden hierin Tading en zijn vrouw herhaaldelijk vermeld bij koop/verkoop en
als schuldeisers.
HvF 16706-35,158,188,198,423
d.d.21-10-1602, 11-5-1603, 5-7-1603, 8-7-1603 en 6-7-1604: Dr.Hector Rheen en
Meyle Jensma voor zijn vrouw contra Tading van Adélen.
T327-1394:koopbrief van een sate te
Menaldum door Tading van Adelen en echtgenote, verkocht en geniaard door Ruurd
van Juckema (1613).
Memoriesteen in het latijn te
Berlikum in de muur van de kosterij (vroeger een school): in het jaar 1617
wordt deze school,welke door ouderdom is ineengestort, herbouwd uit het fonds
van de Berlikumer Patroon, als Tading van Adélen administrateur is.
Volgens GJB 1994-33 zou hij al
overleden zijn 1619/1620, maar op de grafsteen in de kerk wordt vermeld
14-2-1624 en in MEN 52-388 d.d.21-2-1621 wordt Tading genoemd bij de
zoenlieden.
5 Anna van Roorda, overleden 12 mrt 1585,
begraven Emden ,herbegraven Rauwerd in 1611, grafschrift Rauwerd.
Zij wordt genoemd met broer Johan in
1541 (T323-378) en bij koop van de helft van een sate te Tzummarum (GJB
2003-101).
Anna was gehuwd met Aede van Heringa,
overleden Emden 8 mei 1586, begraven aldaar ,herbegraven Rauwerd in 1611,
grafschrift Rauwerd, zoon van Eelcke van
Heringa en Womck van Jongema.
Hij woonde te Rauwerd en erfde
Heringastate te Marssum in 1575 van zijn broer Edo.
Hij wordt in 1580 met vrouw en zoon
Eelcke vermeld als balling in Emden (C.E. en GJB 1968-41,42).
6 Foockel van Roorda, overleden 14 okt
1590, begraven Hijum ,grafschrift.
Zie voor haar en haar man GJB
1963-35 e.v.
Inventarisatie te Leeuwarden
d.d.21-10-1590 na haar overlijden.
Foockel was gehuwd met Binnert van
Heringa, overleden 9 sep 1583, begraven Hijum ,grafschrift, zoon van Binnert van Heringa en Deytzen van Elinga.
Hij woonde te Hijum.
7 Johan van Roorda, volgt onder VII-e.
VI-h Hessel van Roorda, overleden 1565, zoon
van Johan van Roorda (V-f) en Anna Hesselsdr van Hanckema.
Hij woonde op Bongahuis te
Oosterend.
T345-30:Christoffer van Roorda
verkoopt Bongahuys te Oosterend aan Hessel van Roorda en zijn vrouw Yd Hemmema.
Recesboek HEN d.d.16-6-1553: Hessel
van Roorda,bewoner van Bongahuis te Oosterend,verkoopt voor 6 goudguldens een
rente uit zijn sate aan Pieter Walta met 3 jaar recht op wederkoop.
HEN 20:sterfhuis Hessel van Roorda
(11-5-1565).
Hessel was gehuwd (1) met Tieth Janckesdr van Douma,
afkomstig uit Oldeboorn, overleden n 1538, dochter van Jancko Douwema en Teth
Remptsdr Luersma.
HvF 16481-296
d.d.30-9-1539:Tieetke,echte huisvrouw Hessel Roorda,als beklaagde.
Tieth was weduwe van Oene van Juwsma,
afkomstig uit Wirdum, overleden v 1540, zoon van Douwe van Juwsma en His
Saskersdr van Camstra.
Uit het huwelijk van Hessel en Tieth:
1 Teth van Roorda, overleden 7 jan 1606
*, begraven Oosterend ,grafschrift.
T347-917:zij testeerde op 9-7-1596
op “Bongahuis” te Oosterend.
“Bongahuis” is bestemd voor haar
aangetrouwde nichten Womck en Foockel van Heringa,mits zij een wettige zoon of
dochter zullen krijgen die dan Hessel Roorda of Teth Roorda zal heten. Foockel
trouwde met Pieter van Eysinga en hun zoon Hessel Roorda was later als Hessel
Roorda van Eysinga bezitter van “Bongahuis” .
De 4 zathen te Oldeboorn en Akkrum
zullen gaan naar haar man Eelcke evenals alle andere bezittingen voor zo ver
niet anders bepaald.
De kinderen van haar nicht Anna van
Mockema (wie is dat ?) erven 5 zathen in Groningerland.
Bovengenoemde Womck en Foockel erven
een zathe te Bozum,resp. Oldeboorn.
Andere erfgenamen zijn de wezen van
zaliger Foockel,zuster van Hans Roorda
(Foockel was overleden in 1590 en was getrouwd met Binnert van
Heringa;de wezen zijn Rixt,Doutzen en Bendert Heringa).
Ook erven Atke Roorda (zuster van
zaliger Foockel) en de 4 kinderen van Jan Roorda (overleden 1589,broer van
Foockel, en getrouwd met Machteld van Loo).
Teth was gehuwd (1) met Sybrant van
Osinga, overleden v 1580, zoon van Agge
van Osinga en Rints van Aylva.
Teth was gehuwd (2) met Eelcke van
Heringa, overleden 15 jan 1606 *, begraven Oosterend ,grafschrift, zoon van
Sascker van Heringa en Hil van Aebinga.
In 1580 uit Winsum en met zijn vrouw
als ballingen uit Baarderadeel (C.E.).
Hij testeerde met zijn vrouw op
“Bongahuis” te Oosterend in 1596 (EEE
4-161).
2 Anna van Roorda, overleden na 1592
Anna wordt met haar man genoemd te
Oosterend (GJB 1984-23,48).
Zij verkoopt haar achtste deel in
"Jorum" te Kubaard in 1576 aan Ruurd van Roorda en zijn vrouw Doutzen
(HEN 40-38).
In 1578 verhuurde zij de sate
“Sonderlant” onder Lutkewierum (GJB
1991-34).
Anna woonde in 1592 op
“Bongahuis” te Oosterend.
Had zij een buitenechtelijk kind ?
(GJB 1984-23).
Anna is getrouwd 1566 met Claes van
Ysselmuiden, overleden voor1586
HvF 16702-154 d.d.1586: Anna van
Roorda, weduwe van Claes van Iselmuyden.
Hessel was gehuwd (2) met Ydt Hettesdr van Hemmema,
dochter van Hette van Hemmema en Barbara Sickesdr van Gratinga.
VI-i Popcke van Roorda, overleden na 1583,
zoon van Popcke van Roorda (V-i) en Margaretha van Arnhem.
T232-16,inv 8,11,12:Popcke van
Roorda (1579).
In 1580 ontvanger van
kloostergoederen in Idaarderadeel.
In 1583 ontvanger van de
kloostergoederen uit Oostergo en Zevenwouden.Bernardus van Roorda (een broer?)
staat dan voor een derde deel borg voor hem. (zie GJB 2002-120).
Zie voor hem ook GJB 2011-153.
Popcke was gehuwd met
Sophia Bottesdr, afkomstig
uit Utrecht.
Uit dit huwelijk:
1 Abraham van Roorda, geboren 1570,
overleden Leeuwarden 22 aug 1649 ,in het 79e jaar, begraven Grouw ,volgens
grafschrift.
Grietman van Idaarderadeel
1620/1635.
HvF 16792:op 22-7-1628 (acte 105) en
op 13-9-1628 (acte 112) curator over Barbara van Ayta.
Hij wordt genoemd in het stemkohier
IDA 1640 als eigenaar van Rollema,samen met zijn broeders kinderen (GJB 1985-5
en ook GJB 1986-64).
Verder bij decr.verkoop te Wartena
1644/1659 (GJB 1982-106).
In 1601 (?) testeerde hij te Grouw
t.g.v.zijn broers Popco en Andries Roorda onder last van vruchtgebruik voor
zijn oom Carel van Roorda en legaten voor zijn zuster Maria en haar dochter
Sophia (T310-17).
Als eigenaar van Groot en Klein
Roordastate te Grouw testeerde hij op 1-8-1645,waarbij zijn neef Carel van
Roorda erfgenaam is en als naam van zijn moeder wordt genoemd Sophia Bottes
(T310-18).
Dit testament laat neef Carel
registreren op 24-8-1655 (EEE-1-225v).
2 Andries van Roorda, volgt onder VII-f.
3 Popcke van Roorda, overleden na 1609
(?), begraven Engelum (?), grafschrift.
Popcke was gehuwd met (1) Gaets
Wybesdr van Grovestins, overleden 28 jun 1594 ?, begraven Engelum
,grafschrift, dochter van Wybe van
Grovestins en Johanna Bulter.
? Popcke was gehuwd met (2) Geel van Buma, overleden Akkrum juli
1608, begraven aldaar, grafschrift, dochter van Popcke van Buma en Aet van
Andringa (1606,1609).
T323-5766: akte van scheiding van onroerende goederen tussen Poppe van Buma en zijn vrouw Aat van Andringa en hun schoonzoon Poppe van Roorda.
4 Maria van Roorda, overleden n 1601 (?).
Zie het testament van haar broer
Abraham uit 1601 (?).
Maria was gehuwd met N.N..
VII-a Sybrant van Roorda, overleden Groningen
1581, zoon van Goffe van Roorda
(VI-b) en Mechteld van Naerden.
Hij woonde op Roordaburg bij
Franeker.
In 1580 afkomstig uit Franekeradeel
en als balling buiten Friesland,maar zijn vrouw bleef in Friesland (C.E.).
Sybrant was gehuwd met
Teth van Goslinga, overleden
17 jan 1600 *, begraven Franeker, dochter van Sipt van Goslinga en Perck
Piersdr van Sjaerda.
Teth was later gehuwd met Marten van Naerden, overleden Leeuwarden
15 okt 1631 *, zoon van Jacob van Naerden.
Uit het huwelijk van Sybrant en
Teth:
1 Perck van Roorda, overleden 18 aug
1643, begraven Franeker.
Zij woont in 1636 als weduwe op
Roordaburg onder Franeker.
Zie GJB 1952-26 op basis van
LWD-142-104 d.d.3-6-1636.
T313-89: Perck koopt land te
Witmarsum van Tjalck van Hoytema, echtgenote van Hette van Hobbema.
T7-429:herziening van een proces van
haar en haar tantes Haring en Petronella contra de kinderen van Rints van
Roorda.
N.L.1886:het wapenbord voor haar in
de Martinikerk te Franeker met 8 kwartieren van
haar:Roorda,Hottinga,Naerden,Zuilen,Goslinga,Oenema,Sjaerda,Epinga.
Perck was gehuwd met Pybe van Eminga,
overleden 10 jan 1611 *, zoon van Syds
van Eminga en Catharina van Roorda.
VII-b Douwe van Roorda, geboren 23 okt 1536,
overleden 23 mrt 1601, begraven Terkaple ,grafschrift, zoon van Frans van Roorda (VI-d) en His Piersdr Bonninga van Sjaerda.
T313-86:Douwe ruilt land te Weidum
met Juw van Botnia (1574).
Douwe in 1580 als hoofdeling uit
Sneek met zijn gezin in ballingschap (C.E.).
Na zijn ballingschap vestigde hij
zich op Oenemastate bij Terkaple (zie GJB 1997-135).
Hij stelde een genealogie samen (zie
o.a.GJB 1997-162).
T323-01/379:stukken over Douwe en
zijn eerste vrouw over de periode 1552/1589.
T323-01/383:stukken over Douwe en
zijn tweede vrouw over de periode 1595/1615.
Voor de Roorda-grafsteen in de kerk
van Terkaple zie het artikel in de Vrije Fries II (1842)-131/134 en GJB
1980-86/87.
Op de Roordasteen de 8 kwartieren,van zijn overgrootouders:
Roorda x Hommema, Scheltema x Oedtsma, Sjaerda x Bonninga en Ockinga x Albada.
Ook voor zijn tweede vrouw Elisabeth
de 8 kwartieren van haar overgrootouders.
Douwe is getrouwd 1552 (1) met Tryn Sickesdr van
Liauckema, overleden Oldenzaal 26 sep 1582, begraven aldaar, dochter van Sicke van Liauckema en Ymck Fransdr van Minnema.
Tryn is eerder getrouwd n 1544
met Doecke van Walta, overleden 20
jan 1551 *, begraven Sneek, zoon van Agge
van Walta en Fedt Taeckesdr van
Hermana.
Uit het huwelijk van Douwe en
Tryn:
1 Imck van Roorda, geboren okt 1558,
overleden Sneek 15 dec 1558 ,oud 8 weken, begraven aldaar ,grafschrift.
2 His(?) van Roorda, geboren 1561,
overleden Sneek 11 mei 1564 ,oud 3 jaar, begraven aldaar ,grafschrift.
3 Fransck van Roorda, overleden Rees 13
apr 1580.
Zij stierf met een kind in het kraambed.Voor
haar graf zie GJB 1965-33 en voor de 8 kwartieren van het kind zie GJB 1965-34.
Fransck was gehuwd met Tiete van
Cammingha, overleden Luik 3 aug 1593 *, begraven aldaar, zoon van Tiete van Cammingha en Tryn van Hottinga.
In 1580 om het R.K.geloof uit
Friesland verbannen (C.E.).
Kapitein in Spaanse dienst en als
zodanig vermeld in 1586 bij de veldslag bij Boksum.
Hij was na zijn oom Frans bezitter
van het Camminghahuis in de Grote Kerkstraat.
Tiete staat vermeld bij het
opschrift uit 1574/1575 van de "Stiennen man" te Harlingen.
Hij stierf zonder kinderen.
Zie voor hem GJB 1965-33/34.
4 Sicke van Roorda, overleden 15 okt
1583, begraven Oldenzaal.
Hij werd bij zijn moeder begraven in
Oldenzaal (C.E.).
5 Anna van Roorda, overleden Sneek ,op
25-2-15..,oud 6 weken, begraven aldaar ,grafschrift.
6 Doecke van Roorda, overleden Sneek ,op
2-6-15..,oud 10 weken, begraven aldaar ,grafschrift.
7 N. van Roorda, overleden Sneek ,in
15..,oud 22 weken, begraven aldaar ,grafschrift.
Douwe is getrouwd 23 sep 1584 (2) met Elisabeth
van Borghreef, overleden 6 apr 1615, begraven Mechelen ,grafschrift
Terkaple.
Zij was weduwe van Hendrik van
Thijl.
HEN 44-65 d.d.1607: als weduwe van
Douwe koopt zij door niaar land te Waaksens.
Zij en Douwe hadden geen
kinderen,maar zij was wel zijn erfgenaam van de goederen te Terkaple. Zij nam
Dirck ,de zoon van haar broer Jan, als haar zoon aan en maakte hem tot haar
erfgenaam.Deze Dirck noemde zich Douwe Roorda de Borghreef en had kinderen bij
Womck van Unia.
Zie ook GJB 1980-86/87.
VII-c Frederick van Roorda, afkomstig uit
Idskenhuizen, overleden 4 jun 1613, zoon van Bave van Roorda (VI-e) en Sju
Elingsdr van Elinga.
In 1581 te Sneek (GJB 2000-51).
Frederick was gehuwd (1) met Ulck Annesdr van Solckema,
afkomstig uit Teroele, overleden v 1613, dochter van Anne Tjercks van Solckema en Sjouck
Idzartsdr van Douma.
Frederick was gehuwd (2) met Haring Haringsdr van
Andringa, overleden 14 jun 1604, dochter van Haring van Andringa en Anna
van Andringa.
Uit dit huwelijk:
1 Ansck van Roorda, overleden n 1615.
Zij was niet getrouwd.
In 1615 komt zij in het bezit van
3/4 deel van een sate te Tjerkgaast en heeft Poppe van Roorda 1/4 deel.
2 Bave van Roorda, afkomstig uit
Idskenhuizen, volgt onder VIII-a.
3 Haring van Roorda.
Hij was niet getrouwd.
4 Wob van Roorda, afkomstig uit
Idskenhuizen, overleden 1 mrt 1616.
Wob is getrouwd Leeuwarden 13 mei 1604 met haar neef Saeckle Rinnerts van Popma, afkomstig uit Weidum, overleden 28 okt
1622, zoon van Rinnert Saeckles van Popma
en Sju van Roorda.
5 Ulck van Roorda, afkomstig uit
Idskenhuizen, overleden n 1616
Ulck is getrouwd voor het gerecht
van Doniawrstal op 14 okt 1615 met Sierck van Donia, geboren Oosterend 2 feb 1557, overleden aldaar 30 jan 1616, begraven
aldaar, grafschrift, zoon van Sierck van
Donia en His Elingsdr
Sierck was weduwnaar van Maria
Hettes van Albada,overleden 1612.
6 Poppe van Roorda, volgt onder VIII-b.
VII-d Hans van Roorda, overleden na juli
1595, voor 29-4-1601, zoon van Ruurd van
Roorda (VI-g) en Doutzen Hansdr van
Sassinga.
Hij woonde te Hennaard op
Sassingastate.
T323-2935: Ruurd Johansz van Roorda
en Doutsen van Sassinga echtelieden schenken in 1563 hun zoon Hans van Roorda
bij huwelijk met Ricxt van Gerbranda “Sassingastate” totaal 120 pm en
berechtigd met zwanejacht; Dotsen heeft de state geërfd van haar ouders en haar
overleden broer Ulbet.
De naam van Hans in 1574 op de
"Stiennen man" van Harlingen.
In 1576 biedt hij land te koop aan
(GJB 1984-23).
In 1579 spant Boudewijn van Loo
tegen hem en anderen een proces aan (GJB 1997-134).
Hans was in 1580 wegens het
R.K.geloof in ballingschap (C.E.).
Hij bepaalde in zijn testament d.d.
25-4-1595 dat zijn zoon Ruurd universeel erfgenaam werd en dat de resten van
zijn vrouw en kinderen uit Emden moesten worden overgebracht naar Hennaard
(T323-2962).
T323-2949/2962:stukken over hem en
Rixt over de periode 1563/1595.
Over hem en zijn zoons zie DVF
1993-103 e.v.
Hans is getrouwd 1563 met Rixt van Gerbranda,
overleden Emden 1582, begraven aldaar, dochter van Johan van Gerbranda Roorda, ,ook Juw en Tjets Tjepckesdr van Goslinga.
In 1580 met kinderen in ballingschap
in Emden (C.E.).
Uit dit huwelijk:
1 Johan van Roorda, overleden 1 aug 1586,
begraven Douai.
Hij werd op 7-6-1582 ingeschreven
aan de universiteit van Keulen en studeerde daarna te Douai.
Zie DVF 1993-103.
2 Tjets van Roorda, overleden Emden v
1595, begraven aldaar.
3 Ath van Roorda, overleden Emden v 1595,
begraven aldaar.
4 Johan van Roorda, overleden Emden v 2
apr 1595, begraven aldaar.
Hij werd op 29-10-1590 ingeschreven
aan de universiteit van Keulen en studeerde daarna te Douai (1592).
Zie DVF 1993-103.
5 Ruurd van Roorda, volgt onder VIII-c.
VII-e Johan van Roorda, overleden 1589, zoon
van Ruurd van Roorda (VI-g) en Doutzen Hansdr van Sassinga.
In 1576 is hij raadsheer te Spiers
en wordt hij genoemd met zijn vader Ruurd (HEN 40-307).
Dr.Johan van Roorda is in 1579 in
ballingschap (C.E.) in Keulen als hij zijn bezit te Kubaard (state
"Jorum") bij testament vermaakt aan zijn oudste zoon Watze.
Zie T323-01/381
Johan was gehuwd met
Machteld van Loo, overleden
mrt 1615 *, dochter van Boudewijn van Loo
en Jacomyne van Kerckwerve.
Zij verbleef in 1580 in Friesland
toen haar man als balling verbleef in Keulen (C.E.).
Als weduwe krijgt zij bij
scheiding/deling in 1589 voor haar kinderen een deel van "Jorum" te
Kubaard (T323-01/377).
Als requirante zie HvF
d.d.18-4-1592.
Uit dit huwelijk:
1 Watze van Roorda, volgt onder VIII-d.
2 Jacomijn van Roorda, begraven te
Nijmegen.
Jacomijn is ondertrouwd Leeuwarden mrt 1612 en getrouwd aldaar 17 apr 1612
(1) met Daniël van Hattem, kapitein
in het leger.
Jacomijn was gehuwd (2) met Bernhard
van Welderen.
Op haar graf de wapens van haar
overgrootouders Roorda, Loo,Tietema ?, Eemskerk,Sassinga, Kerkwerve, Hiddema,
Heerman.
3 Machteld van Roorda, overleden 12 feb 1662, begraven te Nijmegen.
Machteld is ondertrouwd Leeuwarden okt 1613 en getrouwd aldaar 13 okt 1613
met Adriaen van Druten, gedeputeerde
van Gelderland.
Op haar graf de wapens van haar
grootouders Roorda, Sassinga, Loo, Kerkwerve.
4 Anna van Roorda.
Anna was gehuwd met Frans van
Scheltema.
Frans van Scheltema wordt niet vermeld
in de genealogie Scheltema.
VII-f Andries van Roorda, overleden 1 aug
1626, begraven Leeuwarden,Jacobijnerkerk ,grafschrift, zoon van Popcke van Roorda (VI-i) en Sophia Bottesdr.
Hoogleraar logica te Franeker
1611/1621 en daarna rentmeester van de domeinen van Friesland 1621-1626.
Zie ook N.L.1886-72 en GJB 1993-114.
Grafschrift zie Walle 3740.
Andries is getrouwd Leeuwarden 6 jul 1606 met Anna
Epesdr van Juckema, afkomstig uit Sexbierum, overleden n 31 mrt 1627,
dochter van Epe van Juckema en Lolck van Feddinga.
Zij behoort niet tot de bekende
familie Juckema.
HOF 16792 d.d.31-3-1627 (acte
42):weduwe Antje Juckema,samen met de zoons Carel (ca.18 jaar) en Ruurd (in het
16e jaar),vraagt voogdij aan voor haar kinderen Popcke en Sophia.Voogden worden
Dr.Meinardus Aertsma en Dr.Joannes Juckema.
Uit dit huwelijk:
1 Carel van Roorda, geboren ± 1609, volgt
onder VIII-e.
2 Ruurd van Roorda, geboren 1612,
overleden Amsterdam 29 feb 1652 ,in het 40e jaar, begraven Grouw ,volgens
grafschrift.
Secretaris van Idaarderadeel.
3 Popcke van Roorda, geboren rond 1615,
overleden 1630.
4 Sophia van Roorda, overleden n 1668.
Met haar man en dochters genoemd in
GJB 1976-37,40,41.
Voor haar dochter Anna van Velsen
zie GJB 1993-115.
Voor haar zoon Johannes van Velzen
zie GJB 2002-123.
Sophia is getrouwd v 1656 met Benedictus
van Velsen, overleden v 1668.
VIII-a Bave van Roorda, afkomstig uit
Idskenhuizen, overleden 18 dec 1633, zoon van Frederick van Roorda (VII-c) en Haring
Haringsdr van Andringa.
T347-455:Bave van Roorda vraagt
ontslag aan de Staten van Friesland (1626).
Bave was gehuwd met
Dorothea Oenesdr van Wytsma,
overleden n 1633, dochter van Oene van
Wytsma en Doedt Siercksdr van Donia.
Uit dit huwelijk:
1 Frederick van Roorda, overleden 24 okt
1675.
2 Haring van Roorda.
Hij was niet getrouwd.
3 Oene van Roorda, overleden Birdaard
1670.
VIII-b Poppe van Roorda, overleden
Idskenhuizen 23 jan 1616 *, zoon van Frederick
van Roorda (VII-c) en Haring
Haringsdr van Andringa.
Poppe was gehuwd (1) met
Hisck Fransdr Huyghis,
dochter van Frans Huyghis en Geel Hesselsdr van Bootsma.
Poppe was gehuwd (2) met
Elisabeth Dircksdr van Baerdt,
geboren 1593, overleden 14 okt 1638.
Elisabeth is later in
ondertrouw gegaan Leeuwarden 27 nov 1619 en getrouwd aldaar 18 dec 1619 met Rienck van Andringa, overleden 13 jan
1627, zoon van Tjaert van Andringa en
Ael van Roorda.
Uit het huwelijk van Poppe van
Elisabeth:
1 Frederick van Roorda, geboren ± 1615,
volgt onder IX-a.
VIII-c Ruurd van Roorda, overleden 3 feb 1636,
zoon van Hans van Roorda (VII-d) en Rixt van Gerbranda.
HvF
d.d.29-4-1601: Tading van Adeelen als medecurator over Ryurdt van Roorda, enig
kind en erfgenaam van Hans van Roorda.
HvF d.d.27-1-1626:Ruurd van Roorda
c.s.contra His van Roorda.
T313-90: scheiding van roerende
goederen uit de nalatenschap van Ruurd van Roorda, Deytzen van Heringa en
Tietske van Roorda.
T323-01/384:stukken over de periode
1600/1655 in Menaldumadeel betreffende Ruurd,zijn vrouw en hun dochter Tietke.
Ruurd was gehuwd in Menaldumadeel 7 okt 1599 met zijn
nicht Deytzen van Heringa, overleden 29 aug 1636, dochter van Binnert van Heringa en Foockel van Roorda.
Uit dit huwelijk:
1 Binnert van Roorda, geboren ± 1610,
volgt onder IX-b.
2 Joucke van Roorda, geboren n 1620,
overleden na 1635.
3 Rixt van Roorda, overleden voor 1648.
T323-01/386:testament van Rixt en
haar broer Binnert (1637).
Zie LWL 69 acte 412
d.d.30-10-1654:na haar overlijden wordt door haar man en haar broers Jan van
Roorda,kapitein,en Hans van Roorda te Hennaard,voogdij aangevraagd voor haar
zoon Binnert,14 jaar.Voogd wordt Willem Hylkes.
Rixt was gehuwd met Frederick
Sirtema van Grovestins, overleden 30 jul 1669, begraven
Leeuwarden,Westerkerk, zoon van Idzart
van Grovestins en Franscke van
Jongema.
In 1640 eigenaar van stem 5 Foudgum.
Hij testeerde met zijn 2e vrouw op
24-2-1669.
Frederick is daarnaast getrouwd apr 1648 (2) met Rints van Burmania, geboren 14 aug 1619, overleden Leeuwarden feb
1685, begraven Leeuwarden,Jacobijnerkerk 3 mrt 1685, dochter van Bocke van Burmania en Frau van Burmania.
4 Hans van Roorda, overleden 1679.
Hij woonde te Hennaard.
T323-01/390:stukken over hem
(1672/1673).
Hans was gehuwd met Syck Gauckema.
5 Jan van Roorda, overleden 1672
,ongehuwd.
Kapitein in het leger.
6 Foockel van Roorda, afkomstig uit
Hennaard in 1632, overleden 29 aug 1636.
HvF 16792 d.d.16-5-1635 (acte
368):Dr.Viglius van Ayta,als man en voogd over Foockel van Roorda,vraagt
voogdij aan voor Joucke van Roorda,onder de 14 jaar,broer van Foockel.Voogd
wordt Hessel Roorda van Eysinga,grietman van Leeuwarderadeel (zie ook acte 369
d.d.26-5-1635).
HvF 16792 d.d.20-9-1636 (acte
436):haar oom,Bernard van Heringa,vraagt voogdij aan voor haar minderjarige
kinderen Wigle,Ruurd en Hector.Voogd wordt haar broer Hans van Roorda.
HvF 16792 d.d.28-10-1636 (acte
441):Hans van Roorda,voogd over Viglius en Ruurd van Ayta,vraagt de benoeming
van Arnoldus Bolten als advocaat om de belangen te behartigen van zijn pupillen
bij het proces dat hun overleden vader begonnen was tegen Ida,Reynsck,Barbara
en Hiskia van Ayta.
Foockel is getrouwd Leeuwarden 25 sep 1632 ,voor het gerecht, met Wigle van Aytta, ook Viglius, afkomstig
uit Swichem in 1632, overleden 1635, zoon van Wigle van Aytta, ook Viglius en Cunira
Pietersdr van Teetlum.
Zie voor hem en zijn vrouw HvF
d.d.21-12-1635 en HvF d.d.27-10-1636.
7 Tjets van Roorda, overleden te Swichem.
VIII-d Watze van Roorda, overleden 18 feb 1614
*, zoon van Johan van Roorda (VII-e)
en Machteld van Loo.
Watze erfde in 1589 van zijn vader
de state "Jorum" te Kubaard (T323-01).
Hij verhuurde in 1606 voor zijn
moeder land te Kubaard (HEN 44-186).
Watze is ondertrouwd Leeuwarden 25 mrt 1603 en getrouwd
aldaar 13 apr 1603 met Ursel van Scheltema, afkomstig uit
Bornwird, overleden 16 nov 1615 *, dochter van Sippe van Scheltema en Bauck
Wopckesdr van Douma.
Uit dit huwelijk:
1 Machteld van Roorda, overleden na 4 mei
1660.
Machteld doet belijdenis te Hallum
op 16-8-1646.
HvF 16811-162
(1644/1651):decr.verkoop Kollumerzijl met Haringh van Burmania, Ruyrdt van Feytsma, Minne Houwerda van Meckema en
Machteld van Roorda.
Zij testeerde als weduwe op
17-7-1657 en op 4-5-1660 te Leeuwarden
als weduwe te Deinum (EEE3-290, T347-966 en T327-1899a), waarbij zij haar
vorige testament herriep.
Het testament is ook te vinden in de
stukken bij HvF 8225 d.d.20-12-1703:
Lucia van Eysinga contra Jan Mathys van Feugen.
In 1660 was zij in bezit van
Sierdsmastate te Deinum en Feytsmastate te Hallum. Uit haar testament
d.d.4-5-1660:
Sierdsmastate gaat naar Machteld,
dochter van haar zuster Bauck van Roorda. Maar Bauck mag er blijven wonen
totdat Machteld trouwt.
Overlijdt haar nicht Machteld zonder
nakomelingen dan gaat Sierksmastate naar haar zuster Wick.Als Machteld later
een zoon Bocke krijgt dan moet deze Bocke Feytsma heten.
Feytsmastate gaat naar Julius
,jongste zoon van haar zuster Bauck, mits hij “de naam en stam van Feytsma zal
voeren”. Overlijdt hij zonder kinderen of
trouwt hij beneden zijn stand dan gaat Feytsmastate naar zijn zuster
Orsel van Eysinga, mits zij later een zoon Ruurd Feytsma zal noemen.
Haar zuster Bauck erft 3 boerderijen
te Blija, Westernijkerk en Kollum.
Er zijn legaten voor de dochters van Bauck n.l. Orsel, Lisck en
Foeck en de spullen van Bocke, in 1657 overleden zoon van Machteld van Roorda,
zoals zijn kleding gaan naar Jelte van Eysinga, oudste zoon van haar zuster
Bauck.
Watze van Roorda, zoon van haar
overleden broer Johan, erft 20 pm land te Anjum.
Er is jaarlijks 50 car.gld.
beschikbaar voor Ruurd Minnes, zoon van Minne Sjouckes, boer te Deinum. Deze
was genoemd naar haar overleden man en zij was mette (meter).
Over haar testament zie ook GJB
1964-26 en GJB 1999-219.
T323-01-389: Machteld,weduwe Ruurd Feytsma (1660).
Machteld is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 30 apr 1631 ,gerecht en getrouwd
aldaar 22 mei 1631 met Ruurd van Feytsma,
overleden v 17 jul 1657, zoon van Bocke
van Feytsma en Haring van Burmania.
Ruurd werd na het overlijden van
zijn oom Hessel eigenaar van Feytsmastate (stem 24 Hallum) en hij wordt daar in
het stemkohier 1640 genoemd.
Na 1646 ook eigenaar van
Sierdsmastate te Deinum.
Zijn naam en die van zijn vrouw op
de kerkklok van Hallum uit 1648.
Hij was in 1631 vaandrig en later
kapitein bij de infanterie.
Zie ook N.O.I-172 en GJB 1964-26.
2 Bauck van Roorda, overleden Deinum 24
jan 1667.
Bauck van Roorda en Wilsck van
Feytsma procedeerden wederzijds, zie HvF 16531-51 d.d. 27-10-1662, HvF 16534-22
d.d.31-1-1665 en T319-1998.
Bauck en haar kinderen erven in 1660
van haar zuster Machteld, die kinderloos stierf
Zie ook GJB 1964-26,27,41.
Bauck is getrouwd 1633 ,6-10-1633 3e pr.Leeuwarden met Ritscke van Eysinga, gedoopt Leeuwarden 18 mrt 1603, overleden 19
dec 1652, zoon van Aede van Eysinga
en Foeck Jeltesdr van Eelsma.
Grietman van Kollumerland 1639/1652.
In 1640 is hij met zijn vrouw
eigenaar van "Jorum",stem 3 Kubaard. Dit bezit kwam van zijn
schoonvader Watze van Roorda.
In 1644 met zijn vrouw als echtpaar
te Kollum (GJB 1997-12).
3 Johan van Roorda, volgt onder IX-c.
VIII-e Carel van Roorda, geboren ± 1609,
overleden Idaard 4 jan 1670 ,60 jaar, begraven aldaar ,grafschrift, zoon van Andries van Roorda (VII-f) en Anna Epesdr van Juckema.
Hij was grietman van Idaarderadeel
1634-1670 (zie ook GJB 1985-5 en 1993-114).
Zijn naam op de kerkklok van Grouw
uit 1653 en op die van Wartena uit 1657.
Hij testeerde met zijn vrouw te
Idaard op 7-1-1668 t.b.v.zijn zuster Sophia,weduwe Velsen (T310-20).
Dit testament laat zijn weduwe op
13-12-1670 registreren (EEE-4-5/7).
Begraven in de Galileërkerk te
Leeuwarden ? Ook daar een grafschrift (zie Grafschriften III-44).
Carel is ondertrouwd Leeuwarden 18 nov 1648 en getrouwd
aldaar 3 dec 1648 met Lisck van Wissema, ook Lucia, geboren
Leeuwarden 26 jul 1618, overleden 6 mrt 1680, begraven Idaard ,grafschrift,
dochter van Sabe van Wissema en Ida Wolphertsdr van Lezaen.
Zij testeerde kinderloos op
27-10-1670 te Leeuwarden.Dit testament werd op 28-12-1671 geregistreerd
(EEE-4-101v/103v).
Ook testeerde zij op
17-2-1673,geregistreerd op 6-3-1673,maar naderhand doorgehaald
(EEE-4-147/148v).
Zie ook GJB 1993-89 en 114.
Begraven in de Galilëerkerk te
Leeuwarden ? Ook daar een grafschrift, maar de overlijdensdatum niet ingevuld
(zie Grafschriften III-44).
Lisck is later in ondertrouw gegaan Leeuwarden 14 jun 1673 en getrouwd
Swichem 25 jun 1673 met Wytze Alef van
Popma, overleden n 1673, zoon van Reyn
van Popma en Fedt Wytzesdr van Beyma.
Uit het huwelijk van Carel en Lisck:
1 Ida van Roorda, overleden okt 1653,
begraven Idaard ,grafschrift.
IX-a Frederick van Roorda, geboren ± 1615,
overleden Heeg 29 jul 1665 ,50 jaar, begraven aldaar ,grafschrift, zoon van Poppe van Roorda (VIII-b) en Elisabeth Dircksdr van Baerdt.
Frederick was grietman van
Lemsterland 1641-1665.
HvF 16792 acte 445
d.d.2-12-1636:Tjaart van Andringa (16 jaar) en Poppe van Andringa (15 jaar)
vragen voogdij aan,gesterkt met hun halfbroer Frederick van Roorda.
HvF 16815-8:zijn kinderen zijn
betrokken bij decr.verkoop te Marrum (1671/1676)
Frederick was gehuwd met
Anna Christina van Harinxma,
geboren Emden 18 jul 1634, overleden 5 okt 1662 ,28 jaar, begraven Heeg
,grafschrift, dochter van Haring van
Harinxma en Geertruida van Quadt.
Uit dit huwelijk:
1 Elisabeth van Roorda, geboren Heeg ±
1652.
Zie voor haar en haar voorouders
N.L.1963-400/406.
Zij deed op 5-11-1670
geloofsbelijdenis te Heeg.
Elisabeth is getrouwd ± 1674 met Andries
Henricus van Hecking, geboren 1650, overleden 1708.
2 Poppe van Roorda, geboren ± 1655,
overleden 25 sep 1691 ,36 jaar, begraven Heeg.
Poppe is getrouwd Heeg 16 mei 1686 met zijn nicht Anna Christina van Harinxma, geboren ± 1665, overleden 18 dec 1694
,29 jaar, begraven Heeg, dochter van George
van Harinxma, ,77 jaar en Gerbrecht
Maria van Dunnewoldt.
Uit dit huwelijk:
A Anna Christina van
Roorda, gedoopt Joure 17 feb 1687,
overleden voor 1692
Gerbrich is getrouwd 12 juli 1711 met Ignatius Bruno van Hoen
C Anna
Christina van Roorda, gedoopt
Leeuwarden 9 maart 1692.
Anna is getrouwd met Gerhard
Floris van Erp, in 1719 vermeld te Groningen.
D misschien Maria
van Roorda, volgens SFA geboren als tweede dochter 1687/1688.
IX-b Binnert van Roorda, geboren ± 1610,
overleden Tjalhuizum 31 mrt 1666 ,56 jaar, begraven Hennaard ,grafschrift, zoon
van Ruurd van Roorda (VIII-c) en Deytzen van Heringa.
T323-01/386:testament van hem en
zijn zuster Rixt (1637).
Binnert was gehuwd met
Bauck Laesdr van Glins,
geboren ± 1619, overleden Tjalhuizum 10 jan 1655 ,36 jaar, begraven Hennaard
,grafschrift, dochter van Laes van Glins
en Jouwertje Bants.
Uit dit huwelijk:
1 Deytzen van Roorda, afkomstig uit
Dronrijp, geboren ± 1645, overleden Hennaard 8 mei 1702 ,57 jaar, begraven
Hennaard
Zij erfde Hobbemastate te Dronrijp.
In 1677 afkomstig uit Koudum.
T323-01/391:stukken over haar en
haar man Sjuck over de periode 1677/1683.
Genoemd op 8-8-1698 bij de
voornaamste princepalen van Dronrijp (Zie kroniek Roucoma, GJB 1963-54 )
Over haar overlijden en begraven
(Roucoma, GJB 1963-62).
Deytzen is getrouwd Dronrijp 15 jan 1665 (1) met Jarich Sirtema van Grovestins, geboren v 1640, overleden aug 1672,
zoon van Sicke Sirtema van Grovestins
en Margaretha van Cammingha.
Hij was grietman van H.O.N. vanaf
ongeveer 1660 tot 1672.
Deytzen is in ondertrouw gegaan Ee 13 jan 1677 (2) met Sjuck Aebinga van Humalda, overleden 19 apr 1679, begraven Ee, zoon
van Frans van Humalda en Ebel van Meckema.
Hij woonde op Humaldastate te Ee en
testeerde daar op 13-4-1679.
Zie verder GJB 1988-81 en
N.O.II-296.
Sjuck is eerder getrouwd Sexbierum 18 jan 1657 met Catharina van Hottinga, gedoopt Sexbierum 24 apr 1631, overleden 16
jan 1675, dochter van Douwe van Hottinga
en Syts Tjallingsdr van Sixma.
IX-c Johan van Roorda, overleden 29 mrt
1657, begraven Hardegarijp ,grafschrift, zoon van Watze van Roorda (VIII-d) en Ursel
van Scheltema.
Autorisatie HvF d.d.1-11-1647:zijn
vrouw Ida is overleden en hij laat voor zijn zoon Valerius (Watze),18 jaar ,als
curator benoemen Dr.Albertus van Loo.
Valerius heeft als halfbroer en
halfzuster Sabius en Lysbeth van Wissema.
Hij was rekenmeester van Friesland
(grafschrift).
Johan is ondertrouwd 13 juni 1628 Leeuwarden en getrouwd
aldaar 6 jul 1628 met Ida Wolphertsdr van Lezaen, overleden n
20 nov 1639 ,voor 1648, dochter van Wolphert
van Lezaen en Genoveva van Rataller.
Zij testeerde te Hardegarijp als
vrouw van Johan van Roorda op 20-11-1639 (EEE1-226/227v;op 24-8-1655 laat
schoonzoon Carel van Roorda dit registreren).
T103-389 d.d.1-12-1651: haar
erfgenamen (ieder voor een derde) zijn haar dochter Lucia,haar zoon Sabinus en
haar zoon Watze. Zij verkopen land.
Op het graf van haar ouders de
wapens van haar overgrootouders Lezaen,
Borssele, Capelle, Cruiningen, Rataller, Loo, Emsel, Emskerck.
Haar grootouders Engel van Lezaen x
Anna van Borsele en Johan Rataller x
Yda van Loo.
Overgrootouders Dirck van Lezaen x
N.van Capelle, Wolphert van Borssele x
Magdalena van Cruiningen, Johan
Rataller x Elisabeth van Emstel, Gerrit van Loo x Margaretha van Eemskerck
Ida is eerder getrouwd 15 aug 1613 met Sabe
van Wissema, overleden 10 jul 1623 *, zoon van Jan van Wissema en Lisck van
Eninga.
Uit het huwelijk van Johan en Ida:
1 Watze van Roorda, geboren ± 1629,
overleden 8 apr 1670 ,41 jaar, begraven Hardegarijp ,grafschrift.
Watze erft in 1660 20 pm land te
Anjum in Doniastate van zijn tante Machteld van Roorda.
In 1665 aangesteld als grietman van
Rauwerderhem;hij bleef dat tot zijn overlijden in 1670.
Hij was niet getrouwd.
Op het graf de namen en wapens van
zijn 16 betovergrootouders (zie “De Friesche Adelaar” nr.2 1887):
Van vaderskant Roorda, Sassinga, Loo, Kerkwerve,
Scheltema, Herckema, Douma, Sjoerda
Van moederskant Lezaen, Capelle, Borssele, Cruiningen,
Rataller, Emstel, Loo, Eemskerk.
Het betreft Ruurd van Roorda x
Doutzen van Sassinga, Boudewijn van Loo x Jacomijne van Kerckwerve, Schelte van
Scheltema x Ursel van Herckema, Watze van Douma (Anjum) x Ebel van Sjoerda,
Dirk van Lezaen x N.van Capelle, Wolphert van Borssele x Magdalena van
Cruiningen, Johan Rataller x Elisabeth van Emstel, Gerrit van Loo x Margaretha
van Eemskerck.