Genealogie van het adellijk geslacht van Sythiema
Voor
bronnen en afkortingen zie pagina 6 van de site
Eveneens
voor het nodige voorbehoud bij sommige personen en filiaties.
I-1 Tjalling
van Sythiema.
OFO I-100 d.d.6-6-1448:Zthaling
Sykama genoemd als grietman van Ferwerderadeel.
Zijn vader zou kunnen zijn Oene van
Sythiema ,die in 1397 grietman is van Ferwerderadeel. Misschien ook genoemd in
1408 als Onna Sikama (OFO I-16).
Zie ook N.O.I
(Ferwerderadeel)-155,156,161 voor dit geslacht op Sythiemastate bij Hallum.
Volgens Worp van Thabor wordt op
Palmpasen 1462 te Marrum een Tzalinck Sytyama doodgeslagen,maar dit zou de
vader zijn van Syds en Fecke Botnia (GJB 1998-136)
Mogelijk is de volgende Syds een
broer van hem.
I-2 Syds
van Sythiema
Syds was gehuwd met Fettie N.,
afkomstig uit Bornwerd
Uit dat huwelijk:
1 Lieuwe van Sythiema, ook Jellinga,
volgt onder II-a.
2 Oene van Sythiema, volgt onder II-b.
II-a Lieuwe van Sythiema (Jellinga) ,zoon
van Syds van Sythiema (I-2) en Fettie N.
Lywa Jellinga nu ter tijt wenhaftich to Britsum (16-2-1463).
In 1463 verbrandde hij Romcke van Donia in de toren van Hallum (Worp van
Thabor).
Lieuwe was gehuwd met
Ansck Sippesdr van Heemstra,
dochter van Sippe van Heemstra en Ansck Poppesdr van Heemstra.
Uit dit huwelijk:
1 Tjalling van Jellinga, volgt onder
III-a.
2 Sybrich van Jellinga, overleden na 8
mei 1495.
Pax-124 d.d.8-5-1495:zij vraagt als
weduwe van Feye aansluiting bij het verbond met Groningen.Zij woont dan op
Jeppemastate.
Sybrich was gehuwd met Feye van
Oenema, afkomstig uit Blija, overleden na 30 mei 1487, zoon van Ernst van Oenema en Frouck van Helbada.
Hij erfde in 1483 Jeppemastate van
zijn halfbroer Jeppe en noemde zich daarom ook Jeppema.
Genoemd in 1487 in een register
onder 76 en 124 (OFO IV-70).
Zie ook N.O.I (Ferwerderadeel).
II-b Oene van Sythiema, overleden na 1472,
zoon van Syds van Sythiema (I-2) en Fettie N.
Hij woonde als hoofdeling te Hallum
en wordt in 1472 genoemd als grietman van Ferwerderadeel.
Oene was gehuwd met
Eets van Bockema.
Uit dit huwelijk:
1 Syds van Sythiema, volgt onder III-b.
2 misschien Taecke van Sythiema, overleden
1504/1511.
Op 5-1-1505 staat Tako Sijtgema op
de lijst van edelen uit Tietjerksteradeel.
Bij R.v.A.1511 is sprake van Taka
Sittiema wezen met bezit te Oudkerk en Oenkerk.
III-a Tjalling van Jellinga, overleden na
1504, zoon van Lieuwe van Sythiema,
ook Jellinga (II-a) en Ansck Sippesdr van
Heemstra.
OFO II-195 d.d.19-6-1498:hij heeft
een geschil met Gerbet Mockema.
In 1501/1504 accijnsmeester te
Dokkum (GsvD-108,112).
Op 9-7-1504 tekent heer Sybren voor
Tsalingh Liuwesz de reversaalbrief (nr.83).
Op 5-1-1505 als Tzalingh Sitghema op
de lijst van edelen uit Leeuwarderadeel.
Tjalling was gehuwd met
Luts van Feytsma, overleden
na 1483, dochter van Jelger van Feytsma
en Tieth Wytzesdr van Oenema.
Luts was weduwe van Jeppe Jeppes Jeppema, overleden 1483,
zoon van Jeppe Keimpes van Jeppema en
Frouck van Helbada.
Uit het huwelijk van Tjalling
en Luts:
1 Auck Tjallingsdr van Jellinga, ,ook
Auck Mercla, overleden na 1540.
T326-1202:zij maakt een overeenkomst
met Tjalling Camstra over de nalatenschap van kleindochter Rints Mockema (kopie
uit 1592).
Bij RvA 1540 heeft ze met haar
tweede man bezit te Hallum (bij RvA 1540 in bezit van haar eerste man Taco
Mockema).
Zie ook N.O.I-172.
Auck was gehuwd (1) met Taecke van
Mockema, overleden voor 1527, zoon van Taecke
van Oenema, ,ook Helbada en Doedt van
Holdinga.
In 1501 genoemd als "geselle
" van Jancko Douwema.
Op 9-7-1504 tekende Take Unema de
reversaalbrief (nr.18) en op verzoek ook namens Erms Nema (nr.19).
Tako Mockama wordt op 5-1-1505
vermeld bij de edelen van Dongeradeel.
Op 4-7-1507 genoemd in de Sneker
recesboeken als Taeka Mockama en ook bij R.v.A.1511 als zodanig vermeld.
R.v.A.1511:met bezit in
Leeuwarden,Finkum (als Taecke
Oenema),Hallum,Westernijkerk,Morra,Anjum,Ee,Aalsum,Dokkum en Akkerwoude.
Hij wordt niet genoemd bij de
heerschappen die in 1515 trouw zweren aan Karel V. Wellicht is hij dan reeds
overleden.
Bij R.v.A Ferwerderadeel 1540 zijn
de bezittingen van hem onder Hallum en Westernijkerk in handen van zijn vrouw
Auck Mercla en haar tweede man Wyger Feytsma(4-33,15-19,15-20,15-34,16-31,16-34
en 35-36).
Bij R.v.A.Leeuwarderadeel 1540
worden als bezitters van het land te Finkum vermeld zijn kinderen:Tsalinck en
Taeck Mockumma en ook volgens B.B.100b hebben Taecke Mockema kinderen in 1543
bezit in Finkum.
Hij had misschien te Leeuwarden
onwettige nakomelingen met de naam
Mockema n.l Gosse Taeckes,Wyger Taeckes en Jan Taeckes (zie HvF 16703-317
d.d.8-7-1589);zij procederen over de erfenis van Taeck Mockema, dochter van
Taecke en Auck.
Gosse Mockema en zijn vrouw,Jantien
Jacobsdr,worden genoemd als lidmaten te Leeuwarden ca.1581. Gosse wordt genoemd
1591/1592 als cipier op het blokhuis te Leeuwarden en Wyger Mockema was
deurwaarder bij het Hof van Friesland in 1585;Gosse en Wyger worden in 1589
genoemd als erfgenamen van hun broer Jan;Wyger had als kinderen Jantien,Engel
en Laurents Mockema.
Auck was gehuwd (2) met Wyger van
Feytsma, overleden na 1540.
Wyger is niet te vinden in SFA bij de genealogie Feytsma, maar de naam van zijn zoon Jelger wijst wel op deze familie.
Vermoedelijk is hij een onwettige zoon van Jelger van Feytsma, die getrouwd was met Claer Idsdr van Eminga.
Vandaar dat het Burmaniaboek meldt
dat Auck hertrouwde met haar knecht, een man niet van adel.
HvF 16687-31 d.d.1527: Wyger, gehuwd
met Auck Merckeles, heeft een geding met Oena Zyttyema (IV-a).
HvF 16687-230 d.d.1529:Wyger namens
zijn echtgenote.
Wyger wordt ook genoemd bij HvF
16687-377 d.d.1531, HvF 16688-88 d.d.1534 en HvF 16689-580 d.d.1548.
Bij RvA 1540 heeft Wyger Feytsma
veel bezit te Hallum en Nijkerk, in 1511 in bezit van Taco Mockema; Wyger heeft
ook bezit te Marrum in 1540.
Zie verder nog N.O. I-172, ?
Wyger Feytsma wordt genoemd met bezit te Hallum in 1511 .
RvA I-109/2: Hallum 1511 26 pm
land Lijwa Feijtrama meier aangeslagen
voor 17 pm en landheer Wiger aangeslagen voor 9 pm. (slaat dit wel op Wyger van
Feytsma ?)
III-b Syds van Sythiema, ook Sixtus,
overleden apr 1505 *, begraven Hallum ,grafschrift, zoon van Oene van Sythiema (II-b) en Eets van Bockema.
Hij woonde op Sythiemastate te
Hallum en was grietman van Ferwerderadeel 1504/1505.
Pax-59 d.d.15-10-1491:hij tekent als
hoofdeling te Hallum het verbond met Groningen d.d.17-9-1491.
OFO-I-435 en OFO II-194
d.d.17-5-1498:hij verklaart zijn state tot open huis voor olderman en schepenen
van Leeuwarden.
In 1504 vermeld als grietman van
Ferwerderadeel als hij de brief aan de hertog van Saksen over de 21e penning
mee ondertekent.
Op 9-7-1504 tekent Sijts Sijtsgema
de reversaalbrief (nr.139), ook voor Take Renicksz (nr.140).
Sijts Sitgema staat op 5-1-1505 op
de lijst van edelen uit Ferwerderadeel.
Voor zijn graf en dat van zijn vrouw
zie N.O.I-155.
Syds was gehuwd met
Womck Lieuwesdr van Juckema,
overleden 22 okt 1522 *, begraven Hallum ,grafschrift, dochter van Lieuwe van Juckema en Tjemck van Ayenga.
Bij RvA 1511 genoemd als Womck
Sythiema op Sythiemastate te Hallum met ook bezit te Marrum en Reitsum.Bij RvA
1540 is Sythiemastate te Hallum in bezit van haar zoons Oene,Haring en haar
schoonzoon Mr.Syds Tjaerda.
Uit dit huwelijk:
1 Oene van Sythiema, volgt onder IV-a.
2 Moedt van Sythiema, afkomstig uit
Hallum, overleden 27 sep 1557, begraven Rinsumageest ,grafschrift.
Haar 4 zusters,allen non in klooster
Foswerd,worden in het testament van haar man genoemd.
HvF 16691-111
d.d.16-9-1555:Christoffel van Hubitz contra o.a.Moedt,weduwe Syds Tjaerda,en
contra Haring Sythiema en Frans Roorda,voogden over de kinderen.
T313-231:brief van Moed van
Sythiema, weduwe Syds Tjaerda.
Moedt was gehuwd met Syds van
Tjaerda, geboren n 1492, overleden 18 okt 1545, begraven Rinsumageest,
grafschrift, zoon van Schelte van
Scheltema (Scheltinga) en Kinsck van
Tjaerda.
Aangesteld als grietman van
Dantumadeel op 18-2-1517;hij heeft vermoedelijk afstand gedaan in 1536.
Hij wordt in 1522 vermeld als
olderman van Dokkum.
Op 27-8-1527 moest hij als grietman
van Dantumadeel verschijnen voor de stadhouder om iets te doen aan de
afwatering van de Woudvaart (GsvD,128).
OFO IV-257 d.d.4-5-1529:ruiling van
aandelen/renten met Edo Martena.
In 1535 verzoekt hij als grietman om
schadeloosstelling voor inwoners van Dantumadeel vanwege de afbraak van huizen
in Dantumadeel t.b.v.de stadswallen van Dokkum (Gsvd,129).
HvF 16481-581 d.d.20-12-1536:hij
procedeert tegen de kinderen van Hessel Feytsma.
Hij wordt bij R.v.A.1540 genoemd als
Mr.Syds Tjaerda met bezit in Hallum (Sythiemastate),maar ook met ander bezit
daar en in Ferwerd en Jislum wat in 1511 behoorde aan zijn vader.
Hij testeerde te Rinsumageest als
bewoner van Tjaerdastate op 25-2-1540 (F.T.157).Zijn 8 kinderen erven,maar
dochter Kinsck werd deels onterfd.
Na zijn overlijden worden zijn
zwager Haring Sythiema en neef Frans Roorda voogden over zijn kinderen.
Syds was weduwnaar van Anna Fliling,
afkomstig uit Leuven.
3 Haring van Sythiema, afkomstig uit
Hallum, volgt onder IV-b.
4 Eets van Sythiema, overleden na 1540.
Non in klooster Foswerd.
5 Bauck van Sythiema, overleden na 1540.
Non in klooster Foswerd.
6 Tjets van Sythiema, overleden na 1540.
Non in klooster Foswerd.
7 Foockel van Sythiema, overleden 1581
(?)
Non in klooster Foswerd.
IV-a Oene van Sythiema, overleden 7 jun
1535, zoon van Syds van Sythiema
(III-b) en Womck Lieuwesdr van Juckema.
RvA 1511 is Oenthie Sythama pachter
van Zygara sate te Hallum (eigenaar klooster Nazareth)
In 1511 heeft Oenttie Sytthiema in
Finkum 5 pm land in bezit (RvA 1540).
In 1515 bij de heerschappen, die
Karel V huldigen, als Onne Zijtzama (lijst Thabor) en als Oene Sytjema (lijst
Winsemius).
HvF 16687-31 d.d.1527: Oena Zyttyema
heeft een geding met Wyger, gehuwd met Auck Merckeles (Wyger Feytsma, getrouwd
met Auck Mercla/Jellinga).
Zijn dochters bij een onbekende vrouw:
1 Bjuck van Sythiema.
Bjuck was gehuwd met Sjoerd van
Bolta, overleden na 1540, zoon
van ?Sjoerd van Bolta of van ? Lieuwe
van Bolta.
Bij RvA 1540 genoemd als jonge
Sjoerd Bolta met bezit te Ferwerd, dat in 1511 behoorde aan Sjoerd van Bolta
(zijn vader?).
Hun kinderen waren: Lieuwe en Oene
van Bolta (noot 22a SFA op basis van AvC).
2 Wompck
van Sythiema.
Volgens SFA gehuwd met Jacob van
Echten.
IV-b Haring van Sythiema, afkomstig uit
Hallum, overleden 22 mrt 1557 *, begraven Hallum ,grafschrift, zoon van Syds van Sythiema (III-b) en Womck Lieuwesdr van Juckema.
Genoemd bij RvA 1540 en ook in 1549
als landheer op Sythiemastate te Hallum (later stem 65).
In 1540 ook bezit te Hallum,dat in
1511 behoorde aan zijn grootmoeder Eesck.
Grietman van Ferwerderadeel
1551/1557.
HvF 16690-258 d.d.6-10-1552:Haringh
Sythiema als volmacht voor de wezen van Syds van Tjaerda en diens weduwe Moedt
van Sythiema.
T2-526: brief van grietman Haringh
Sythiema (1554).
T2-527: Haringh,grietman van
Ferwerderadeel,zou op de landdag 1554 hebben aangezet tot verzet tegen de
landsheer.
T313-638:rekest van grietman Haringh
Sythiema aan het Hof van Friesland (na 1550).
T327-1871b:Julius van Botnia
verkoopt land te Marrum aan Haringh Sythiema c.ux (1555).
Zijn naam en die van zijn eerste
vrouw op een zerk in de kerk van Hallum (de Vrije Fries XXIII).
Zie N.O.I-155 (Ferwerderadeel) voor
zijn graf en van zijn vrouwen.
Haring was gehuwd (1) met Jey Johansdr van Sickinghe,
overleden 9 dec 1551 *, begraven Hallum, grafschrift, dochter van Johan van Sickinghe en N.N..
Het “Dootboeck” geeft 19-12-1551 als
sterfdatum.
T347-904:Jeye Sickingha, echtgenote
Haring Sythiema te Hallum (7-9-1550).
Zij testeerde in 1550 (F.T.209) en
er waren geen kinderen van haar en Haring.
Jey was weduwe van Douwe van Donia.
Haring was gehuwd (2) met Syts Minnesdr van Eminga,
overleden 5 jun 1598 *, begraven Hallum ,grafschrift, dochter van Minne van Eminga en Eelck Bottesdr van Jarla.
HvF 16692-472 d.d.11-12-1563:Sytke
van Eminga,weduwe van Haring van Sythiema, namens haar kinderen inzake niaar.
Zij woonde bij P.I.1578 nog op
Sythiemastate.
Uit dit huwelijk:
1 Syds van Sythiema, volgt onder V-a.
2 Haring van Sythiema, volgt onder V-b.
3 Jey van Sythiema, overleden 20 feb
1597.
V-a Syds van Sythiema, overleden 7 jun 1636,
begraven Hallum ,grafschrift, zoon van Haring
van Sythiema (IV-b) en Syts Minnesdr
van Eminga.
In 1576 is Sixtus Sythiema student
te Douai.
In 1580 woont hij op Sythiemastate
te Hallum.
T334-04,inv.55:getuigenverklaring
van Syds uit 1593.
Hij woonde in 1615 met zijn vrouw op
Sythiemastate in Hallum.
Hun namen staan op de kerkklok van
Hallum uit 1648.
T327-1642:verkoop van land te Bozum
door Schelte van Aebinga aan Syds van Sythiema als voogd over zijn dochter
Sytke.
Op zijn graf en dat van zijn
vrouw: voor hem de kwartieren van zijn grootouders
Sythiema,Juckema,Cammingha/Eminga, Jarla en voor haar de kwartieren van haar
grootouders Cammingha,Haerda,Roorda,Galama (in overeenstemming met de
genealogieën).
Zijn grootouders zijn Syds van
Sythiema x Womck van Juckema en Minne van Eminga x Eelck van Jarla.
Haar grootouders zijn Watze van
Cammingha x Auck van Haerda en Ruurd van Roorda x Hylck van Galama.
Zie verder ook N.O.I-156.
Syds was gehuwd met
Frouck van Cammingha,
overleden 11 jul 1623 *, begraven Hallum ,grafschrift, dochter van Wytze van Cammingha en Rixt Ruurdsdr van Roorda.
Het "Dootboeck" heeft als
datum van overlijden 13-7-1623.
In het Fries Museum is een portret
van Frouck van Cammingha en haar man Syds van Sythiema uit 1608.
Uit dit huwelijk:
1 Haring van Sythiema, geboren ± 1611,
volgt onder VI.
2 Wytze van Sythiema , geboren 3 sep
1615, overleden 9 mei 1616, oud 8 maand en 6 dagen, begraven Hallum
(grafschrift uit onderzoek de Walle)
3 Wytze van Sythiema, overleden na 1640.
In 1640 vermeld te Oostermeer en
ongehuwd gestorven.
4 Sjouck van Sythiema, overleden 22 sep
1657.
5 Sytscke van Sythiema, overleden na 15
okt 1659.
Zij testeerde op 15-10-1659.
V-b Haring van Sythiema, overleden Dokkum
24 jun 1612 *, begraven Hantumhuizen, herbegraven grafkelder Hallum, zoon van Haring van Sythiema (IV-b) en Syts Minnesdr van Eminga.
Haring is in ondertrouw gegaan Leeuwarden (gerecht) 31
jan 1595 (1) met zijn nicht Bjuck Pybesdr van Eminga, overleden 23
aug 1595 *, begraven Hantumhuizen, herbegraven grafkelder Hallum, dochter van Pybe van Eminga en Bjuck Tjepckesdr van Sjoerda.
Haringius à Sythiema is op 25-10-1590 student te Keulen.
In Hallum wordt bij de grafkelder 1599 als jaar van overlijden vermeld,
maar dat is dus onjuist.
Er is een portret van Haring en zijn vrouw His uit 1603 in het Fries
Museum.
Haring was gehuwd (2) met His van Eminga,
overleden in 1660, na 20 sep 1660, begraven grafkelder Hallum , dochter van Hessel van Eminga en Wick van Hermana.
Als weduwe koopt His in 1634 het
achtste deel van Ulenburghsate (GJB 1971-91).
Zij testeerde te Leeuwarden op
26-3-1657 (EEE 2-352) en op 20-9-1660.
T313-464: over het testament van His
van Eminga,weduwe Sythiema (1661).
Uit het huwelijk met His:
1 Haring Oene van Sythiema, overleden
1650, begraven grafkelder Hallum.
Hij was niet getrouwd.
2 Bjuck van Sythiema, overleden 25 nov
1648, misschien begraven grafkelder Hallum als Bibeana.
3 Hessel van Sythiema, overleden 1649,
begraven grafkelder Hallum.
4 Jey van Sythiema, ,ook Juliana,
overleden 24 dec 1659.
5 Idsaert
van Sythiema, begraven grafkelder Hallum.
VI Haring van Sythiema, geboren ± 1611,
overleden 11 juli 1668 ,57 jaar, begraven Hallum ,grafschrift, zoon van Syds van Sythiema (V-a) en Frouck van Cammingha.
Hij woonde in 1640 op Sythiemastate
te Hallum en volgens stemkohier 1640 eigenaar van stem 65 en 66 aldaar.
T327-1641:Haring van Sythiema en
Bartholt van Douma tekenden op 28-7-1659 een overeenkomst voor de
waterhuishouding om Hallum heen.
Zie voor hem en zijn vrouw ook
N.O.I-155.
Hij testeerde met zijn vrouw op
5-9-1666 en was de laatste man uit zijn geslacht.
Op het graf van hem en zijn vrouw de
kwartieren van hun grootouders:
voor Haring zijn dat Sythiema,Eminga,Cammingha,Roorda en voor Perck zijn dat
Rinia,Goslinga,Lieuwkema,Donia.
Zijn grootouders zijn Haring van
Sythiema x Syts van Eminga en Wytze van Cammingha x Rixt van Roorda.
Haar grootouders zijn Haye van Rinia
x Tryn van Goslinga en Matthijs van Lieuwkema x Jel van Donia.
Haring was gehuwd met
Perck van Rinia, geboren ±
1633, overleden 22 feb 1673 ,40 jaar, begraven Hallum ,grafschrift, dochter van
Haye van Rinia en Beatrix Lieuwkema.
T313-201:schoonzoon Frans van Eminga
procedeerde tegen haar (processtukken 1680).
Uit dit huwelijk:
1 Frouck Suzanna van Sythiema, geboren ±
1657, overleden Hallum 18 jul 1675 ,oud
18 jaar, begraven Hallum ,grafschrift.
Bij ondertrouw in 1673 had zij als
voogd Horatius Hobbema.
Zij was de laatste met de naam
Sythiema.
Zie ook N.O.I-155.
Frouck Suzanna is in ondertrouw gegaan gerecht Leeuwarden 17 okt 1673 en getrouwd gerecht Ferwerderadeel 28 okt
1673 met Frans van Eminga, overleden Hallum 4 feb 1694, zoon van Hessel van Eminga en Doedt Sydsdr van Donia.
Bij ondertrouw in 1673 was hij
vaandrig.
T313-201:processtukken van de zaak
van Frans van Eminga namens zijn vrouw als erfgenaam van Haring Sythiema tegen
o.a. Perck van Rinia (1680).
Hij woonde met zijn eerste en ook
met zijn tweede vrouw op Sythiemastate te Hallum en testeerde daar in 1694 (EEE
5-463).
Frans is later getrouwd gerecht Leeuwarderadeel 6 mei 1679 met zijn nicht Beatrix Jacquelina van Eminga, geboren ±
1661, overleden Hallum 23 jul 1693, dochter van Minne van Eminga en His van
Buygers.
2
Syds van Sythiema, geboren aug 1662, overleden 23 sep 1662 ,oud 6
weken.