Genealogie van het adellijk geslacht van Ydsma/Donia

           

                   Voor de bronnen en afkortingen zie pagina 6 van de site

                        Eveneens voor het nodige voorbehoud bij sommige personen en filiaties.

 

 

         

 

         I Rienck Werps van Ydsma, afkomstig uit Wierum.

 

Genoemd omstreeks 1483 en vermoedelijk in OFO IV-75 d.d.28-6-1487.

 

Rienck was gehuwd met  Wyts van Tjaerda, afkomstig uit Ee.

 

Zij was niet uit het bekende geslacht Tjaerda van Rinsumageest.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Jeppe van Ydsma, volgt onder II-a.

 

           2   Douwe van Ydsma.

 

           3   Keympe van Ydsma, volgt onder II-b.

 

           4   Werp van Ydsma, volgt onder II-c.

 

 

    II-a Jeppe van Ydsma, overleden n 1537, zoon van Rienck Werps van Ydsma (I) en Wyts van Tjaerda.

 

Hij noemde zich Jeppe van Elinga en wordt genoemd in OFO IV-119 d.d.27-3-1500.

HvF 16689-14 d.d.1538:Jeppe Elinga namens zijn vrouw.

HvF 16691-4 d.d.1554:Jeppe Elinga kinderen met als voogd Foppe Matthyses Unia.

 

Jeppe was gehuwd met  N. van Elinga, overleden n 1537, dochter van N. van Elinga en N. van Foppinga.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Deytzen van Elinga, overleden n 1572 , in 1586?, begraven Hantumhuizen ,onduidelijk grafschrift.

 

HvF 16695-18 d.d.1572:Deytzen Jeppesdr Elinga en weduwe Binnert Heringa.

Zie voor haar kwartieren GJB 1963-36.

 

Deytzen was gehuwd met Binnert van Heringa, overleden 24 mrt 1561 *, begraven Hantumhuizen ,grafschrift, zoon van Haring van Heringa en His van Aebinga.

 

Het stamboek F.A.verwisselt hem met zijn zoon (zie GJB 1963-35).

De grafzerk geeft als ouders van zijn moeder de wapens Aebinga en Rinia.

 

 

           2   Luts van Elinga, overleden 10 mrt 1559 *, begraven Jelsum.

 

Had zij uit een eerdere relatie een zoon Jeppe van Groestera ?(overleden 1559).

Deze Jeppe wordt genoemd een halfbroer van haar dochter Tryn van Gerbranda.

 

Luts was gehuwd met Rienck van Gerbranda, overleden 6 sep 1558 *, begraven Jelsum, zoon van Eda van Gerbranda en Rixt van Roorda.

 

Op 5-1-1505 met zijn broers op de lijst van Friese edelen (T342-05,62).

OFO IV-204 d.d.13-2-1511:met zijn broers Douwe en Johan in het testament van Douwe Pibes te Dronrijp.

OFO-II-324 d.d.29-4-1524:Rienck Gerbranda (op Fetza) ondertekent mee de overeenkomst tussen Sexbierum en Pietersbierum over de korenmolen.

HvF 16481-528 d.d.27-10-1536:Rienck Gerbranda als curator gedagvaard.

HvF 16481-318 d.d.16-10-1539:Rienck als curator over de kinderen van Alef Groestra.

 

 

           3   Catharina van Elinga, overleden 25 dec 1542, begraven Sexbierum ,grafschrift.

 

Op een zerk te Sexbierum:Katharina Ellingha,overleden 1542 (de Vrije Fries 23).

Zie ook grafschriften Roorda,waarbij naast Catherine Eelsinghe ook sprake is van een kleindochter van haar,die op 24-2-1565 is overleden en bij haar begraven te Sexbierum.

 

Catharina was gehuwd met Rippert Wygers van Eelsma, overleden n 1546, begraven Sexbierum, zoon van Wyger van Eelsma en Swob Hobbesdr van Epinga.

 

HvF 16687-439 d.d.7-10-1531: Rippert Elincxma.

Rippert Elincxma genoemd te Sexbierum 1546/1555 bij de uitdeling van buitendijks land.

 

Rippert was weduwnaar van Anna van Walta, dochter van Douwe van Walta en Hylck van Dekema. Anna was weduwe van Johan van Roorda, zoon van Juw van Roorda en Catharina Taeckesdr van Hermana.

 

 

    II-b Keympe van Ydsma, zoon van Rienck Werps van Ydsma (I) en Wyts van Tjaerda.

 

Met bezit te Wierum.

 

Keympe was gehuwd met  Kinsck van Ayenga.

 

Uit dit huwelijk:

 

           1   Tjets Keimpesdr van Ydsma, afkomstig uit Wierum, overleden 31 jul 1561, begraven Hallum ,grafschrift.

 

Haar man Gabbe had wegens haar bezit te Wierum (zie RvA 1511).

HvF 16481-blz.174 d.d.20-12-1538:er wordt tegen haar als weduwe een proces gevoerd.

Bij RvA 1540 heeft zij als weduwe van Gabbe bezit te Hallum,Ferwerd,Jislum en Lichtaard.

 

Tjets was gehuwd met Gabbe van Scheltema, overleden 31 mei 1538 *, begraven Hallum ,grafschrift geeft 31-5-1558, zoon van Sybeth van Scheltema en Ulck van Oenema.

 

HvF 16687-221,374,470 d.d.1529,1531,1532: Gabbe van Scheltema.

HvF 16481-529 d.d.27-10-1536:Gabbe als eiser namens zijn vrouw.

HvF 16481-blz.166 d.d.20-12-1538:Gabbe van Scheltema was volmacht voor Lieuwe van Aebinga.

HvF 16481-354a d.d.2-12-1539:Gabbe (al overleden) procedeerde voor zijn vrouw.

Bij RvA 1511 met bezit te Wierum,Anjum,Hallum en Ferwerd.

De juiste overlijdensdatum uit het "Dootboeck" en uit SFA.

 

 

 

    II-c Werp van Ydsma, overleden n 1513, zoon van Rienck Werps van Ydsma (I) en Wyts van Tjaerda.

 

OFO I-353 d.d.5-3-1487:hij verkoopt grond aan Claerkamp;hij heeft een zoon Tjaert.

PAX-63 d.d.4-5-1492;hij sluit zich met anderen uit Dantumadeel aan bij verbond met Groningen van 17-9-1491.

OFO IV-119 d.d.27-3-1500:genoemd bij de besluiten van de Leppa inzake het herstel van dijken en zijlen.

Op 5-1-1505 op de lijst van Friese edelen (T342-05,62).

 

Vermeld te Dantumawoude bij R.v.A. van 1511 en 1514.

Hij noemde zich Donia na zijn huwelijk met Saepck.

Volgens SFA. zouden alle kinderen van Werp van de eerste vrouw Saepck zijn.

 

Werp was gehuwd (1) met  Saepck Ndr.

 

Zij noemde zich Saepck van Donia naar haar overleden eerste man.

 

Saepck was weduwe van Douwe van Donia, waarschijnlijk zoon van Bocke van Donia.

 

 

Uit het huwelijk van Werp en Saepck:

 

           1   Wyts van Ydsma, overleden n 1544.

 

Zij testeerde op 29-10-1540 (F.T.162) en op 14-9-1544 (F.T.185).

 

Wyts was gehuwd (1) met Wybe Saeckles van Renskema, overleden 1516.

 

Bij R.v.A.1511 als Wybe Saeckles van Leeuwarden met veel bezit.

Genoemd in OFO IV-224 d.d.7-6-1514.

In 1516 veroordeeld tot het zwaard wegens majesteitsschennis (de Vrije Fries 1868-393/394).

 

Wyts was gehuwd (2) met Adzert van Aebinga, overleden 1547/1549, zoon van Anlof van Aebinga, ,ook Andlef en Saepck Ndr, ,Scheltema ?.

 

Bij R.v.A.1511 en 1540 met bezit te Blija en Ferwerd (ook als Adzert Abbema).

T327-1782:acte van scheiding van het ouderlijk goed met zijn broer Lieuwe,waarbij bepaald wordt dat Aebingastate te Blija gemeenschappelijk goed blijft (1523).

Hij testeerde op Aebingastate te Blija op 5-1-1524 (F.T.105 en T327-1783).Uit dit testament blijkt dat zijn eerste dochter Tjemck dan al overleden is,maar er is wel een dochter Anna.Zij is ws.een onwettige dochter want zij krijgt slechts een legaat.

HvF 16481-582 d.d.20-12-1536:Als voormond over de kinderen van broer Lieuwe contra Frans Humalda en Worp Ropta voor zijn vrouw.

T327-1784:uitspraak in het geschil van Adzert en zijn stiefzoons Johannes en Worp contra Kempe Wynia als voogd over de kinderen van zijn stiefdochter Frau en Sjuck Wynia (1547).

T327-1785:verkoop aan zijn stiefzoon Johannes Renskema (1548).

T327-1786:schenking aan zijn stiefzoons Worp en Johannes Renskema (1548).

Zie verder GJB 1994-152,153.

 

Adzert was weduwnaar van Tjemck Sjucksdr van Cammingha, overleden 1524, dochter van Sjuck van Cammingha en Bauck van Mockema.

 

           2   Douwe van Donia, overleden n 1519.

 

Op 5-1-1505 op de lijst van Friese edelen (T342-05,62).

Grietman van Dantumadeel,genoemd op 24-2-1515 en in 1519.

Hij woonde op Melckemastate te Rinsumageest,maar was in 1511 wel eigenaar,maar geen bewoner.

 

Douwe was gehuwd met Jey van Sickema.

 

           3   Tjaert van Donia,  overleden n 1487

 

 

 

Werp was gehuwd (2) met  Frau van Juwsma, afkomstig uit Rinsumageest, dochter van Gatze van Juwsma en Eelck Feyesdr van Eysinga.

 

Frau wordt genoemd in 1495.

 

Uit het  huwelijk van Werp en Frau:

 

           4   Saepck van Ydsma, overleden 17 feb 1570 *, begraven Leeuwarden,Galileërkerk.

 

Zie voor haar de Vrije Fries III (1844)-150/157.Er is een request van haar d.d.8-7-1524 aan Margaretha van Oostenrijk,waar zij vraagt om eerherstel voor haar en haar kinderen,nu zij met Burmania gaat trouwen.Eerherstel omdat haar eerdere man Herjuwsma in 1512 was onthoofd wegens landverraad.

Ook volgens het "Dootboeck" (GEN 742) was zij 4x getrouwd en moet zij dus zeker voor 1490 geboren zijn.

Zij testeerde in 1562 (GJB 2000-138).

 

Saepck was gehuwd (1) met Taco van Aebinga, overleden v 1511, zoon van Douwe van Aebinga en Ael Sippesdr van Heemstra.

 

Pax-127 d.d.25-8-1495:Taecke Douweszn sluit als hoofdeling te Stiens met zijn broer Goffe een verdrag met Groningen.

 

Saepck was gehuwd (2) met Jemme Herjuwsma, overleden Leeuwarden 16 nov 1512.

 

Vermoedelijk Gemme her Juwsma d.w.z. Gemme van Juwsma.

Op 9-7-1504 tekent Ihemme heer Jousma de reversaalbrief (nr.123).

Iemhet Iousma staat op 5-1-1505 op de lijst van edelen uit Ferwerderadeel.

OFO II-204 d.d.mei 1508:Jemme heer Juwsma en Juw (een broer ?) over de opdracht tot het opmeten van de Ee in Ferwerderadeel en Leeuwarderadeel-N.

OFO IV-190 d.d.21-7-1509:genoemd als grietman van Ferwerderadeel tot 1512.

Bij R.v.A 1511 heeft Jemme Herjuwsma van Ferwerd veel bezit o.a. ook te Hallum,Marrum,Britsum en Stiens.

Hij stichtte te Ferwerd Juwsmastate/Herjuwsmastate,in 1524 bewoond door zijn hertrouwde vrouw Saepck.

Hijzelf werd in 1512 onthoofd te Leeuwarden,samen met Gerbrant van Mockema wegens samenzwering tegen de stadhouder.

 

Saepck was gehuwd (3) met Sybren Jeppes van Stenstera, overleden 1521/1525, zoon van Jeppe van Stenstera en Eeth van Ropta.

 

Volgens het testament van zijn dochter Frau was haar vaders naam Gerbrant,maar volgens het stamboek FA en "Burmania" heette hij Sybren.

Sybren was heerschap te Foudgum;hij testeerde in 1521.

 

Saepck is getrouwd 1524 (4) met Douwe van Burmania, overleden Ferwerd 1551, begraven aldaar, zoon van Rienck Upckes van Burmania en Eeck Tjaertsdr van Burmania.

 

Op 5-1-1505 op de lijst van Friese edelen (T342-05,62).

Hij was 1511/1512 grietman van Wonseradeel (zie OFO IV-211 en OFO II-265) en woont dan in Hichtum,maar 1520/1529 grietman van Ferwerderadeel.

HvF 16481-154 d.d.20-12-1538:zijn broer Tjaert procedeert tegen hem inzake land te Finkum.

HvF 16481-158 d.d.20-12-1538:er wordt geprocedeerd tegen Douwe en zijn vrouw Saepke te Stiens inzake overdracht van hun huis te Leeuwarden.

HvF 16481-211 d.d.4-3-1539:Douwe als gedaagde namens zijn kinderen bij zijn vorige vrouw Ath.

HvF 16481-262 d.d.7-5-1539:proces tegen Douwe en zijn vrouw Saepck.

Bij RvA 1511 heel veel bezit o.a. ook in Hallum,Marrum,Nijkerk en Ferwerd.

Bij RvA 1540 had hij verder bezittingen in Stiens,Hallum en Ferwerd,die in 1511 behoorden aan Gemme Herjuwsma.

Zie voor hem verder GJB 2000-137.

 

Douwe was weduwnaar van Ath Bonninga van Sjaerda, overleden 14 sep 1522 *, begraven Leeuwarden ,Oldehove, dochter van Pier Bonninga van Sjaerda en Tryn Lollesdr van Ockinga. Ath was weduwe van Laes van Harinxma, overleden v 1522, zoon van Laes van Harinxma.

 

           5   Popck van Ydsma, overleden Dantumawoude 1574, begraven aldaar.

Popck was gehuwd met Sjoerd van Heemstra, overleden Dantumawoude 1568, begraven aldaar, zoon van Taecke van Obbema en Auck van Heemstra.

 

HvF 16481-266 d.d.11-6-1539:Sjoerd wordt genoemd bij de erfgenamen van zijn vader Taecke van Heemstra.